Creatief Schrijven 3

Creatief Schrijven les 3
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Creatief Schrijven les 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na deze les...


1. ken je het feedbackformulier en weet je op welke dingen je klasgenoot gaat letten.
2. kun je je verhaal gaan schrijven.











Slide 2 - Tekstslide

LET OP: Spannend is hier niet: griezelig, eng, horror, spookhuis etc. Ook een romantisch verhaal kan spannend zijn? Je wilt graag weten of ze uiteindelijk bij elkaar komen. 
Er zijn twee soorten spanning, namelijk:
-Actiespanning, het verhaal wordt spannend door wat er direct gebeurt.
-Psychologische spanning, hierbij gaat het om de gedachten en de gevoelens van de hoofdpersoon. Het gaat om de angst voor wat er zou kunnen gebeuren.
Wat is feedback?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Feedbackformulier
                       In Classroom staat een                                                            beoordelingsformulier. 

Open dit document. 
We kijken er samen even naar.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit dat de leerlingen elkaars verhalen gaan lezen en beoordelen.
Eventueel worden er verhalen (top 3 of eentje of...) in de klas voorgelezen.
Wat valt je op?

Slide 5 - Woordweb

Door deze vraag en de bespreking van het formulier weten lln. waar ze op 'beoordeeld' worden door hun klasgenoot en waar ze dus op moeten letten bij het schrijven van hun verhaal.
Creatief schrijven
Je gaat je verhaal schrijven met gebruikmaking van de gegevens uit je voorbereidende opdracht.
Je hebt al:
  • Een hoofdpersoon
  • Tijd (wanneer speelt jouw verhaal zich af)
  • Plaats (omgeving)
  • Jouw verhaal beschreven in één zin

Slide 6 - Tekstslide

Het is noodzakelijk dat de leerlingen de voorbereidende opdracht hebben afgerond. 
Vanuit die ene zin gaan ze het verhaal alinea voor alinea uitbouwen.
Creatief schrijven

Ga als volgt te werk:

1. Bekijk nogmaals de stappen van jouw Verhalenberg.

Slide 7 - Tekstslide

Laat de leerlingen aantekeningen maken van de 5 stappen van de verhalenberg, zodat ze de stappen (en per stap de benodigde info) in hun aantekeningen kunnen opzoeken als ze gaan schrijven.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Creatief schrijven
Ga als volgt te werk:

2. Neem jouw zin (samenvatting van je verhaal) en schrijf vanuit deze ene zin een alinea.
3. Deze alinea splits je weer op in zinnen.
4. De zinnen worden ook weer alinea's door er zinnen aan toe te voegen. Je krijgt nu een overzicht van wat er in jouw verhaal moet gebeuren.

Slide 13 - Tekstslide

De leerlingen gaan hun verhaal schrijven op basis van de sneeuwvlokjes-methode. Elk sneeuwvlokje is uniek. Zodra je er één onder de microscoop bekijkt, zie je dat de vertakkingen van een sneeuwvlokje eindeloos doorgaan. Op eenzelfde manier kun je ook een verhaal laten vertakken.
Creatief schrijven
Ga als volgt te werk:

5. Check met de Verhalenberg of je een goeie opbouw in je verhaal hebt. Hussel anders de volgorde van je verhaal door elkaar tot het klopt.
6. Schrijf je verhaal! (volgende week beoordelen we elkaars verhalen)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan aan de slag met mijn verhaal, want ik weet waar mijn klasgenoot straks op gaat letten / feedback op gaat geven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Stappen
1. Bekijk nogmaals de stappen van jouw Verhalenberg.
2. Neem jouw zin (samenvatting van je verhaal) en schrijf vanuit deze ene zin een alinea.
3. Deze alinea splits je weer op in zinnen.
4. De zinnen worden ook weer alinea's door er zinnen aan toe te voegen.
Je krijgt nu een overzicht van wat er in jouw verhaal moet gebeuren.
5. Check met de Verhalenberg of je een goeie opbouw in je verhaal hebt. Hussel anders de volgorde van je verhaal door elkaar tot het klopt.
6. Schrijf je verhaal! (volgende week beoordelen we elkaars verhalen).

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                Nooit denk ik aan niets
ik weet
wat lief is en wat stout is
wat goed is en wat fout is

maar wat is nul en wat is niets
wanneer is ooit wanneer is nooit
en waar is nergens
dat moet ik nog bedenken

ik denk nooit aan niets
want als ik dat probeer
denk ik stiekem toch aan iets


- Hans en Monique Hagen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies