Taalverzorging les 9 t/m 11 (5.9, wat leren, opdrachten afronden)

timer
10:00
Les 9
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

timer
10:00
Les 9

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Uitleg theorie 5.9
  • Huiswerkcontrole
  • Aan de slag / extra opdracht < 7,0
  • Afsluiting van de les

Slide 2 - Tekstslide

Tussenletters basiskennis
Je kent het:
  • zelfstandig naamwoord
  • bijvoeglijk naamwoord
  • meervoud van zelfstandige naamwoorden
  • begrip samenstelling
  • begrip afleiding

Slide 3 - Tekstslide

Samenstelling
Twee losse woorden aan elkaar geplakt.

fiets        en        bel             => fietsbel

auto       en       rijden               => autorijden

Slide 4 - Tekstslide

Afleiding
Woord met voorvoegsel of achtervoegsel

contra       en        spionage     => contraspionage

geel        en     achtig        => geelachtig 

Slide 5 - Tekstslide

5.9 Tussenletters p. 166
  1. Je hoort de s => dorp & plein: dorpsplein 
  2. Je hoort de s niet goed => station & chef: stationschef
  3. Eerste deel alleen meervoud op -en => en
pan en koek => pannen (pans bestaat niet)
pannenkoek
kat en bak => katten (kats bestaat niet)
kattenbak

Slide 6 - Tekstslide

5.9 Tussenletters => uitzonderingen
Regel 4: uitzonderingen dan een E als eerste deel...
  • geen zn is
  • geen meervoud heeft
  • alleen meervoud op s heeft
  • zowel meervoud op s als en heeft
  • aangeeft hoe leuk iets is als bn: reuzeleuke vakantie
  • uniek is: zonneschijn

Slide 7 - Tekstslide

Werkmoment
Ga bezig met je weektaak.

Ik roep ieder stuk voor stuk bij me
om te kijken hoe ver je bent met de opdrachten.

Laatste les van deze week heb je alles af. Volgende week gaan we verder met fictie.
Denk aan beter spellen
opdrachten!

Slide 8 - Tekstslide

Afsluiting
Wat heb je gedaan?

Wat ga je thuis doen?

Welke vragen heb je?

Slide 9 - Tekstslide

timer
10:00
Les 10

Slide 10 - Tekstslide

Planning
  • Wat kennen/kunnen voor de toets
  • Welke vragen heb je?
  • Aan de slag / extra opdracht < 7,0
  • Afsluiting van de les

Slide 11 - Tekstslide

Welke vragen heb je
over de stof voor de toets?

Slide 12 - Open vraag

Werkmoment
Ga bezig met je weektaak.

Ik roep ieder stuk voor stuk bij me
om te kijken hoe ver je bent met de opdrachten.

Laatste les van deze week heb je alles af. Volgende week gaan we verder met fictie.
Denk aan beter spellen
opdrachten!

Slide 13 - Tekstslide

Afsluiting
Wat heb je gedaan?

Wat ga je thuis doen?

Welke vragen heb je?

Slide 14 - Tekstslide

timer
10:00
Les 11

Slide 15 - Tekstslide

Planning
  • Antwoorden op de gestelde vragen
  • Aan de slag / extra opdracht < 7,0
  • Afsluiting van de les, alles af?

Slide 16 - Tekstslide

Vragen over:
  • komma
  • puntkomma
  • aanhalingstekens " en '  mag allebei
  • apostrof
  • accenttekens
  • tussenletter
  • meervouds-n

Slide 17 - Tekstslide

Komma (p. 79/a-boek)
  • tussen twee pv's
Omdat ik jarig was, ben ik naar de bioscoop geweest.
  • voor voegwoorden
Ik ben drijfnat, omdat het regent.
  • opsomming in een zin
Ik houd van pizza, patat, pannenkoeken en poffertes.

Slide 18 - Tekstslide

Puntkomma (p. 80/a-boek)
Een puntkomma geeft een scheiding aan binnen een zin. 
Je zou hem kunnen vervangen door een punt.
Van de zomer gaan we naar Zuid-Frankrijk; daar is het altijd lekker warm.
In een opsomming:
  • leren voor Nederlands;
  • trainen voor de wedstrijd.

Slide 19 - Tekstslide

Aanhalingstekens (p. 81/a-boek)
  • Directe rede. Schrijf precies op wat iemand zegt.
  • Ironisch bedoeld.
  • Nadruk leggen op een woord.
  • Citeren. Schrijf precies op wat iemand heeft geschreven.
  • Zelfbedacht woord.
"   of   '   allebei goed. Beide kanten hetzelfde doen.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Apostrof (p. 74/b-boek)
  • Als je letter(s) weglaat: ‘s nachts, ’t fokschaap
  • Om bezit aan te geven bij een woord dat eindigt op een sisklank: Floris’ schrift, Beatrix’ verjaardag, Mulisch’ boek.
  • Of op een lange klank met 1 letter: Anna's boek.
  • Afleidingen van cijfers en afkortingen: NEC’er, AOW’er, KPN’er en vwo’er (maar het is havoër)

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Accenttekens (p. 74/ b-boek)
  • Accent aigu = é, á, ó etc. (streepje voorover)
Maakt de klank langer. Voorbeelden: comité, café, René.
  • Accent grave = è, à, ò etc. (streepje achterover)
Maakt de klank korter. Voorbeelden: carrière, caissière.
  • Accent circonflexe = ê, â, ô etc. (dakje)
Voorbeelden: coûte que coûte, fêteren, maîtresse.






Slide 24 - Tekstslide

Tussenletters (p. 166/b-boek)


Voor de tussenletters moet je de regels uit je hoofd leren.

Je kunt extra oefenen op www.CambiumNed.nl 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Meervouds-n (p. 159/a-boek)
1. In combinatie met een zelfstandig naamwoord: geen n

Als ze bij een zelfstandig naamwoord horen. Het maakt daarbij niet uit of je over mensen of dingen schrijft.

Je moet beide handen aan het stuur houden.
Beide opa's komen trouw op mijn verjaardag.

Slide 27 - Tekstslide

Meervouds-n (p. 159/a-boek)
2. In dezelfde zin staan de personen waarnaar 
verwezen wordt: geen n
Wij hebben honderd leerlingen en sommige lunchen op school.
(Achter 'sommige' kun je gewoon 'leerlingen' invullen: sommige leerlingen lunchen op school.)

Slide 28 - Tekstslide

Meervouds-n (p. 159/a-boek)
3. Als het niet naar personen verwijst: geen n
Dus naar dieren of dingen.

Ik krijg steeds dezelfde krant. Verkopen ze hier ook andere?
Hij had dertig fouten. Vele waren ontstaan door slordigheid.

Slide 29 - Tekstslide

Meervouds-n (p. 159/a-boek)
4. Als het naar personen verwijst die niet in dezelfde zin staan: wel een n
Dus personen in het algemeen.

Tussen de middag blijven sommigen op school. 
(= sommige van alle mensen)
Er komen anderen naast ons wonen. (= andere mensen)

Slide 30 - Tekstslide

Meervouds-n (p. 159/a-boek)
5. Als het naar personen verwijst en het wordt zelfstandig gebruikt: wel een n

Wij hebben tien docenten. 
Op de vergadering komen allen bijeen.

Ik heb twee opa's. Beiden komen trouw op mijn verjaardag.

Slide 31 - Tekstslide

Werkmoment
Ga bezig met je weektaak.

Alles af? Start met je fictietaak.

Volgende week gaan we verder met fictie. 
Beter spellen opdracht gaat door.
Denk aan beter spellen
opdrachten!

Slide 32 - Tekstslide

Ik weet alles van leestekens (1.9)

ja
bijna
nee

Slide 33 - Poll

Ik weet alles van meervouds-n. (2.9)

ja
bijna
nee

Slide 34 - Poll

Ik weet alles van hoofdletters. (3.9)

ja
bijna
nee

Slide 35 - Poll

Ik weet alles van accent, trema, apostrof, weglatingsstreepje en koppelteken. (4.9)

ja
bijna
nee

Slide 36 - Poll

Ik weet alles van tussenletter bij samenstellingen. (5.9)

ja
bijna
nee

Slide 37 - Poll

Welk cijfer denk je te halen
op de toets taalverzorging?
010

Slide 38 - Poll

Afsluiting
Evalueer voor jezelf:

* Wat heb ik gedaan in deze lessen?

* Wat ga ik nog doen ter voorbereiding op de toets?

Slide 39 - Tekstslide