5.6

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 5.6
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 5.6
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je boek en schrift van Nederlands op tafel. Open je boek op blz. 218.

Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel 
Aan het eind van deze les:
- kun je het voorzetsel in een zin herkennen en benoemen. 


Slide 3 - Tekstslide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig opdracht 13 t/m 16 op blz. 218 t/m 220.
Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Namen lln

Slide 4 - Tekstslide

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn voorzetsels?
A
De, het, een
B
Op, voor, achter, naast

Slide 6 - Quizvraag

Wat is in deze zin het voorzetsel?

De hond slaapt op de tafel
A
De
B
slaapt
C
De tafel
D
op

Slide 7 - Quizvraag

Wat is in deze zin het voorzetsel?

Juf Eva zit onder het bureau.
A
Juf Eva
B
het bureau
C
onder
D
het

Slide 8 - Quizvraag

Wie maakt wat?
Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 13 t/m 16 (-15) op blz. 218 t/m 220.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 9 - Tekstslide

4. Instructie
Lees mee op de volgende dia. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat zijn de twee voorzetsels uit deze zin:
Mijn moeder bracht mij met de fiets naar het station.

Slide 13 - Open vraag

Wat zijn de twee voorzetsels uit deze zin:
Voor de bakker staat een fiets op de stoep.

Slide 14 - Open vraag

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Namen lln, jullie maken zelfstandig opdracht 13 t/m 16 (-15) op 
blz. 218 t/m 220. 

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Namen lln of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 13 zin 1 t/m 3.

Slide 15 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je maakt nu zelfstandig:
V: les 5.6, blz. 218 t/m 220, opdr. 13 t/m 16 --> Niemand
B: les 5.6, blz. 218 t/m 220, opdr. 13 t/m 16 (-15) --> namen lln
I: les 5.6, blz. 218 t/m 220, opdr. 13 t/m 16 (-15) --> namen lln 

Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna ga je in stilte lezen of een woordzoeker maken. 
timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide

7. Evaluatie
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 




Slide 17 - Tekstslide

Wat is het voorzetsel in de zin?

'Hij liep hard tegen de tafelpunt aan.'
A
hard
B
tafelpunt
C
er staat geen voorzetsel in de zin
D
tegen

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het voorzetsel in de zin?

'Ik verstopte me onder de tafel.'
A
onder
B
tafel
C
er staat geen voorzetsel in de zin
D
verstopte

Slide 19 - Quizvraag

Het voorzetsel.....
Kan ik benoemen in een zin.
Kan ik waarschijnlijk benoemen, ik oefen nog wat.
Begrijp ik nog niet. Ik wil meer uitleg.

Slide 20 - Poll

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk
...dag .. maand
5.6 opdracht 13 t/m 16 (-15)

Toetsen: 
...
...

Slide 21 - Tekstslide

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................

Slide 22 - Tekstslide