4.1 Opbloei en macht van de stad

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
3:00
Rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
3:00
Rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden

Slide 1 - Tekstslide

In ruil voor de veiligheid die het hofstelsel garandeerde, moesten de horigen 2 dingen doen. Welke twee zijn dit?
A
Herendiensten
B
Mee vechten in het leger van de heer
C
Pacht betalen
D
Eed van trouw zweren

Slide 2 - Quizvraag

Het systeem waarbij een horigen een deel van een domein pachten, noemen we het:...
A
Leenstelsel
B
Feodale stelsel
C
Hofstelsel

Slide 3 - Quizvraag

Het systeem waarbij een vazal een deel land in leen krijgt van heer noemen we het:....
A
Leenstelsel
B
Feodale stelsel
C
Hofstelsel

Slide 4 - Quizvraag

Als een vazal een leen in ontvangst nam moest hij een een van trouw zweren waarin hij de koning met 'raad en daad' bij zou staan.

Wat zou men bedoelen met 'raad en daad'?
A
Dat ze hem in advies zullen voorzien wanneer hierom gevraagd wordt
B
Dat ze hem zullen helpen met besturen van het land
C
Dat ze in het geval van oorlog hun soldaten zullen sturen
D
Dat zij de koning om raad zullen vragen als hij langs komt

Slide 5 - Quizvraag

Wat gebeurde er met het christendom in Europa na de val van het Romeinse rijk?
A
Het christendom verdween uit West-Europa
B
Het christendom neemt in macht toe
C
Waar het christendom al geaccepteerd was bleef het bestaan
D
De natuurgodsdiensten werden dominant in Europa

Slide 6 - Quizvraag

Bekeren tot het christendom gaf vorsten veel voordelen en privileges. Wat was de voornaamste reden om te bekeren?
A
Legitimering van de macht
B
Aanspraak maken op kerkelijke grond
C
Garanties om in de hemel te komen
D
Meer volgers onder het eigen volk

Slide 7 - Quizvraag

Visa versa leverde het de kerk ook vele voordelen op. Wat was hier niet één van.
A
Aanspraak op een deel van de belasting
B
Land en goederen als geschenk
C
Directe macht over Europese vorsten
D
Verspreiding van het christendom in Europa

Slide 8 - Quizvraag

In welke eeuw ontstond de Islam
A
1e eeuw n.chr
B
5e eeuw v.chr
C
7e eeuw n.chr
D
11e eeuw n.chr

Slide 9 - Quizvraag

In de periode voor de Islam was het Midden-Oosten:....
A
Polytheïstisch
B
Monotheïstisch

Slide 10 - Quizvraag

Met de terugkeer van Mohammed naar Mekka begon de Jihad (heilige strijd). Veel Arabische krijgslieden/stammen sloten zich hier bij aan. Naast een religieus motief hadden zij ook een andere motief, welke?
A
Land
B
Macht
C
Verveling
D
Buit

Slide 11 - Quizvraag

Binnen 30 jaar werd het hele Perzische rijk vrij gemakkelijk overgenomen. Welke reden wordt hiervoor gegeven?
A
De superieure tactieken van de Arabieren
B
De betere uitrusting van de Arabieren
C
De regio was door oorlogen verzwakt
D
De enorme cavalerie (paarden) van de Arabieren

Slide 12 - Quizvraag

Kort samengevat (H3)
1. Na de val van het Romeinse rijk ontwikkeld zich het leenstelsel (feodale stelsel) in Europa. Binnen dit politieke systeem geeft een Leenheer een stuk land te leen aan een trouwe vazal hij wordt hiermee een leenman. Het land blijft in theorie van de leenheer. Aangezien de voorwaarden van dit contract kunnen verschillen spreekt men van feodale verhoudingen.
2. Gelijktijdig ontwikkeld zich op het land van grootgrondbezitter het hofstelsel. Vrije boeren samen met voormalige slaven mogen een deel van het land van de heer pachten, zij mogen echter niet meer van het land af, zij worden hiermee een nieuwe groep: horigen. Tevens moeten de horigen herendiensten verrichten en moeten zij deel een van de oogst afstaan, in ruil zorgt de heer voor veiligheid.
3. Na de val van het Romeinse rijk wordt het christendom teruggedrongen, alleen op plekken waar het al gevestigd was bleef het bestaan. Op andere plekken kreeg het een andere vorm arianisme, of keerde het terug naar andere vormen van geloof. In de loop van de vroege middeleeuwen won het christendom aan grondgebied door: 1) bekeringen van koningen, 2) veroveringen van die koningen, 3) het werk van missionarissen. 
4. In de 7e eeuw ontstond in het Midden-Oosten de Islam. Mohammed wist de Arabische stammen aan zich te binden en onder het mom van de Jihad begon een periode van snelle veroveringen. Bij het Frankische rijk stokte de opmars van de Islam, mede door superieure tactieken, maar ook door interne conflicten over erfrecht na de dood van Mohammed. 

Slide 13 - Tekstslide

Willem de Veroveraar
  • In 1064 ligt de (kinderloze) Engelse koning op sterven.

  •  Een ver familie lid (Harold) kroont zich snel tot koning.

  • Willem de Veroveraar (Graaf van Normandië), maakt ook aanspraak op de Engelse troon. Hij en zijn leenmannen steken het kanaal over en verslaan Harold bij de slag bij Hastings

  • De leenmannen kregen land in Engeland. Zo hadden een groot aantal Engelse leenmannen zowel land in Frankrijk en Engeland.



Slide 14 - Tekstslide

Niet veel later begon de honderdjarige oorlog
(Frankrijk tussen en Engeland).

Bedenk welk land hierbij in het voordeel was? Motiveer je antwoord

Slide 15 - Open vraag

In Engeland stichtte Willem de Veroveraar vele nieuwe steden.

Welke motieven zou hij hiervoor hebben:
A
Politiek: zo kon hij het veroverde gebied makkelijker besturen
B
Cultuur: hij wilde van Engeland een nieuwe Frankrijk maken.
C
Economisch: zo kon hij de handel bevorderen in de uithoeken.
D
Militair: zo kon hij de grenzen beter beschermen.

Slide 16 - Quizvraag

Vlaanderen in 1050
  • In de vroege middeleeuwen begon Vlaanderen aan grootschalige ontginning (bossen kappen, moerassen droog leggen) om nieuwe landbouw grond te creëren.

  • Gevolgen:
1) Toename bevolkingsaantal.
2) Specialisatie (met name in de textiel)
3) Toename in lokale handel
4) Dorpen groeien uit tot steden

  • Veel Vlaamse edelen gingen mee op veldtocht met Willem de Veroveraar en kregen als beloning land in Engeland te leen.

Slide 17 - Tekstslide

Engeland staat bekend om één ding: schapen.

Er was een wederzijdse afhankelijkheid tussen Engeland en Vlaanderen.

Slide 18 - Open vraag

Vlaanderen
  • Door toename voedselproductie en bevolking, kon een deel van de bevolking zich op andere ambachten richten.

  • Ambachtslieden vestigen zich in nederzettingen/steden die regionale marktfunctie hadden.

  • Sinds Romeinse rijk amper gebruik meer van geld. Door opkomst van handelsnetwerken werden er weer meer munten geslagen.

  • Ontstaan van een geldeconomie (zowel in steden als op het platteland).
situatie late middeleeuwen
De monetaire economie zorgt voor nieuwe beroepen zoals de bankier. Vooral Italianen en Joden hielden zich hier mee bezig.

Slide 19 - Tekstslide

Bedenk waarom er geen noodzaak was voor geld in de vroege Middeleeuwen en waarom deze noodzaak er in de late Middeleeuwen wel kwam.

Slide 20 - Open vraag

ontwikkeling van de handel (vroeg tot late middeleeuwen)
Vroege middeleeuwen:
  • Regionale handel > boeren/ambachtslieden verkopen waren in dichtstbijzijnde steden/markten.

Late middeleeuwen:
  • Interregionale handel > handelaren uit Noord-Italië en Frankrijk verkopen hun waren op jaarmarkten

Einde middeleeuwen: 
  • Jaarmarkten nemen af, handel direct naar havensteden (zoals Brugge)

  • Handelaren spelen hierop in door zich te verenigen in koopmansgilden en Hanze verbonden

Slide 21 - Tekstslide

Plaats de woorden op de goede plaats:
Minder mensen in de landbouw nodig
Ontginningen
Ontstaan steden
Specialisatie in beroepen
Horigheid neemt af
Bevolkingsgroei
Nijverheidshandel
Regionale handel
Interregionale handel

Slide 22 - Sleepvraag

Homework
Lezen: 76-77

Maken: 2

Slide 23 - Tekstslide