VDBN HW

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 2 - blz. 85

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het meest gezochte / gezochtte boek in de bibliotheek?

A
gezochte
B
gezochtte

Slide 3 - Quizvraag

Tims gescheidden / gescheiden ouders wonen vlak bij elkaar.

A
gescheidden
B
gescheiden

Slide 4 - Quizvraag

Savanna bestede / besteedde veel aandacht aan haar make-up.

A
bestede
B
besteedde

Slide 5 - Quizvraag

Medina’s lievelingseten is lamsfilet met geplete / geplette peper.

A
geplete
B
geplette

Slide 6 - Quizvraag

Jelle was tevreden over de gebode / geboden service bij de kapper.

A
gebode
B
geboden

Slide 7 - Quizvraag

De jury van de bakwedstrijd proefde alle bereidde / bereide taarten.

A
bereidde
B
bereide

Slide 8 - Quizvraag

Opdracht 3 - blz. 85

Slide 9 - Tekstslide

De (mopperen) bakker haalde de (verbranden) cake uit de oven.

A
mopperde, verbrande
B
mopperde, verbrandde
C
mopperende, verbrande
D
mopperende, verbrandde

Slide 10 - Quizvraag

Eyal gaf een (persen) sinaasappel aan het (snotteren) kind.

A
geperste, snotterend
B
geperste, snotterende
C
geperstte, snotterend
D
geperstte, snotterende

Slide 11 - Quizvraag

De jury sprak (troosten) woorden tegen de (teleurstellen) verliezer.

A
troostend, teleurgestelde
B
troostende, teleurgestelde
C
troostend, geteleurstelde
D
troostende, geteleurstelde

Slide 12 - Quizvraag

De dj liet de (feesten) mensen dansen op speciaal (uitkiezen) muziek.
A
feestende, uitgekozen
B
feestende, uitkiezende
C
gefeeste, uitgekozen
D
gefeeste, uitkiezende

Slide 13 - Quizvraag

De (verloten) prijs viel in de smaak bij mijn blij (verrassen) oma.

A
verlote, verraste
B
verlote, verrastte
C
verloten, verraste
D
verloten, verraste

Slide 14 - Quizvraag

Vers (branden) pinda’s zijn een heerlijk (smaken) tussendoortje.

A
brandende, smakend
B
gebrande, smakend
C
brandende, smakende
D
gebrande, smakende

Slide 15 - Quizvraag