Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H3 Grammatica Zinsdelen - LV
Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we deze les doen?
Wat weet je nog?
Uitleg Grammatica Zinsdelen H3
Zelf aan de slag!
Slide 2 - Tekstslide
Voor we starten....
Noteer eerst het huiswerk in jouw Plenda.
Maandag 6 december:
Gram. Zinsdelen H2 (blz. 58): opdr. 1 t/m 4
Gram. Zinsdelen H3 (blz. 88): opdr. 1 t/m 4
Vrijdag 17 december:
Toets Gram. Zinsdelen H1-6
Slide 3 - Tekstslide
Doelen van de les:
Ik kan het lijdend voorwerp in een zin vinden.
Ik kan zinnen met een lijdend voorwerp maken.
Slide 4 - Tekstslide
Inmiddels heb geleerd om de zin in zinsdelen te verdelen. Ook kun je de persoonsvorm, het onderwerp en het werkwoordelijk gezegde in de zin vinden.
De volgende opdrachten zijn om deze zinsdelen te herhalen/op te frissen.
Slide 5 - Tekstslide
Welke uitspraak over de persoonsvorm is waar?
I. Je vindt het onderwerp door de vraag te stellen: 'Wie/wat?'
II. De persoonsvorm hoort niet bij het werkwoordelijk gezegde (wg).
A
Alleen zin I is juist
B
Alleen zin II is juist
C
Beide zinnen zijn juist
D
Beide zinnen zijn onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
'In het voorjaar kochten de toeristen een bosje tulpen.'
A
In het voorjaar
B
kochten
C
de toeristen
D
een bosje tulpen
Slide 7 - Quizvraag
De woorden in grote letters vormen samen één compleet zinsdeel?
'Mijn vader bakt DE LEKKERSTE APPELTAARTEN van de wereld.'
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
'Vandaag maak ik eindelijk mijn presentatie af.'
In deze zin is 'maak' het werkwoordelijk gezegde.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde (wg) in de volgende zin:
Ondanks de tegenvaller zou je niet zo teleurgesteld moeten zijn.
Slide 10 - Open vraag
Wat weet je nog van het lijdend voorwerp?
Slide 11 - Woordweb
Grammatica Zinsdelen H3 - H
et lijdend voorwerp
Naast de persoonsvorm (pv), het onderwerp (ow) en het werkwoordelijk gezegde (wg) kan een zin een
lijdend voorwerp (lv)
bevatten.
LET OP: Niet in elke zin zit een lijdend voorwerp!
In het kort: Het lijdend voorwerp kun je vinden met de vraag:
'Wat/wie + werkwoordelijk gezegde + onderwerp?'
Slide 12 - Tekstslide
Grammatica Zinsdelen H3 -
Het lijdend voorwerp
Hoe vind je het
lijdend voorwerp
?
Je zoekt de persoonsvorm.
Vervolgens zoek je het onderwerp (Wie/Wat + pv?)
Je noteert het werkwoordelijk gezegde
-> Stel de vraag:
Wat/wie + werkwoordelijk gezegde + onderwerp?
Het antwoord op deze vraag is het lijdend voorwerp.
Slide 13 - Tekstslide
Wat is het onderwerp?
gekeken.
Het onderwerp
We
hebben
vanavond
een serie
Slide 14 - Sleepvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
gekeken.
Het werkwoordelijk gezegde
We
hebben
vanavond
een serie
Slide 15 - Sleepvraag
Wat is het lijdend voorwerp?
gekeken.
Het lijdend voorwerp
We
hebben
vanavond
een serie
Slide 16 - Sleepvraag
Wat is het lijdend voorwerp?
altijd
Het lijdend voorwerp
Waar
zet
jij
jouw racefiets
neer?
Slide 17 - Sleepvraag
Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin:
'Mijn moeder zit een skypegesprek te voeren met haar zus in Spanje.'
A
mijn moeder
B
een skypegesprek
C
met haar zus
D
met haar zus in Spanje
Slide 18 - Quizvraag
Grammatica Zinsdelen H3 - Het lijdend voorwerp
KORTOM:
Het lijdend voorwerp kun je vinden met de vraag:
'Wat/wie + werkwoordelijk gezegde + onderwerp?'
Let op
: het lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel (aan, achter, bij in, langs, met, naast, onder, op, over, voor enz.)
Slide 19 - Tekstslide
Ik kan het lijdend voorwerp in een zin vinden.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 20 - Poll
Aan de slag!
Maak H3 Gram. Zinsdelen (blz. 88/89): opdr. 1 t/m 4.
Je mag dit samen doen, maar overleg
zachtjes
.
Klaar?
Maak de extra opdracht (5), NN Online: Trainen H1/H2/H3 of ga lezen in je leesboek.
Slide 21 - Tekstslide
Noteer de persoonsvorm (pv), het onderwerp (ow),
het werkwoordelijk gezegde (wg) en het lijdend voorwerp (lv) van de volgende zin:
Helaas zal Jinthe haar verjaardagsfeest voorlopig moeten uitstellen.
Slide 22 - Open vraag
Wat is het lijdend voorwerp in onderstaande zin?
Na de overwinning schaatste Sven een ererondje.
A
Na de overwinning
B
schaatste
C
Sven
D
een ererondje.
Slide 23 - Quizvraag
Leerdoelen
Ik kan het lijdend voorwerp in een zin vinden.
Slide 24 - Tekstslide
Huiswerk
Maandag 6 december:
Gram. Zinsdelen H2 (blz. 58): opdr. 1 t/m 4
Gram. Zinsdelen H3 (blz. 88): opdr. 1 t/m 4
Vrijdag 17 december:
Toets Gram. Zinsdelen H1-6
Slide 25 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Les 5 (21 september 2024)
September 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Herhalen Grammatica Zinsdelen 1VWO
Oktober 2022
- Les met
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
H3 Grammatica Zinsdelen
Februari 2021
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
H5 Grammatica Zinsdelen - MV
November 2021
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Klas 1B: Taalverzorging: Herhaling zinsdelen
Februari 2022
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
H3 Grammatica Zinsdelen
Januari 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
NN6 HV2 - H3: WG of NG? (2)
November 2022
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H3 Grammatica Zinsdelen
Juni 2023
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1