2HV week 23 SO en het wederkerend werkwoord

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

aujourd'hui

- lesdoel grammaire II: ik weet hoe de wederkerende werkwoorden gebruikt worden in een zin.

SO appr 1 2 3

Tijdens de toets: géén vragen stellen/géén ander tabblad openen, NIET PLAKKEN

Klaar? Ga in STILTE iets voor een ander vak doen. Een spelletje mag ook:)

ù: komma links naast 1, dan u

ú: komma links naast enter, dan u

Wat valt je op aan de zinnen op de volgende dia's?

Je me réveille à sept heures.

Je me douche à huit heures. 

Puis, je me maquille.

Et je m'amuse à l'ecole.

Wat viel je op bij de teksten?

Geef een voorbeeld van een wederkerend werkwoord in het Nederlands.

4.5 wederkerende werkwoorden

Deel 1: de tegenwoordige tijd 

video tot 2.25

4.5 wederkerende werkwoorden

Je me réveille à sept heures.              Ik word wakker om zeven uur.

Je me douche à huit heures.              Ik douche me om acht uur.

Puis, je me maquille.                               Ik maak me op.

Et je m'amuse à l'ecole.                          En ik amuseer me op school.

Wederkerend voornaamwoord: in het NE achter de persoonsvorm, in het FA ervoor.

se doucher - zich douchen

je me douche 

tu te douches

il, elle, on se douche

nous nous douchons

vous vous douchez

ils, elles se douchent

Typ nu zelf het hele rijtje van se laver
(je tu il/elle/on nous vous ils/elles)

appr 5: ww alleen F-N leren

Kies de juiste vertaling.
Elle se lave.

1. Zij wast zich.
2. Wij wassen ons.

Kies de juiste vertaling.
Tu te laves.

1. Ik was me.
2. Jij wast je.

Kies het juiste wederkerend voornaamwoord.
Je __ douche à 6 heures.

1. me
2. te

Kies het juiste wederkerend voornaamwoord.
Vous ___ amusez au cinéma.

1. nous
2. vous

Kies het werkwoor dat past.
Il ___ en noir.

1. s'habille
2. s'amuse

Vul de juiste vorm in (t.t.).
Vous ___ à quelle heure? (se doucher)

Zelfstandig werken:

Klik op de link in Learnbeat wk 23 om te oefenen met de wederkerende werkwoorden op -er.

Noteer ook je huiswerk voor volgende week.

deel II

4.5 wederkerende werkwoorden

Deel 2: de voltooide tijd 

vanaf 2.24

Je me suis amusé      Ik heb me geamuseerd

se doucher - zich douchen

je me suis douché

tu t'es douché

il, on s'est douché

elle s'est douchée

nous nous sommes douchés

vous vous êtes douché(s)

ils, elles se sont douchés

elles se sont douchées

Ik heb me gedoucht.

1. Je m'ai douché.
2. Je me douche.
3. Je me suis douché.

Zij heeft zich vergist.

1. Elle s'est trompé.
2. Elle se trompe.
3. Elle s'est trompée.
4. Elle s'a trompée.

Let op: voltooide tijd. Kies de juiste vorm.
Je ___ couché a 23:30 h.

1. me suis
2. t'es

Let op: voltooide tijd. Kies de juiste vorm.
Il ___ trompé.

1. s'est
2. se sont

4.5 wederkerende werkwoorden

Maak de opdracht die klaarstaat in Learnbeat

Des questions?