16/2/2021 Latijn 2

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Planning

- overhoren woorden les 9

- nakijken tekst 8 r. 14 t/m 30

- opdracht 13 t/m 18 (p. 51/52 HB)

Gaudemus, nam hodie spectaculum videmus!

Nemo animalia superat.

Quis oculos claudit, si sanguis fluit?

Quo ita cito curritis?

R. 15, spectatoribus, is een...?

1. nominativus
2. genitivus
3. dativus
4. accusativus

R. 16, rogo, betekent...?

1. ik vraag
2. jij vraagt
3. hij vraagt
4. wij vragen

R. 20, debes, betekent...?

1. ik moet
2. jij moet
3. hij/zij moet
4. jullie moeten

R. 21, sorori, is een...?

1. gen ev
2. dat ev
3. nom mv
4. acc mv

R. 24, videmus, betekent...?

1. ik zie
2. jij ziet
3. wij zien
4. zij zien

R. 24, imperatorem, is een...?

1. nominativus
2. genitivus
3. accusativus
4. ablativus

R. 25, triumphi, is een...?

1. nominativus
2. genitivus
3. dativus
4. accusativus

R. 29, spectatorum, is een...?

1. dativus
2. accusativus
3. nominativus
4. genitivus

Moeder wil geen water kopen van de slaaf.

1. Waar
2. Niet waar

Aulus mag als eerste water drinken.

1. Waar
2. Niet waar

Aulus hoort als eerste de trompetten.

1. Waar
2. Niet waar

R. 1-2: Waar zit moeder met haar zoon en dochter? Citeer als antwoord het tekstelement.

Alinea 1: Moeder vindt het geen goed idee dat Aulus en Marcia op eigen houtje water gaan halen. Waarom niet? Citeer het tekstelement waarop je je antwoord baseert.

R. 20: Immo tu debes exspectare
Welke reden kun je verzinnen waarom moeder Marcia eerst van het gekochte water laat drinken? Gebruik alinea 1.

Regel 25: Cur hic iam ante initium triumphi sedemus?
Welk antwoord op de vraag van Marcia vind je in alinea 1?

R. 30: Io Triumphe
Hoe spreekt moeder deze woorden uit? En waarom op die toon?

Huiswerk

Maak nu zelf nog opdracht 18 op p. 52.