Kua ma 10 juni: oefenen kunstanalyse en architectuur

Kua ma 10 juni: oefenen kunstanalyses en architectuur
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 11 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Kua ma 10 juni: oefenen kunstanalyses en architectuur

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bord
Ben je klaar om te beginnen?


Telefoon & oortjes weg
Jas uit
Tas van tafel

Laptop dicht. 
Pen en papier
Nora
Yaser    Hatice
docent
deur

Nora
Haitham

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ben je klaar om te beginnen?


Telefoon & oortjes weg
Jas uit
Tas van tafel

Laptop dicht
Pen en papier
Yaser    Hatice
Nora
Haitham

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
-Oefenen met kunstanalyses: 
                    Massacultuur in film en muziek
                    Moderne & postmoderne dans
-Moderne en postmoderne architectuur


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Massacultuur 
Massacultuur

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Madonna, 1984
"You know that we are living in a material world
and I am a material girl."
-Waarom verwijst Madonna in het liedje 'Material Girl' naar Marilyn Monroe in de film Gentlemen prefer Blondes (1953)?

-Je kunt deze lyrics en haar verwijzing naar Marilyn ook zien als kritiek op hoe de maatschappij keek/kijkt naar vrouwen. Leg dit uit.
[Hoe keek de maatschappij naar vrouwen, en wat is de kritiek van M?]

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

-De maatschappij keek toen (nu ook nog wel) naar vrouwen als iemand die liever dure cadeaus krijgt van een man, dan alleen liefde die niks kost. 
-De vrouw hoeft nergens voor te betalen, ze koopt niet met eigen geld dure cadeaus voor zichzelf. Heeft ze wel eigen geld?
-De vrouw geeft alleen om uiterlijk en dure spullen: oppervlakkige zaken. Vrouwen zijn niet met serieuze dingen bezig.

Madonna benadrukt dit zo sterk, dat het cynisch of spottend wordt. Ik ben een materiaal-meisje: ik geef om niks anders, zo zit de wereld in elkaar. 
Dus door overdrijving, laat het je nadenken.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Dit is een reclamefilmpje van Emporio Armani, voor hun nieuwe parfum "Diamonds".

-Noem 3 verschillen tussen de uitvoering van Marilyn en die van Beyoncé.

-Er wordt verwezen naar een eerder kunstwerk, dat is een postmodern kenmerk. Toch is dit kunstzinnige reclamefilmpje geen postmodern kunstwerk. Leg uit waarom.
Er wordt verwezen naar het iconische filmfragment uit 'Gentlemen Prefer Blondes' (1953) waar Marilyn Monroe "Diamonds are a girls best friend" zingt. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillen in uitvoering:
-M heeft felle kleuren als kostuum en decor, bij B is alles zwart-wit.
- M is omringt door mannen, B is in haar eentje op het podium.
- M draagt veel sieraden met diamanten, B heeft alleen een jurkje aan met diamanten.
-M is een scene in een film, er wordt geacteerd. B doet een muziekoptreden na.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 10 kenmerken heeft het Postmodernisme?
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10
Jeff Koons, Play Doh, 1994-2014

Slide 14 - Tekstslide

Gemaaktheid: Iedereen kan er zelf een betekenis aan geven.
Herkenbaarheid: een berg klei.
Anything goes: dit is niet origineel, dit kan een kind.
hight art-low culture: groot kunstwerk dat gaat over kinderklei, voor bijna iedereen herkenbaar uit kindertijd. Staat in de belangrijkste musea over de wereld.
Kitsch: dit is toch geen kunst? nu wel.
Ironie: Het kan worden gezien als overdreven, over the top door de uitvergroting. 
Welke 10 kenmerken heeft het Postmodernisme?

Jeff Koons, Play Doh, 1994-2014
CULTUURRELATIVISME (meervoudige perspectieven, gelijk aan elkaar).  
REMIXEN: opnieuw combineren, citeren, hergebruiken .
GEMAAKTHEID van de wereld (er is niet 1 waarheid, iedereen eigen waarheid) 
HERKENBAARHEID (dus figuratief ipv abstract) 
HIER & NU; het utopische toekomstbeeld staat niet meer centraal. 
ANYTHING GOES; geen originaliteit meer; alles is al eens gedaan. 
MULTI/INTERDISCIPLINAIRE KUNST; mengen kunstdisciplines voor nieuwe kunst 
HIGH ART & LOW CULTURE, door elkaar heen, geen onderscheid meer. 
KITSCH mag; wat vroeger stijlloos/smakeloos alleen decoratie was, is nu acceptabel 
IRONIE, SPOT, DUBBELZINNIGHEID in plaats van serieuze, ernstige kunst. 

Slide 15 - Tekstslide

Gemaaktheid: Iedereen kan er zelf een betekenis aan geven.
Herkenbaarheid: een berg klei.
Anything goes: dit is niet origineel, dit kan een kind.
hight art-low culture: groot kunstwerk dat gaat over kinderklei, voor bijna iedereen herkenbaar uit kindertijd. Staat in de belangrijkste musea over de wereld.
Kitsch: dit is toch geen kunst? nu wel.
Ironie: Het kan worden gezien als overdreven, over the top door de uitvergroting. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Modernisme architectuur

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Modernisme architectuur
De functie bepaalt de vorm.
Geen decoratie, moderne materialen. Gebouw voor de toekomst. Alleen wat nodig is, met functie.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Postmoderne architectuur
Reactie op modernisme

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Postmoderne architectuur
Vrije vormen, decoratie, citeren, mixen stijlen, humor.
Reactie op modernisme

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Postmoderne kenmerken?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem 3 kenmerken van moderne dans

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

- breken met gewichtloosheid van ballet: dichter bij de vloer.
-alledaagse bewegingen zoals rennen, kunnen worden gebruikt als ze een gevoel over moeten brengen.

-hoekige bewegingen
-expressief
-hoeft niet een verhaal te vertellen
-blote voeten
-wijde kostuums, geen strakke balletpakjes




Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Noem 2 kenmerken van postmoderne dans

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

-Mengt expressionistische dans met klassiek ballet.
-Iedere beweging is toegestaan.
-Het dansen moet boeiend, spannend, of knap zijn.
-Het hoeft niet te gaan over emotie uitdrukken of een verhaal vertellen. Het kan dansen om het dansen zijn.

Andere postmoderne kenmerken: humor, ironie, citeren, mixen.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Humor wordt gebruikt bij deze balletvoorstelling. Leg uit aan de hand van het vormgevingsaspect "Ruimte", hoe je dit kan zien. Beschrijf een voorbeeld uit het filmpje, om jouw uitleg duidelijk te maken.

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Foute antwoorden:
"Ze doet iets anders dan de rest."
"Ze loopt langzaam naar haar plek."
"Ze gaat naar links."

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Postmoderne dans
Postmodern in dans heeft een wat andere betekenis dan postmodern in andere disciplines. Postmoderne dans ontstaat vroeg na de WOII. Tot '45  wordt de dans gedomineerd door het expressionisme. De emotie en het gevoel staan hierbij centraal  en vormen de directe aanleiding tot de dans. Het klassieke ballet bestaat daarnaast met verhalende voorstellingen en een danstaal in voorgeschreven  bewegingen. Na '45 wordt deze scheiding losgelaten.

De formele dans die dan ontstaat, mengt de expressionistische dans met bewegingen die uit het klassieke ballet komen. Het boeiende, spannende of fascinerende van de bewegingen en de choreografie is essentieel. Daarbij is iedere beweging toegestaan. Emotie uitdrukken of een verhaal vertellen, is daarbij veel minder belangrijk. 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

piet mondriaan 1910
Rob scholte 1998

Slide 33 - Tekstslide

Op zoek naar abstractie; mondriaan op weg naar de stijl. 
Rob scholte gebruikt een 'stijlcitaat' Hoe? 
Brancusi 
Jeff Koons
Tussen 1994-2013

1928

Slide 34 - Tekstslide

Breuk met het verleden; venieuwing vs orginaliteit minder belangrijk , stijlcitaten en clichés mogen er zijn
Duane Hanson, 1970
Waarom is dit een kritiek op de consumptiemaatschappij?




Bansky: Dismaland

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Modern theater
Wat is de overeenkomst tussen naturalistisch theater van de 19e eeuw en de (toen) nieuwe acteermethode (method acting) van Stanislavski? 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
De overeenkomst tussen naturalistisch theater en Method Acting is dat het zo echt/realistisch mogelijk moet zijn. Het moet herkenbaar zijn voor het publiek, om zich makkelijk te kunnen inleven. 
Tekst

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervreemdingseffecten in theater
Onstaan tijdens modernisme, maar wordt nog steeds gedaan!

Welke vervreemdingseffecten zie je in dit filmpje?

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

In deze woordloze kleutervoorstelling zie je hoe nietsvermoedende mensen plotseling in de spotlights komen te staan. Wanneer ze zich eventjes onbespied wanen, blijken ze toch in beeld te zijn. Vluchten kan niet, dus ja… dan moet je iets… show, entertainment… maar hoe? In de paniek in hun ogen zie je hun hartstochtelijk wens: zo snel mogelijk terug naar het donker, weg uit het helse licht! De grote ik heb hier geen zin in show is een vrolijke, absurdistische voorstelling over kijken en bekeken worden. In een tijd waar de extraverten het hoogste woord hebben, wordt hier de verlegen mens op het podium gehesen. Schuchter kruipen ze uit hun schulp en ploeteren samen met het publiek voorwaarts richting een glorieuze finale."

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
-De vierde wand wordt doorbroken: direct oogcontact met publiek. De lampen in de zaal zijn ook nog aan: ze zijn zichtbaar.
-Vervreemdend: kinderen als theaterpubliek?
-De muzikant doet alsof hij alle instrumenten bespeelt, door het voor te doen en dan een foto van zijn hoofd neer te zetten.
-"Ik heb hier geen zin in": ze willen helemaal niet daar op het podium zijn, ze zijn allemaal verlegen..
-Ze worden steeds betrapt door het publiek, tijdens hun activiteit.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intercultureel
Westerse kunstenaars halen inspiratie uit niet-westerse kunst.

 
Butoh- Madonna gebruikt deze Japanse dansstijl in een van haar videoclips



Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoge kunst toegankelijk maken. Op welke manier gebeurt dat hier? 2 manieren noemen.

Slide 46 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Slide 50 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies