- Ik kan de pv, het wg, ow en lv vinden in een zin
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Welke uitspraak over de persoonsvorm is waar? I. Je vindt het onderwerp door de vraag te stellen: 'Wie/wat?' II. De persoonsvorm hoort niet bij het werkwoordelijk gezegde (wg).
A
Alleen zin I is juist
B
Alleen zin II is juist
C
Beide zinnen zijn juist
D
Beide zinnen zijn onjuist
Slide 3 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
'In het voorjaar kochten de toeristen een bosje tulpen.'
A
In het voorjaar
B
kochten
C
de toeristen
D
een bosje tulpen
Slide 4 - Quizvraag
De woorden in grote letters vormen samen één compleet zinsdeel? 'Mijn vader bakt DE LEKKERSTE APPELTAARTEN van de wereld.'
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
'Vandaag maak ik eindelijk mijn presentatie af.'
In deze zin is 'maak' het werkwoordelijk gezegde.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het onderwerp?
gekeken.
Het onderwerp
We
hebben
vanavond
een serie
Slide 7 - Sleepvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
gekeken.
Het werkwoordelijk gezegde
We
hebben
vanavond
een serie
Slide 8 - Sleepvraag
Wat is het lijdend voorwerp?
gekeken.
Het lijdend voorwerp
We
hebben
vanavond
een serie
Slide 9 - Sleepvraag
Wat is het lijdend voorwerp?
altijd
Het lijdend voorwerp
Waar
zet
jij
jouw racefiets
neer?
Slide 10 - Sleepvraag
Welke uitspraak over het lijdend voorwerp is juist?
A
Het LV begint altijd met een voorzetsel
B
Het lijdend voorwerp van een zin is altijd een levend wezen: een mens of een dier.
C
Het lijdend voorwerp van een zin kun je vinden met de vraag
‘Wat (of Wie) +WG + onderwerp?’
D
In elke zin komt een lijdend voorwerp voor.
Slide 11 - Quizvraag
Noteer de persoonsvorm (pv), het werkwoordelijk gezegde (wg), het onderwerp (ow) en het lijdend voorwerp (lv) van de volgende zin:
Tom mocht van zijn moeder schoenen met stalen neuzen kopen.
Slide 12 - Open vraag
Hoe vind je grammatica zinsdelen tot nu toe?
A
Makkelijk
B
Te doen
C
Soms moeilijk (bepaalde zinsdelen)
D
Moeilijk
Slide 13 - Quizvraag
En nu...
- Bekijk het uitlegfilmpje van grammatica lijdend voorwerp hoofdstuk 3
- Maak online de opdrachten van grammatica lijdend voorwerp hoofdstuk 3