Les 6 - P1 -1. Punto de recarga; Presente perfecto (refl + excepciones) 25th Sept

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2,3

¡Bienvenidos a tu clase de español!

6

Hoy es viernes

-- de septiembre de 2023

P1 - 1. Punto de recarga   

Presente perfecto (onreg.)

 El programa

1) Vocabulario verbos 1-80

2) Gramática: Wederkerende werkwoorden Llamarse, levantarse etc.

3)¡Al trabajo! Zelfstandig aan de slag.

4) Quiz 

Hoy es miércoles, 

el 00 de septiembre de 2023

Vocabulario

Repasar el vocabulario: Woordjes overhoren.

Verbos Compañeros 1

Werkwoorden 1-60 NL-SP

mannelijk/ vrouwelijk, enkelvoud meervoud

PRESENTE PERFECTO 1 

Wat weet je nog over de voltooide tijd in het Spaans?

Gramática

-AR ->ADO            -ER/-IR -> IDO

1. Het voltooid deelwoord staat ALTIJD samen met het hulpwerkwoord HABER. Nooit uit elkaar!  HE hablado, HAS hablado, HA hablado, etc.

Ik heb gesproken met Juan, wordt: 

He hablado con Juan. 

Maar nooit: He con Juan hablado

2. Als het ww 2 klinkers naast elkaar heeft, bv LEER, TRAER, CAER. dan komt er een accentje op de í bij ído: LEER - leído, TRAER - traído, CAER - caído

 

Gramática Presente perfecto

Gramática Presente perfecto (uitzonderingen)

DEZE UITZONDERINGEN MOET JE APART LEREN:

romper    --> roto

abrir        --> abierto

escribir    --> escrito

poner      --> puesto

ver           --> visto

decir        --> dicho

volver      --> vuelto

hacer       --> hecho

freír         --> frito

morir       --> muerto

ser           --> sido

ir              --> ido

Gramática Presente perfecto 

(met werkwoorden zoals levantarse)

Werkwoorden die op -SE eindigen in presente perfecto:

1- SE haal je van het hele werkwoord af en verplaats je helemaal naar voren.Dit verandert in: me, te, se, nos, os, se (afhankelijk van de gebruikte persoonsvorm)

2- het hulpwerkwoord HABER (he, has, ha, hemos, habéis, han) blijft voor het voltooid deelwoord staan. De vervoeging wordt dan

                             ME HE LEVANTADO

                       HE ME LEVANTADO = FOUT

 

mannelijk/ vrouwelijk, enkelvoud meervoud

WB Pág. 10

Tareas 3 y 4

Oefen deze opdrachten samen met je compañero/ compañera. In deze les vraag ik je dit voor me uit te voeren.

Comunicación

APRENDE (LEER):  

• Vocabulario verbos 1-80 NL-SP  (via Quizlet)
• Hay Ser , Estar (vervoegen en toepassen)
• Presente regelmatige ww(-AR, -ER,-IR) en onregelmatige ww: venir, cerrar, jugar, dormir, hacer, ir, (vervoegen en toepassen)
• Wederkerende ww : llamarse, levantarse, ducharse, 
• Presente perfecto (vervoegen en toepassen)
• comunicación

Voorbereiden: Begroeten / voorstellen.

Los deberes para la próxima clase

(het huiswerk voor de volgende les...)

¡Mucha suerte!; veel succes!

y... ¿Qué has aprendido hoy?

¿Hay preguntas? (zijn er vragen?)