4v2 luisteren opbouwopdrachten

Luisteren
Oriënteren op gesproken teksten
  • Tekstsoort
  • Onderwerp
  • Sprekers
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Luisteren
Oriënteren op gesproken teksten
  • Tekstsoort
  • Onderwerp
  • Sprekers

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Luisteren
Samenhang & belangrijke informatie
  • In de introductie krijg je aanwijzingen
    - onderwerp
    - wat er aan bod komt
    - wie aan het woord komen
    - conclusies/resultaten genoemd

Slide 3 - Tekstslide

Luisteren
Samenhang & belangrijke informatie
  • Signaalzinnen en signaalwoorden
  • Nadruk op zinnen of woorden
  • Herhaling van informatie
  • Spreekpauzes
  • Geschreven tekst

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdgedachte bepalen
Waar gaat de gesproken tekst precies over?

Slide 5 - Tekstslide

Intensief luisteren
  1. Oriënteer je op de gesproken tekst
    tekstsoort, onderwerp, wie spreekt er?
  2. Luister nauwkeurig en maak aantekeningen
    Let op: aanwijzingen voor samenhang, belangrijke informatie, betrouwbaarheid, argumenten.
  3. Vat de tekst samen & bepaal de hoofdgedachte
    Waar gaat de gesproken tekst precies over?

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag
Studiemeter - Starttaal Online - 2F - luisteren - opbouwopdrachten
  • Oriënteren op gesproken tekst
  • Samenhang

Slide 7 - Tekstslide

Intensief luisteren
  1. Oriënteer je op de gesproken tekst
    tekstsoort, onderwerp, wie spreekt er?
  2. Luister nauwkeurig en maak aantekeningen
    Let op: aanwijzingen voor samenhang, belangrijke informatie, betrouwbaarheid, argumenten.
  3. Vat de tekst samen & bepaal de hoofdgedachte
    Waar gaat de gesproken tekst precies over?

Slide 8 - Tekstslide

Kritisch luisteren
  • Deskundigheid van de spreker
  • Belangen van de spreker: is de informatie eenzijdig of misschien zelfs onjuist?
  • Eenzijdige informatie: niet alle kanten van het verhaal

Slide 9 - Tekstslide

Argumentatie herkennen
  • Standpunt: mening die iemand heeft over een onderwerp
  • Argument: een reden waarom iemand het standpunt inneemt

Slide 10 - Tekstslide

Argumentatie herkennen
  • Introductie: standpunt wordt aangekondigd door de spreker of een gespreksleider
  • Signaalwoorden en signaalzinnen
    standpunt: ik denk, ik vind
    argumenten: omdat, doordat, want
  • Non-verbale communicatie
    Bijvoorbeeld: hoofd schudden, knikken, wenkbrauwen optrekken

Slide 11 - Tekstslide

Argumentatie herkennen
  • Zijn de redeneringen logisch?
  • Klopt de informatie in de argumenten?

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Studiemeter - Starttaal Online - 2F - luisteren - opbouwopdrachten
  • Intensief luisteren

Slide 13 - Tekstslide