1 BK herhaling schrijven hst 1 t/m 3

1 Basis herhaling schrijven 1 t/m 3
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1 Basis herhaling schrijven 1 t/m 3

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze les
Je weet wat je voor de toets moet leren
Je herhaalt de leerstof
Je weet waar je thuis nog aan moet werken
Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord

Slide 2 - Tekstslide

De toets
Je kent de regels voor het schrijven van een verslag (hst 3)
Je weet wat formeel taalgebruik is en kunt dat vertellen (hst 1)
Je weet wat verwijswoorden zijn en hoe je deze gebruikt (hst 3)
Je kunt een zakelijke e-mail schrijven en past daarbij de regels toe (hst 1)



Slide 3 - Tekstslide

De toets
Bestaat uit een aantal vragen over de leerstof
én je schrijft een zakelijke e-mail

Je schrijft de toets op papier
Je hebt het hele lesuur de tijd
Je schrijft duidelijk en met pen

Slide 4 - Tekstslide

Heb nu vragen?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Regels voor het schrijven van een zakelijke e-mail:
Vul bij Aan…het emailadres in.                              a.verbeek@holterbergcollege.nl
Noteer bij Onderwerp:                                         Inhalen proefwerk
Begin met een zakelijke aanhef.                            Beste meneer Verbeek,
Zeg kort en duidelijk wat je wilt bereiken.            Ik wil graag met u afspreken                                                                                                              wanneer ik het proefwerk kan inhalen                      Zorg dat je taalgebruik zakelijk en beleefd is.      Hopelijk weet u een geschikt                                                                                                             moment voor het  inhaalproefwerk.
Gebruik een zakelijke afsluiting.                            Met vriendelijke groet,
                                                                            Kevin Nuytens

Slide 7 - Tekstslide

Informeel en formeel taalgebruik
Als je een berichtje stuurt aan een vriend(in) of je ouders, gebruik je informele taal: je schrijft je en jij en je gebruikt emoticons. Je schrijft vaak zoals je spreekt.
In zakelijke e-mails is dat anders. Daar gebruik je officiële taal, formeel taalgebruik. Let dan op de volgende punten:
- spreek de ander aan met u;
- gebruik nette woorden;
- schrijf in hele zinnen.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Regels voor het schrijven van een verslag
- Schrijf het verslag in de verleden tijd.
- Vertel in de inleiding waar het verslag over gaat.
- Vertel in de kern wat er allemaal gebeurde. Doe dat in de volgorde waarin het gebeurde. Gebruik daarbij woorden zoals: eerst, daarna, toen, ten slotte.
- Bedenk een goede titel voor het verslag.
- Zet je naam onder het verslag.

Slide 10 - Tekstslide

Verwijswoorden
Verwijswoorden verwijzen naar andere woorden in de tekst.
Je hoeft dan niet steeds hetzelfde woord op te schrijven. Verwijswoorden zorgen voor afwisseling in de tekst.

Slide 11 - Tekstslide

voorbeelden
- De buurjongen heeft een scooter. 
Hij zet hem elke avond in de garage.
- De boerin is aan het werk. 
Zij melkt haar koeien.
- Het raam staat nog open. 
Ik ga het straks dicht doen.





Slide 12 - Tekstslide