In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
H4: Hoe ondernemend ben jij?
Slide 1 - Tekstslide
H 4.3: Hoe verkoop ik mijn idee?
Terugblik paragraaf 4.2;
Lesdoelen par. 4.3;
Uitleg;
Maken + bespreken opdrachten;
Huiswerk volgende les;
Reflectie.
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen par. 4.3:
> Je kunt uitleggen wat marketing is;
> Je kunt het marktaandeel uitrekenen en toelichten;
> Je kent de marketingmix en kunt deze toepassen;
> Je kunt uitleggen hoe je de verkoop kan bevorderen en hoe je de consument kan beïnvloeden.
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoel
Je kunt uitleggen wat marketing is.
Slide 4 - Tekstslide
Marketing
Marketing heeft betrekking op alle activiteiten die een bedrijf uitvoert om de verkoop van producten of diensten te stimuleren.
Slide 5 - Tekstslide
Lesdoel
Je kunt het marktaandeel uitrekenen en toelichten.
Slide 6 - Tekstslide
Marktaandeel
Marktaandeel is het aandeel wat een bedrijf in handen heeft van de totale markt.
Dit aandeel wordt uitgedrukt in een percentage van de afzet of de omzet.
(afzet = aantal verkochte producten)
(omzet = aantal verkochte producten x prijs)
Slide 7 - Tekstslide
Formule marktaandeel
Eigen omzet : totale omzet = marktaandeel
of
Eigen afzet : totale afzet = marktaandeel
Slide 8 - Tekstslide
Voorbeeld marktaandeel
In Den Haag heb je een aantal bakkers en die verkopen allemaal croissantjes. Samen verkopen ze 1 miljoen croissantjes per jaar. Bakker Segaar verkoopt in datzelfde jaar 150.000 croissantjes.
Een TV bij Mediamarkt kost € 999. Dit is een voorbeeld van
A
penetratieprijs
B
afroomprijs
C
psychologische prijs
Slide 25 - Quizvraag
Een marktaandeel is
A
het deel van de totale markt van alle producten die te koop zijn
B
de afzet van een bedrijf als percentage van de totale afzet van dat product
C
het stukje van de markt waar jij je kraam mag zetten
Slide 26 - Quizvraag
Welke P heeft niets te maken met marketing?
A
Plaats
B
Product
C
Personeel
D
Professioneel
Slide 27 - Quizvraag
Wat is marketing?
A
Alle activiteiten die een bedrijf onderneemt om niet te voldoen aan de wensen van de klanten
B
Een marktkraam opzetten
C
Alle activiteiten die een bedrijf onderneemt om te voldoen aan de wensen van de klanten
D
Prijs op verschillende manieren gebruiken om je product te verkopen
Slide 28 - Quizvraag
Stelling I: In verband met Valentijnsdag is er een groot aanbod van rode rozen. Er geldt een speciale prijs van € 1,99 per stuk. Dit noem je psychologische prijsstelling. Stelling II : De warme kaasbroodjes zijn in de aanbieding bij Deen. De actie is drie halen, twee betalen. Dit is een voorbeeld van prijspolitiek.
A
Stelling I is juist,
stelling II is onjuist
B
Stelling I is onjuist,
stelling II is juist
C
Stelling I en II zijn juist
D
Stelling I en II zijn onjuist
Slide 29 - Quizvraag
Een voorbeeld van penetratieprijs politiek is
A
een product voor een hoge prijs op de markt brengen en later de prijs verlagen
B
een product voor een lage prijs op de markt brengen om snel een marktaandeel te veroveren
C
een product voor € 3,99 verkopen in plaats van voor € 4,-