Kijken en luisteren les 2

 Luisteren
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

 Luisteren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten vragen
  1. begripsvragen
  2. interpretatievragen
  3. evaluatievragen
  4. opzoekvragen
  5. samenvattingsvragen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begripsvragen
  1. Komen vaakst voor
  2. Antwoord is uit de tekst te herleiden

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interpretatievragen
  1. Verplaatsen in de spreker/schrijver
  2. Conclusie trekken
  3. Wat zou de spreker/schrijver hiermee bedoelen?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatievragen
  1. Wat is het doel van de tekst?
  2. Wat is de doelgroep van de tekst?
  3. Wat is de samenhang in de tekst?
  4. Is de argumentatie aanvaardbaar of niet? En waarom?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opzoekvragen
  1. Is de bron betrouwbaar?
  2. Gegevens van schema's, grafieken, etc. kunnen weergeven.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvattingsvragen
  1. Wat is de beste samenvatting van de tekst?
  2. Wat hoort niet in de samenvatting thuis?
    (nieuwe gegevens, voorbeelden, details, ...)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luisterstrategiën

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Start ...
... altijd met het beluisteren van het gehele fragment
  • tekstsoort
  • tekstdoel
  • onderwerp/hoofdgedachte (beter begrip van context)
  • je hebt ook het einde gehoord
  • je onthoud informatie beter dan stukjes te lezen
  • en je weet onderdelen terug te vinden

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luisterstrategieën









Tip: LEES OP JE EXAMEN ALTIJD EERST DE VRAAG. GA DAN PAS LEZEN OF LUISTEREN.
Dan weet je waar je goed naar moet luisteren!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkennend luisteren
  1. Wat is de bron?
  2. Wat is de titel van het stuk?
  3. Luister naar de intro of de aankondiging.
  4. Hoe is de toon van de tekst?
  5. Hoe is het taalgebruik?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Globaal luisteren
  1. Wat is de rode draad?
  2. Niet op de details letten.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gericht luisteren
  1. Voor een antwoord op een specifieke vraag.
  2. Let op een bepaalde term of naam.
  3. Luister of bekijk een fragment nogmaals.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intensief luisteren
  1. Alle informatie is belangrijk.
  2. In geval van een examen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees-/luistermanieren
Verkennend lezen
Globaal lezen
Intensief lezen
Kritisch lezen
Zoekend lezen

Oriënterend luisteren
Intensief luisteren
Kritisch luisteren
Strategieën: kunnen altijd!

  1. Voorkennis activeren
  2. Voorspellen
  3. Vragen stellen
  4. Visualiseren

De 4 v's! 

Slide 15 - Tekstslide

TERUGBLIK
Tips bij luister/kijk-fragmenten
  • Luister gericht door eerst de vragen te lezen en daarna het fragment te beluisteren.
  • Pauzeer het fragment om een vraag te beantwoorden 
  • Let op signaalwoorden: deze geven een verband aan
  • Let goed op het beeld: dit kan extra informatie bevatten of iets duidelijker maken.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Start luisterfragment

Je luistert eerst naar het gehele fragment.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

17

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:33
Waarmee onderbouwt Arjan Lubach zijn inleiding?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

01:09
Arjan Lubach noemt twee beroepen waarin deze leerlingen straks gaan werken. Welke signaalwoorden gebruikt hij daarbij?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

01:19
Noem twee gevolgen uit het fragment van het niet of slecht kunnen lezen?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

01:27
Welke drogreden gebruikt Arjan Lubach hier.
A
generalisatie
B
beroep op autoriteit
C
cirkelredenatie
D
bespelen van het publiek

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:04
Wat is de functie van het voorbeeld over de schrijver 'Kluun'
A
shockeren van het publiek
B
voorbeeld geven
C
oorzaak-gevolg aangeven
D
amuseren van het publiek

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

03:50
Wat is de kleur van de kleding van het onderwerp dat Arjan Lubach aankaart?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

04:59
Arjan Lubach laat een boek zien en vervolgens een filmpje. Van welk verband maakt hij hier gebruik?
A
oorzaak-gevolg
B
voorbeelden
C
kenmerken
D
voor- en nadelen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

05:13
Van welke drogreden maakt Arjan Lubach hier gebruik?
A
autoriteit
B
generalisatie
C
cirkelredenatie
D
bespelen van publiek

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

05:28
Begrijpend lezen
Gaat over het begrijpen van geschreven taal.
Het gaat om het begrijpen, om het snappen, het bevatten, het doorhebben, het inleven, dus dat je het goed kan volgen. Begrijpen is het tegenovergestelde van onbegrip en misverstand.
Kern van begrijpend lezen: het aanbrengen van samenhang in een tekst door het leggen van verbanden tussen stukjes informatie uit de tekst en de achtergrondkennis van de lezer.
Lezer begrijpt de tekst, dan levert dit de lezer ook weer nieuwe kennis op.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

05:28
Begrijpend lezen

Slide 29 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

06:02
meningen en argumenten
Een mening wordt onderbouwd door één of meer argumenten. Deze argumenten kunnen een aantal gezamenlijke kenmerken hebben. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

07:30
Wat wordt met de zin
'Wie meer leest, ook beter wordt ook beter in taal' eigenlijk bedoeld?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

09:03
Arjan Lubach vergelijkt hier de initiatieven om tot lezen te komen met de voedselbank. Hoe noem je dit verband?
A
voorbeeld
B
oorzaak-gevolg
C
overeenkomst
D
voor- en nadeel

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

09:44
Geef in maximaal tien woorden weer wat Arjan Lubach van signaalwoorden vindt.

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

10:40
Van welke drogreden is hier sprake?
A
beroep op autoriteit
B
verkeerde vergelijking
C
generalisatie
D
bespelen van het publiek

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

11:48
Wat betekent proportioneel niet?
A
gelijkmatig
B
evenredig
C
naar verhouding
D
buitensporig

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

13:42
Hoe zijn jullie aan het lezen te krijgen?

Slide 36 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies