15.09 - h3 - Mindmap maken + uitleg betoog

Stillezen
timer
10:00
timer
3:00
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Stillezen
timer
10:00
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

@jip_gewoon

Slide 2 - Tekstslide

Pak alvast je Chromebook erbij

Planning
  • Uitleg betoog
  • Uitleg standpunt en argumenten
  • Schrijfplan maken
Lesdoelen:


  • Ik kan uitleggen wat een betoog is.
  • Ik weet het verschil tussen en de functie van argumenten en standpunten.

Slide 3 - Tekstslide

Betoog

Slide 4 - Tekstslide

Wat heb je nodig voor een goed betoog?
  • Een duidelijk(e) stelling/standpunt t.o.v. onderwerp
  • Eigen argumenten
  • Goede onderbouwing van eigen argumenten (documenteren)
  • Tegenargument(en) [indekken]
  • Weerlegging(en)
  • Goede onderbouwing weerlegging (documenteren)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

[Het Nederlands verloedert] want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
A
Argument
B
Standpunt

Slide 7 - Quizvraag

Het zal mij verbazen als dit jaar de carnavalsoptocht in De Bosch doorgaat. [Er wordt namelijk een erg harde wind voorspeld.]
A
Standpunt
B
Argument

Slide 8 - Quizvraag

[Leerlingen op het vwo moeten in vijf in plaats van zes jaar hun opleiding kunnen afmaken.] Je kunt eerder aan een vervolgstudie beginnen en je zit je minder te vervelen.
A
Standpunt
B
Argument

Slide 9 - Quizvraag

Als je een tegenargument weerlegt, dan ontkracht je het gegeven tegenargument en zeg je dus dat het tegenargument niet klopt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Structuur betoog
Standpunt: Ik vind dat mensen minder vlees zouden moeten eten.
Argument 1: Veel vlees eten is schadelijk voor de gezondheid.
Argument 2: Slachtvee leeft in heel slechte omstandigheden.
Argument 3: De productie van vlees is slecht voor het milieu.
Tegenargument: In vlees zitten onmisbare voedingsstoffen, zoals proteïne.
Weerlegging: Je kunt deze voedingsstoffen ook uit andere voeding halen, bijvoorbeeld paddenstoelen en bonen.

Slide 11 - Tekstslide

Waar moet je op letten?
- Het is daarom belangrijk dat je niet alle informatie die jou belangrijk lijkt in jouw mindmap verwerkt, maar alleen die informatie die je ook echt kunt gebruiken. In dit geval zijn dat: de meningen (standpunten) die in de teksten voorkomen en de redenen (argumenten) die daarvoor gegeven worden. 
- Om bij het schrijven nog te weten welke informatie uit welke tekst komt, is het handig om met kleurtjes te werken. Elke tekst krijgt takken van één eigen kleur. Maak in de gekozen kleur ook telkens één tak waarbij je de schrijver en de titel van de tekst noemt die jij samenvat.

Slide 13 - Tekstslide

Lesdoelen:


Ik kan uitleggen wat een betoog is.
Ik weet het verschil tussen en de functie van argumenten en standpunten.

Slide 14 - Tekstslide

Schrijfplan maken
Aan de slag!

Slide 15 - Tekstslide