2.8 Test Jezelf komma's en spelling ww in tt

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

2.8 Test Jezelf voorbereiding 

komma's en 

werkwoordspelling

Lesopbouw

- herhaling komma's 

- herhaling werkwoordspelling 

- test jezelf 2.8

Wanneer gebruiken we een punt in de zin?

Wanneer gebruiken we een uitroepteken in de zin?

Wanneer gebruiken we een vraagteken in de zin?

Instructie komma

• De komma is een leesteken dat IN een zin staat. 
• De komma is een korte pauze in een zin. 

Wanneer gebruik je een komma?

1. Tussen de delen van een opsomming: op tafel liggen mijn boeken, telefoon, sleutels, pen en mijn agenda.

2. Voor woorden zoals want, maar en omdat: Ik vind wiskunde leuk, omdat we een aardige leraar hebben.

3. Tussen twee persoonsvormen: Als je je huiswerk maakt, kun je beter geen muziek aan hebben.

Plaats in de volgende zin komma's:
Op tafel liggen mijn boeken mijn mobiele telefoon en mijn sleutels.

Plaats in de volgende zin komma's:
Ik vind wiskunde leuk want we hebben een grappige leraar.

Plaats in de volgende zin komma's:
Als je je huiswerk maakt kun je beter geen muziek aan hebben.

Een komma staat vaak aan het einde van een zin.

1. Waar
2. Niet waar

Werkwoordspelling in de tt

Hoe schrijf je het werkwoord in de volgende zin:
(lopen) … jij zelf naar huis?

1. loop
2. loopt

Hoe schrijf je het werkwoord in de volgende zin: (worden)
… jij later een beroemde zanger?

1. word
2. wordt

Hoe schrijf je het werkwoord in de volgende zin:
(worden) … je moeder snel boos?

1. word
2. wordt

Aan de slag!

Maak 2.8 Test Jezelf.

Klaar? Zeg het even. Dan kijk ik mee hoe het is gegaan!