les 48 betoog

les 48
betoog 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

les 48
betoog 

Slide 1 - Tekstslide

Hallo 2Vd
Pak je spullen alvast (leesboek) en Nieuw Nederlands + schrift. Ga zitten volgens het klassenschema.
timer
10:00
Wat gaan we doen vandaag?
  • 10 min lezen (Stiefkind) p. 44
  • uitleg betoog
  • bekijken toets

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog?
timer
2:00
1. Welke zin is beter en waarom?
1. Tim heeft een waakzame en een hele grote hond.
2. Tim heeft een waakzame hond die heel groot is.
2. Kan je onderstaande krantenkop verbeteren?

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel

- je weet wat een betoog is

- je weet hoe je een betoog moet houden (vorm, opbouw)

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het doel van de schrijver?

Teksten zonder mening

- Informatieve tekst: informatie geven

- Instructieve/instruerende tekst: hoe moet je een instructie gebruiken?


Teksten met een mening

- Betogende tekst: overtuigen

- Beschouwende tekst: aan het denken zetten over een bepaalde kwestie, verschillende kanten worden belicht



Slide 5 - Tekstslide

Ingezonden brief in een krant is vaak een betoog
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

In een betoog probeert de schrijver je te overtuigen van zijn gelijk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Betoog:

Met een betoog wil je het publiek overtuigen van jouw mening in een vorm van een standpunt

Je onderbouwt je mening met argumenten. Deze argumenten ondersteun je met uitleg of voorbeelden

Je betoog wordt sterker als je ook tegenargumenten weerlegt

In het slot vat je de argumenten kort samen en herhaal je je standpunt

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld stelling:

De regering moet de scholen gesloten houden.


Slide 9 - Tekstslide

Noem minimaal 2 argumenten voor:

Slide 10 - Open vraag

Noem minimaal een argument tegen:

Slide 11 - Open vraag

Conclusie:

- maak een afweging tussen de argumenten voor en tegen

- herhaal je standpunt

Slide 12 - Tekstslide

Kenmerken betoog:
Tekstdoel= overtuigen.
Schrijver geeft aan of hij het eens of oneens is met de stelling.
Betoog schrijf je naar aanleiding van een stelling. De stelling moet duidelijk worden in de inleiding. Ook je korte mening.
Een stelling is een zin waarover je van mening kunt verschillen.
In een betoog geef je in het midden aan waarom je het eens of oneens bent met de stelling.

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld van een inleiding
Elke leerling moet op de middelbare school verplicht 2 uur per week in een leesboek lezen. 

Ieder leerling heeft weleens dat hij een tekst niet begrijpt
of dat dat hij een woord niet snapt. Heel veel kinderen die boeken lezen, leren telkens om een tekst te begrijpen, en om nieuwe woorden te leren. Ik vind het een goed idee dat leerlingen op de middelbare school genoeg uren per week lezen, want veel leerlingen begrijpen teksten niet goed, en door een paar uur per week te lezen kunnen ze teksten veel beter begrijpen.

Slide 14 - Tekstslide

Een stelling:
  • is een zin waarover je van mening   kunt verschillen.
  • is niet te lang.
  • bevat geen ontkenning.

Slide 15 - Tekstslide

Argumenten:
  • zijn redenen voor je mening.
  • je ondersteunt ze met voorbeelden.

Slide 16 - Tekstslide

  • Tekstdoel van een betoog is overtuigen.
  • Je schrijft een betoog naar aanleiding van een stelling.
  • Over een stelling kun je van mening verschillen.   
  • Om je mening duidelijk te maken, gebruik je argumenten   of redenen.
  • Bij elk argument geef je voorbeelden.
Samengevat

Slide 17 - Tekstslide

Indeling betoog:

inleiding met stelling en korte mening.
alinea 2- eerste argument met uitleg.
alinea 3- tweede argument met uitleg.
alinea 3- derde argument met uitleg.
slot- je vat je argumenten kort samen en geeft een afsluitende zin.

Slide 18 - Tekstslide

Zelf oefenen
Cursus 6 Formuleren §5 en §6
Wat: Opdracht 2 en 3 p. 247
Hoe:  Individueel en met je buur.
Hulp: Theorie uit je boek, docent.
Tijd: 15 min.
Uitkomst: Geoefend met de verschillende tips die helpen om een goede tekst te schrijven (synoniemen, opbouw, zinslengte, zinsverbanden etc.)
Klaar?
Lezen in je leesboek
of huiswerk
timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide

Lesdoel

- je weet wat een betoog is

- je weet hoe je een betoog moet houden (vorm, opbouw)

Slide 20 - Tekstslide

Fijne dag!
Ruim rustig je spullen op en blijf zitten tot de bel gaat

Slide 21 - Tekstslide