1.2 prikkels

DOEL
  • In deze paragraaf leer je in een gegeven context onderscheid maken tussen verschillende typen prikkels, gedragssystemen en de voorwaarden voor een respons op prikkels.

Lees de paragraaf goed door. Deze lesson Up behandelt de begrippen met andere voorbeelden.

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

DOEL
  • In deze paragraaf leer je in een gegeven context onderscheid maken tussen verschillende typen prikkels, gedragssystemen en de voorwaarden voor een respons op prikkels.

Lees de paragraaf goed door. Deze lesson Up behandelt de begrippen met andere voorbeelden.

Slide 1 - Tekstslide

3

Slide 2 - Video

00:10
Wat is de functie van dit soort speelgedrag in de natuur?

Slide 3 - Open vraag

00:21
Welke uitwendige prikkel zou de aanleiding kunnen zijn voor dit gedrag?

Slide 4 - Open vraag

00:29
Als je zou willen onderzoeken of dit speelgedrag aangeboren of aangeleerd is, hoe zou je dit dan doen?

Slide 5 - Open vraag

Bijzondere prikkels
sleutelprikkel: prikkel/signaal dat steeds dezelfde reactie oproept

(soms alleen als het dier door inwendige prikkels voldoende gemotiveerd is, bv in de broedperiode)

supernormale/supranormale prikkel
versterkte sleutelprikkel die een sterkere reactie dan normaal oproept



Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

2

Slide 8 - Video

01:28
Wat is voor het mannetje de sleutelprikkel om tot paringsgedrag over te gaan?

Slide 9 - Open vraag

02:41
Het bierflesje is voor de mannetjes kever een:
A
subnormale prikkel
B
normale prikkel
C
sleutelprikkel
D
supranormale prikkel

Slide 10 - Quizvraag

  aanleiding
inwendige prikkel: moe
uitwendige prikkel: signalen van ouders
som van prikkels levert motivatie

motivatie > drempelwaarde-> handeling
door handeling daalt motivatie
negatieve terugkoppeling

hogere motivatie zorgt voor een lagere drempelwaarde en andersom

Slide 11 - Tekstslide

De motivatie van gedrag
Dagelijks zijn er heel veel prikkels, op sommige reageer je, op andere niet. Of je reageert hangt af van de motivatie. Wil je in actie komen of niet? 
Wat levert het op voor jou? Heb je honger of niet?

                                                             De motivatie wordt opgebouwd tot een 
                                                             bepaalde drempelwaarde. Als de 
                                                             drempelwaarde gepasseerd wordt, volgt er pas
                                                             een reactie. 


Slide 12 - Tekstslide

In welke situatie ga jij het snelst naar bed?
A
situatie A
B
situatie B
C
situatie C
D
situatie D

Slide 13 - Quizvraag