* Je krijgt 20 minuten- Wat gaat de klas doen als ze aankomen?
- Wie vertelt dat er een spooktocht is?
- Hoe laat is de spooktocht?
- Met hoeveel kinderen in een groepje?
- Hoeveel spoken komen ze tegen?
- Hoe zien de spoken eruit?
- Wat doen de spoken?
- Overleeft iedereen de spooktocht?
- Wie moet er huilen tijdens de spooktocht?