2 - Lengtematen omrekenen

Lengtematen
Lesdoel:
Je leert lengtematen omrekenen
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lengtematen
Lesdoel:
Je leert lengtematen omrekenen

Slide 1 - Tekstslide

8.3 Lengtematen omrekenen
Uitdaging
Je hebt vast weleens gehoord van kilometers, meters, decimeters, centimeters en millimeters.

Maar hoe kun je de ene lengtemaat omrekenen in de andere lengtemaat?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

8.3 Lengtematen omrekenen
De uitleg over lengtematen omrekenen:
kilometer: 1 kilometer is gelijk aan 1000 meter.
kilo = duizend
hectometer: 1 hectometer is gelijk aan 100 meter.
hecto = honderd
decameter: 1 decameter is gelijk aan 10 meter.
deca = tien

Slide 4 - Tekstslide

8.3 Lengtematen omrekenen
De uitleg over lengtematen omrekenen:
decimeter: 1 decimeter is gelijk aan 1/10 meter.
deci = een tiende (1/10)
centimeter: 1 centimeter is gelijk aan 1/100 meter.
centi = een honderdste (1/100)
millimeter: 1 millimeter is gelijk aan 1/1000 meter.
milli = een duizendste (1/1000)

Slide 5 - Tekstslide

8.3 Lengtematen omrekenen
Kan Het Dametje Met De Citroën Mee? / 
Kan Het Domme Mannetje De Computer Maken.
kilometer
            hectometer
                     decameter
                                        meter
                                                  decimeter
                                                           centimeter
                                                                            millimeter

Slide 6 - Tekstslide

Even oefenen.....
Je krijgt een aantal vragen. Probeer steeds het juiste antwoord te geven.

Slide 7 - Tekstslide

Lengte maten

Slide 8 - Tekstslide

Lengte maten
1 dm  = ... cm


5 hm = ... km

Slide 9 - Tekstslide

Lengte maten
1 dm  = ... cm 
1 x 10 = 

5 hm = ... km



Slide 10 - Tekstslide

Lengte maten
1 dm  = ... cm 
1 x 10 = 10

5 hm = ... km



Slide 11 - Tekstslide

Lengte maten
1 dm  = 10 cm 
1 x 10 = 10

5 hm = ... km



Slide 12 - Tekstslide

Lengte maten
1 dm  = 10 cm 
1 x 10 = 10

5 hm = ... km
5 : 10 = 



Slide 13 - Tekstslide

Lengte maten
1 dm  = 10 cm 
1 x 10 = 10

5 hm = ... km
5 : 10 = 0,5



Slide 14 - Tekstslide

Lengte maten
1 dm  = 10 cm 
1 x 10 = 10

5 hm = 0,5 km
5 : 10 = 0,5



Slide 15 - Tekstslide

Lengte maten
1 dm  = 10 cm 
1 x 10 = 10

5 hm = 0,5 km
5 : 10 = 0,5

14 m = ... cm


Slide 16 - Tekstslide

Lengte maten
1 dm  = 10 cm 
1 x 10 = 10

5 hm = 0,5 km
5 : 10 = 0,5

14 m = .... cm
14 x 10 x 10 =




Slide 17 - Tekstslide

Lengte maten
1 dm  = 10 cm 
1 x 10 = 10

5 hm = 0,5 km
5 : 10 = 0,5

14 m = .... cm
14 x 10 x 10 = 1400 



Slide 18 - Tekstslide

Lengte maten
1 dm  = 10 cm 
1 x 10 = 10

5 hm = 0,5 km
5 : 10 = 0,5

14 m = 1400 cm
14 x 10 x 10 = 1400 



Slide 19 - Tekstslide

Lengte maten

Slide 20 - Tekstslide

Lengte maten
35 hm²= .... km²


50 m² = .... cm²

Slide 21 - Tekstslide

Lengte maten
35 hm²= .... km²
35 : 100 = 

50 m² = .... cm²

Slide 22 - Tekstslide

Lengte maten
35 hm²= .... km²
35 : 100 = 0,35 km² 

50 m² = .... cm²

Slide 23 - Tekstslide

Lengte maten
35 hm²= .... km²
35 : 100 = 0,35 km² 

50 m² = .... cm²


Slide 24 - Tekstslide

Lengte maten
35 hm²= .... km²
35 : 100 = 0,35 km² 

50 m² = .... cm²
50 x 100 x 100 = 

Slide 25 - Tekstslide

Lengte maten
35 hm²= .... km²
35 : 100 = 0,35 km² 

50 m² = .... cm²
50 x 100 x 100 = 500.000 cm²

Slide 26 - Tekstslide

23 dam = ... km
A
2,3 km
B
230km
C
0,23km
D
2300km

Slide 27 - Quizvraag

8 cm = ... m
A
0,08m
B
0,8m
C
8m
D
80m

Slide 28 - Quizvraag

65,5m = ... cm
A
655cm
B
6550 cm
C
650,5cm
D
6,55cm

Slide 29 - Quizvraag

Lengte maten

Slide 30 - Tekstslide

Lengte maten

Slide 31 - Tekstslide

Wat is de juiste volgorde van de lengtematen?

A
Km Dam Hm m Dm Mm Cm
B
Mm Cm Dm Dam M Km Hm
C
Km Hm Dam M Dm Cm Mm
D
Km Hm Dam M Dm Mm Cm

Slide 32 - Quizvraag

Zet de eenheden van lengte op de goede volgorde.

Slide 33 - Sleepvraag

3000 cm = ........ m
A
30
B
300
C
3
D
0,3

Slide 34 - Quizvraag

2,5 dm = .... cm
A
25
B
0,25
C
0,025
D
2,5

Slide 35 - Quizvraag

0,5 m = .... cm
A
5
B
0,05
C
0,5
D
50

Slide 36 - Quizvraag

5 km = ..........m
A
0,005 m
B
500 m
C
5.000 m
D
0,05 m

Slide 37 - Quizvraag

Lengte maten
naar rechts wordt het getal 
steeds groter. 1 m = 10 dm = 100 cm

naar links wordt het getal steeds kleiner 1 mm = 0,1 cm 

Slide 38 - Tekstslide

15 mm = ...... cm

Slide 39 - Open vraag

498 cm = ... mm

Slide 40 - Open vraag


9 m = .... dm

Slide 41 - Open vraag


1 km = .... hm

Slide 42 - Open vraag

Wat moet op de plaats van het vraagteken staan?
km - hm - ... - ... - ? - ... - mm

Slide 43 - Open vraag

Welke lengte eenheid is het kleinst?
A
millimeter
B
hectometer
C
centimeter
D
decimeter

Slide 44 - Quizvraag

decameter en decimeter zijn eenheden van...
A
tijd
B
lengte
C
snelheid
D
gewicht

Slide 45 - Quizvraag

Dm is de afkorting van
A
Decumeter
B
Decometer
C
Decimeter
D
Decameter

Slide 46 - Quizvraag

Welke lengte eenheid is het grootst?
A
centimeter
B
millimeter
C
decameter
D
decimeter

Slide 47 - Quizvraag

Welke lengte eenheden missen in dit rijtje?
km - ... - dam - m - dm - ... - mm
A
hm - dm
B
cm - mm
C
hm - cm
D
hm - mm

Slide 48 - Quizvraag

Hoeveel centimeter is 0,005 kilometer?
A
0.5
B
50
C
500
D
5000

Slide 49 - Quizvraag

Hoeveel millimeter gaan er in een centimeter.
A
10
B
100
C
0,1
D
1000

Slide 50 - Quizvraag

Wat betekent de afkorting 'hm'?
A
hectometer
B
hele meter
C
H&M
D
kilometer

Slide 51 - Quizvraag

Wat betekent de afkorting 'dam'
A
dal
B
hectare
C
deciliter
D
decameter

Slide 52 - Quizvraag

Hoeveel meter is 44 centimeter.
A
440 m
B
4,4 m
C
0,44 m
D
44 m

Slide 53 - Quizvraag

Hoeveel cm is 0,33 dam?
A
0.033
B
0.0033
C
33
D
330

Slide 54 - Quizvraag