Week 9: herhaling zinsdelen + LV

P1b
Welkom bij Nederlands!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

P1b
Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
1. Lezen
2. Herhaling: stappenplan zinsdelen
3. Lijdend voorwerp
4. Husselzinnen: opdracht in duo's
5. Plenda

Slide 2 - Tekstslide

LESDOEL
Aan het einde van de les weet je hoe je PV - WG - OW - LV kan bepalen.

Slide 3 - Tekstslide

Stappenplan
  • Zoek de PV: vraagproef of tijdproef
  • Zoek het WG: alle werkwoorden (die bij elkaar horen) 
  • Verdeel de zin in zinsdelen: kijk welk woord of welke woordgroep je voor de PV kan zetten
  • Zoek het OW: Wie of wat + WG = OW
  • Zoek het LV: Wie of wat + WG + OW = LV

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

OW of LV?
  • De baby huilt.   
  • De moeder troost de baby 

  • De appel hangt aan de boom. 
  • Ik eet de appel
    

Slide 11 - Tekstslide

Staat het OW altijd vooraan? NEE!
  • Mijn zus bakte die taart. --- mijn zus = OW
  • Die taart bakte mijn zus. --- mijn zus = OW




Slide 12 - Tekstslide

Staat het LV altijd achteraan? NEE!

  • Mijn zus bakte die taart. --- die taart = LV
  • Die taart bakte mijn zus. --- die taart = LV

Slide 13 - Tekstslide


De hond blaft. = OW+ PV

Maak nu een zin waarbij 'de hond' het LV is.

Slide 14 - Tekstslide


De taart staat in de koelkast = OW + PV + AZ.


Maak nu een zin waarbij 'de taart' het LV is.

Slide 15 - Tekstslide

Ik zag Pim tijdens de voetbaltraining.
OW + PV + LV + AZ

Maak nu een zin waarbij 'Pim' het onderwerp is.

Slide 16 - Tekstslide

Maak 2 zinnen:

 een zin waarbij 'het boek' het OW is
EN
 een zin waarbij 'het boek' het LV is

Slide 17 - Tekstslide

Zinnen husselen: in duo's
  • Haal de kaartjes voorzichtig uit de envelop.
  • Maak een kloppende zin met de kaartjes. Noteer deze zin in je schrift.
  • Maak nu een andere zin met dezelfde kaartjes: dit doe je door een ander woord of een andere woordgroep vóór de PV te schuiven. Noteer deze zin ook in je schrift.
  • Maak een 3de zin, opnieuw door het schuiven met woorden. Noteer in je schrift. 
  • Zet vervolgens zinsdeelstrepen en benoem de zinsdelen.
timer
1:00

Slide 18 - Tekstslide

Zin 1
Het voetbalveld in het park / wordt / vaak / gebruikt / 
                
door jongeren.
       

Slide 19 - Tekstslide

Zin 2
In de zomervakantie / laden / we / onze 
           
kampeerspullen / in de auto. 
          

Slide 20 - Tekstslide

Zin 3
Het enthousiaste publiek/ beloonde / de band/
                 
met een luid applaus.
                

Slide 21 - Tekstslide

Zin 4
Ik / heb / haar / nog nooit / met vettig haar /

zien lopen.   
      

Slide 22 - Tekstslide

Zin 7
Op dit stuk grond / worden / de komende
          
jaren / 500 woningen / gebouwd. 
                 

Slide 23 - Tekstslide

Zin 8
Voor mijn verjaardag / bak / ik / een
            
appeltaart en een chocoladetaart. 
                        

Slide 24 - Tekstslide