Pincode M3 Hoofdstuk 1 Herhaling

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

3 mavo

Hoofdstuk 1 Herhaling. Vragen over alle paragrafen 

Vorige les en komende lessen

Te uitgebreide uitleg van mijn kant

Geen stilte tijdens de uitleg

Geen respect voor elkaar en voor mij

Niet meedoen met de les, geen schrift open bijvoorbeeld

Begrip voor enig rumoer wegens warmte in combinatie met tijdstip

Diverse leerlingen naar voren gezet

Lesdoelen 1.4

• Wat is koopkracht en waardoor kan je het veranderen?
• Wat is inflatie en wat zijn de gevolgen ervan?
• Hoe kun je met indexcijfers rekenen?

Indexcijfer bereken

• Het jaar waar je vanuit gaat is het BASISJAAR (100)
• Nieuwe indexcijfer = nieuw getal : getal in basisjaar x 100

Indexcijfer bereken

VOORBEELD:

De prijs van een t-shirt was in 2018 € 12,50 (basisjaar) en in 2020 € 14,75. Bereken het indexcijfer van 2020.

>> € 14,75 : € 12,50 x 100 = 118 (indexcijfer)

Filmpje over indexcijfers ,inflatie en deflatie 

Kijk naar het filmpje en schrijf meteen je vragen op.

Het is een belgisch filmpje waarin ze het over een korf hebben (mand in Nederland)

0

Blz 33 Pincode

Maak nu opdracht 9 individueel, in stilte. Ik wijs iemand aan om de opdracht uit te leggen

Regels klassikaal werken

1. Werk de eerste periode (ik geef de tijd door) zelfstandig en in stilte (oortjes mogen in)

2. Na deze periode kun je rustig over de opdrachten overleggen met je buurman of buurvrouw.

3. Na de eerste periode kun je je vinger opsteken en mij je vraag stellen (als je buurman/buurvrouw je niet kan helpen)

4. Als je klaar bent ga je verder met de extra opdrachten.

Huiswerk was: 

Maak Opdracht 35 tm 46.

Vragen:noteer ze en steek je vinger op als jullie zelfstandig mogen werken. Ik roep je bij mij aan tafel  (als jullie zelfstandig mogen werken)

Hoe doe je mee?

1. Pak je telefoon
   
2. Ga naar: www.lessonup.com of installeer de Lesson Up app
   
3. Voer je naam en de code in

Vragen per paragraaf

De verdeling van de vragen

28 meerkeuzevragen 

7 vragen over paragraaf 1.1

6 vragen over paragraaf 1.2
9 vragen over paragraaf 1.3

6 vragen overparagraaf 1.4

Maak nu: 

Alles wat je nog niet eerder hebt gemaakt van opgave 1 tot en met 46.
Lees blz 39 tm 41

Lees Hoofdstuk 2.1

Klaar: maak alle vragen van blz 32 tm 35 (rekenen)

3 mavo

Hoofdstuk 1 Herhaling. Vragen over alle paragrafen 

Vragen per paragraaf

De verdeling van de vragen

28 meerkeuzevragen 

7 vragen over paragraaf 1.1

6 vragen over paragraaf 1.2
9 vragen over paragraaf 1.3

6 vragen over paragraaf 1.4

Vragen paragraaf  1.1

Waar heb jij behoefte aan?

7 vragen

Primaire behoeften zijn ...

1. de noodzakelijke behoeften.
2. de luxe behoeften.

Welke is een primaire behoefte?

1. brood
2. smartphone
3. auto
4. vakantie

Harry wil al heel lang een boot besturen. Dat gaat hij nu ook doen. Dit is een...

1. Primaire behoefte
2. Secundaire behoefte

Een ander woord voor keuzes maken noemen we?

1. Schaarste
2. Prioriteiten stellen
3. Bezuinigen
4. Investeren

Technologische ontwikkeling is:

1. producten worden kleiner
2. producten worden sneller
3. producten worden beter
4. A,B,C zijn alle drie goed

Schaarste is als middelen zoals (tijd en geld) niet oneindig/onbeperkt zijn:

1. Juist
2. Onjuist

Wat zijn vrije goederen?

1. Zeewater, zonlicht, wind
2. Brood, melk, boter
3. Ipad, Iphone, Macbook

Vragen paragraaf 1.2

Hoe wordt jij beinvloed?

6 vragen

Wat is geen commerciële reclame?

1. Merkreclame
2. Informatieve reclame
3. Ideële reclame
4. Sluikreclame

Wat is marketing?

1. Alles wat een bedrijf onderneemt om meer te verkopen.
2. Instrumenten die je gebruikt op de verkoopmarkt.
3. Een methode om de winst te vergroten.
4. Een Engels woord voor winkel.

Om welke P van marketing gaat het? Er zijn veel concurrenten in een stadswinkelcentrum.

1. Prijs
2. Product
3. Plaats
4. Promotie

Je vader of moeder zegt tegen je: Ik heb een hele leuke broek voor je gezien, die moet je echt kopen! Dit noemen we;

1. Commerciële beïnvloeding
2. Sociale beïnvloeding
3. Maatschappelijke beïnvloeding
4. Ouderlijke beïnvloeding

Je ziet in een folder een advertentie staan 'NU 2 VOOR DE PRIJS VAN 1'.
Dit noemen we

1. Sociale beïnvloeding
2. Culturele beïnvloeding
3. Reclame
4. Commerciële beïnvloeding

Veel bedrijven hebben een speciale belangstelling voor jonge consumenten.
Welke uitspraak is juist?

1. Jongeren kopen meer dan volwassen consumenten
2. Jongeren zijn de volwassen consumenten van de toekomst
3. Jongeren hebben geen invloed op de aankopen van hun ouders

Vragen paragraaf 1.3

  

Budgetteren moet je leren

9 vragen

Welke soorten uitgaven zijn er?

1. Vaste lasten
2. Huishoudelijke uitgaven
3. Incidentele uitgaven
4. Alle antwoorden zijn goed

Bij wie kun je terecht voor informatie en tips over budgetteren?

1. Consumentenbond
2. ANWB
3. De bank
4. Het Nibud

Geld opzijleggen voor bepaalde uitgaven.

1. budgetteren
2. restwaarde
3. reserveren

loon is een voorbeeld van...

1. overdrachtsinkomen
2. inkomen uit bezit
3. inkomen in natura
4. inkomen uit arbeid

Huur is een voorbeeld van ....

1. Inkomen uit arbeid
2. Inkomen uit bezit
3. Overdrachtsinkomen

Bij welke inkomensvorm is er geen sprake van een tegenprestatie?

1. inkomen uit bezit
2. inkomen uit arbeid
3. inkomen uit zorg
4. overdrachtsinkomen

Wat is het doel van een begroting?

1. Een begroting zorgt ervoor dat je genoeg geld uitgeeft.
2. Een begroting dient als bewijs voor de belastingdienst
3. Een begroting geeft je inzicht in je toekomstige inkomsten en uitgaven.
4. Een begroting is een goede oefening in hoofdrekenen.

Als je geld uitgeeft voor het abonnement van je telefoon zijn dat ..

1. dagelijkse uitgaven.
2. incidentele uitgaven.
3. vaste uitgaven.
4. vaste lasten.

Benzine tanken hoort bij de ...

1. Huishoudelijke uitgaven
2. Incidentele uitgaven
3. Vaste lasten
4. Wekelijkse uitgaven

vragen paragraaf 1.4

Alles wordt duurder

6 vragen

Door de inflatie kan ik...

1. meer besteden
2. minder besteden

Wanneer er deflatie is, kan ik voor hetzelfde geld....

1. minder kopen.
2. meer kopen.

Wat is koopkracht?

1. Hoeveel geld je hebt.
2. De hoeveelheid producten en diensten die je kunt kopen.
3. De hoeveelheid goederen die je kunt kopen.
4. Hoeveel euro's je kunt uitgeven.

wat is de formule van het indexcijfer

1. ​basisjaar​​verslagjaar​​⋅100
2. ​verslagjaar​​basisjaar​​⋅100
3. ​verslagjaar​​basisjaar​​−100

Bij een indexcijfer is het basisjaar altijd

1. 100%
2. 1
3. 100

De prijs van een boek was in 2016 € 15,00 (basisjaar) en in 2017 € 15,30. Bereken het indexcijfer van 2017.
Wat is het indexcijfer?

1. 101
2. 102
3. 103
4. 104

Regels klassikaal werken

1. Werk de eerste periode (ik geef de tijd door) zelfstandig en in stilte (oortjes mogen in)

2. Na deze periode kun je rustig over de opdrachten overleggen met je buurman of buurvrouw.

3. Na de eerste periode kun je je vinger opsteken en mij je vraag stellen (als je buurman/buurvrouw je niet kan helpen)

4. Als je klaar bent ga je verder met de extra opdrachten.

Huiswerk: 

Alles wat je nog niet eerder gemaakt van opgave 1 tot en met 46.
Lees blz 39 tm 41

Lees Hoofdstuk 2.1

Extra oefenen (tip): maak alle vragen van blz 32 tm 35 

Einde les

Blijven zitten tot de bel gaat en op zijn vroegst pas 3 minuten voor tijd de tas rustig inpakken.

Blijven zitten tot ik toestemming geef om te gaan.

Verlaat het lokaal rustig zodat niemand last van jullie heeft.

Als ik vraag om naar mij te komen dan verwacht ik van je dat je dat doet.

Tot de volgende keer

Alvast een prettig weekend !