Week 5 Fruitsalade

• Horeca
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Fruit salade

Wat heb je vorige week gemaakt?

lesdoelen

• Je kan het verschil tussen hard fruit, steen fruit en zacht fruit uitleggen
• Je kan in eigen woorden uitleggen wat leefgeld is
• Je kan verschillende soorten fruit eminiceren (plakjes)

Theorie fruit

Fruit= alle vruchten die aan bomen of struiken groeien

Vaak rauw gegeten

Gezond:

- water

- vitaminen

- mineralen

Theorie fruit

Bewaren in de koelkast

- exotisch fruit en citrusvruchten buiten de koelkast

Theorie fruit

Hard fruit= dunne schil met stevig vruchtvlees

appel, peer

Steenfruit= harde pit in de vrucht

perzik, nectarine, abrikoos

zacht fruit= zomerfruit

aardbei, bosbes, framboos

Theorie fruit

exotisch fruit= komt uit warme werelddelen

ananas, granaatappel, vijgen, dragonfruit

citrusfruit= groeit aan aan citrusboom in tropische gebieden

sinaasappel, mandarijn, citroen, grapefruit

Opdracht 2

Thema geld

Alles wat je doet kost geld (douche, de verwarming aanzetten, tv kijken of schone kleren aantrekken)

Leefgeld= het bedrag dat een gezin elke maand uitgeeft om te kunnen leven

Maakt opdracht 1, 3 en 4

vaktaal

officemes= voorbereiden en schillen van groente en fruit

kroontje= hiermee zit de vrucht vast aan de plant

pellen= verwijderen van de schil

klokhuis= binnenste van de appel of peer

steenvrucht= vrucht met binnenin een grote pit

voorbereiding

we gaan fruitsalade maken. 

We gaan met de volgende 3 slides, onze spullen verzamelen en de keuken hygiënisch schoon maken. 

emmer sop

1. pak het blauwe schoonmaakmiddel.

2. doe 1/2 dopje in je emmer. 

3. vul tot het 2e streepje. 

materialen

• Afruimbak
• Bekken
• Soepkom
• Eetlepel
• Officemes
• Snijplank (voor fruit)

Ingredienten

1/2 mandarijn

stukje banaan

1 aardbei

2 druiven

1/4 appel

1/4 kiwi

uitvoeren

je gaat nu de fruitsalade maken. 

Volg de stappen voor een goed resultaat

Stap 1

• Verdeel de mandarijn in partjes
• Snijd de partjes door midden
• Doe in het bekken

Stap 2

Schil de kiwi

Snijd de kiwi in plakjes

Doe in het bekken

Stap 3

• Was de druiven
• Snijd de druiven in de lengte doormidden
• Verwijder de pitten

Stap 4

Was de appel

Verwijder het klokhuis

snijd in dunne plakjes

Stap 6

Snijd de banaan in dunne plakjes

Doe in het bekken

Stap 7

• Was de aardbei
• Verwijder het kroontje
• Snijd in dunne plakjes

Stap 8

Meng al het fruit met de eetlepel door elkaar

Doe de fruitsalade in een soepkom

Stap 

afronden

na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

stap 1

Afwassen en afdrogen van het gebruikte materiaal

stap 2

maak je werkblad schoon

stap 3

Maak het fornuis schoon

stap 4

veeg en/of dweil de vloer. 

schoonmaaktaken: 

• wasbakken 1+2
• wasbakken 3+4
• Temperatuur meten
• werkbank controleren
• was vouwen

schoonmaaktaken:

• vloer vegen
  
• vloer schrobben
  
• vloer trekken
  
• kruidenkar
• tafels schoonmaken

Nabespreken

kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 

zijn er ook dingen die je anders zou doen?

antwoord dit op de volgende slides

Hoe smaakte het gerecht?

1. lekker
2. niet lekker
3. een beetje lekker
4. ik heb het niet geproefd

Wat ga je de volgende keer anders doen?

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding