quiz economische kringloop

OV1 Economische kringloop
Berekeningen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 5

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

OV1 Economische kringloop
Berekeningen

Slide 1 - Tekstslide

Welke identiteit geeft het particuliere spaarsaldo weer?
A
(S-I) + (B-O)
B
E-M
C
(S-I) -(B-O)
D
S-I

Slide 2 - Quizvraag

Waar staat de C voor in de economische kringloop
A
consumptie
B
consument
C
cultuur
D
centraal

Slide 3 - Quizvraag

Van een economische kringloop met bedrijven, gezinnen, overheid en buitenland bedraagt: - saldo buitenland +50 miljard
- saldo overheid -80 miljard
- investeringen van bedrijven 120 miljard

Hoeveel zijn de besparingen van gezinnen?
A
10 miljard
B
90 miljard
C
170 miljard
D
250 miljard

Slide 4 - Quizvraag

In de economische kringloop verdienen we geld aan het buitenland door:
A
Y
B
I
C
X
D
M

Slide 5 - Quizvraag

In de economische kringloop geven gezinnen geld uit aan:
A
Consumptie, belasting en sparen
B
Consumptie en belasting
C
Consumptie, sparen en investeren
D
Consumptie, export en import

Slide 6 - Quizvraag

In de economische kringloop staat deze letter voor inkomen van gezinnen:
A
Y
B
I
C
E
D
M

Slide 7 - Quizvraag

Met welke letter en/of lettercombinaties kun je het nationaal spaarsaldo aflezen?
A
c-d
B
g-i-j
C
j-i
D
g

Slide 8 - Quizvraag

Het particulier spaarsaldo bedraagt
A
1
B
9
C
8
D
-1

Slide 9 - Quizvraag

Het nationaal spaarsaldo bedraagt
A
0
B
6
C
12
D
-1

Slide 10 - Quizvraag

In de economische kringloop staat het symbool I voor de:
A
Import
B
Indirecte belastingen
C
Sparen
D
Investeringen

Slide 11 - Quizvraag