TH1: woordenschat H3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

TH1B: woensdag 1 december

Wat gaan doen vandaag?

• 10 minuten lezen
• Woordenschat bingo
• Afmaken + nakijken huiswerk
• Woordenlijst Classroom

Bingo: wat is de opdracht?

1. Teken op het blad een bingokaart. Deze bestaat uit 9 hokjes (zie voorbeeld).
2. Je ziet straks een woordenlijst met woorden uit woordenschat H3. Je kiest 9 woorden uit en zet deze in de hokjes. In ieder hokje schrijf je 1 woord. 
   
3. Ik vertel de omschrijving van het woord (zoals dit in het boek staat). Herken jij één van de woorden die jij hebt opgeschreven? Dan streep je hem weg.

Wie lukt het om als eerste een GOEDE bingo te hebben?

We spelen voor een volle kaart!

Bingowoorden

project                        overeenstemmen               publiek

herkomst                   tradities                                   agrarisch

expositie                   melkveehouderij                  programma

aanslaan                    vee                                             delicatesse

illustreren                 exact                                          royalty

objecten                   circa                                           zuivelproduct

regionaal                  getuige zijn van                    religie

                                                 

Aan de slag

- Ga verder met opdracht 1 t/m 4 op bladzijde 76 en kijk dit na (antwoorden staan op Classroom).

- Nagekeken? Maak de woordenlijst van H3 op Classroom. Deze moet uiterlijk aankomende zondag (5 dec) ingeleverd zijn!!!

Woordenschat H3

• Je leert voorbeelden van
  onbekende woorden vinden. 

Een voorbeeld zoeken

• Ken je de betekenis van een woord niet?
  
  

• Kijk in de tekst of er voorbeelden worden genoemd.

• Deze voorbeelden maken de betekenis van een onbekend woord vaak duidelijk.

Zo zoek je een voorbeeld

1. Kijk of er in dezelfde zin voorbeelden genoemd worden. Voorbeelden staan soms tussen haakjes, komma's of strepen.
2. Na de volgende woorden worden vaak voorbeelden genoemd: als, zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van.
3. Na een dubbele punt (:) vind je soms ook voorbeelden.

Kijk maar eens naar deze zin:

Op het verjaardagsfeest van mijn nicht kregen we allerlei Franse delicatessen, zoals petitfours en meringues (schuimgebakjes).

Van welk woord ken je nu de betekenis?

Welk woord geeft dit aan?

OPDRACHT

Lees de zin en let op de onderstreepte woorden. Van welk ander woord in de zin zijn dat voorbeelden?

In dat verhaal staan veel uitdrukkingen, zoals op de goede weg zijn, er is geen vuiltje aan de lucht en de appel valt niet ver van de boom.

uitdrukkingen

Je kunt veel attracties  bezoeken, zoals een speeltuin, pretpark of dierentuin.

In de kustprovincies als Zeeland en Noord-Holland waait het vaak hard.

Hij heeft veel tegenvallers gehad: een lekke band, geen zakgeld en een ontstoken kies.

Al onze schrijfmaterialen zijn geschikt: pennen, potloden, stiften en markers.

Er staan verschillende illustraties (foto's, tekeningen, cartoons) in het boek.

Aan de slag

Ga aan de slag met opdracht 1 t/m 4 op bladzijde 76.

Klaar? 

- Maak de woordenlijst van H3 op Classroom.

Succes!