thema geldzaken

thema geldzaken
4 havo
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

thema geldzaken
4 havo

Slide 1 - Tekstslide

Primair inkomen
Overdrachtsinkomen
Primair inkomen
Rente op spaargeld
Salaris van Comenius
Huurtoeslag

Slide 2 - Sleepvraag

Bereken het CPI

Slide 3 - Open vraag

Een verzekering sluit je af wanneer de                                een te groot risico is. Met het betalen van een                              neemt de
                             dit risico over. Als meer mensen zich verzekeren, dan spreid je namelijk het risico. Door het risico te spreiden is er                                    met degene die pech hebben dat bijvoorbeeld hun brommer                                 oploopt.

solidariteit
schade
verzekeringsmaatschappij
premie
kans op schade
polis
risico aversie
eigen risico

Slide 4 - Sleepvraag

Stelsel van Sociale Zekerheid
Sociale Verzekeringen
Sociale Voorzieningen
Volksverzekeringen
Werknemersverzekeringen

Slide 5 - Sleepvraag

Patatprijs
2016 - €3,10 - indexcijfer 100
2017 - €3,00 - indexcijfer ?
Bereken het indexcijfer van 2017

Slide 6 - Open vraag

Bij procentpunten maken we gebruik van
A
Relatieve getallen
B
Absolute getallen

Slide 7 - Quizvraag

Nominale inkomen: 1%
Inflatie: 12%
Reeël inkomen?
Reeël inkomen: 2%
Inflatie: 3%
Nominaal inkomen?
Nominaal inkomen: 3%
Reeël inkomen: 2%
Inflatie?
Nominaal inkomen: 2%
Reeël inkomen: 3%
Inflatie?
– 1%
5%
– 11%
1%

Slide 8 - Sleepvraag

Het oplossen van averechtse selectie kan door
A
een eigen risico instellen & bonus-malus systeem
B
een eigen risico instellen & collectief verzekeren
C
collectief verzekeren & verplicht verzekeren
D
bonus-malus systeem & verplicht verzekeren

Slide 9 - Quizvraag

Door hyperinflatie .......
A
daalt de nominale waarde van geld
B
stijgt de nominale waarde van geld
C
daalt de reele waarde van geld
D
stijgt de reele waarde van geld

Slide 10 - Quizvraag

Primair inkomen
Loonheffing
uitkeringen en toeslagen
secundair inkomen
+
-

Slide 11 - Sleepvraag

bij het bonus/ malus systeem..
A
betalen goede en slechte risico's evenveel premie
B
hangt je premie af van schadevrije jaren
C
krijgen slechte risico's korting op hun premie
D
hanteren ze niet een vorm van premiedifferentiatie

Slide 12 - Quizvraag

de koopkracht neemt toe
de koopkracht neemt af
het loonindexcijfer is 102. Het CPI is 103

Slide 13 - Sleepvraag

Omdat risicoselectie bij de zorgverzekering onwenselijk is, hebben alle zorgverzekeraars een acceptatieplicht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Spaarrekening
Spaardeposito
Vaste rente
Variabele rente
Rente over rente
Geld staat vast
Enkelvoudige rente
Samengestelde rente

Slide 15 - Sleepvraag

Tijdens de levensloop heb je te maken met ruilen over de tijd. Wat is een voorbeeld van ruilen over de tijd?
A
het kopen van schaarse goederen
B
Studeren
C
belasting betalen
D
het krijgen van een AOW uitkering

Slide 16 - Quizvraag

De AOW is een voorbeeld van ruilen over tijd.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

€ 4.000 aan 1,2 % rente
Bereken de samengestelde rente na 4 jaar

Slide 18 - Open vraag

Welke uitleg over rente is waar?
Kies het juiste antwoord.
A
Rente is een vergoeding die je krijgt van de bank over jouw spaargeld.
B
Rente betaal je over de aankoop van producten.
C
Rente krijg je van je ouders over jouw spaargeld.

Slide 19 - Quizvraag

Wat is risico-aversie?
A
Het opzoeken van risico's
B
Verzekeren
C
Sparen
D
Het vermijden van risico's

Slide 20 - Quizvraag

Opdracht 12: Sleep de begrippen in de juiste plek van de tekst.
- Een algemene prijsstijging van goederen en diensten.
- De hoeveelheid goederen en diensten
die je met je inkomen kunt kopen.
- Het inkomen dat je in euro's verdient.
- De lonen stijgen net zo veel als de prijzen.
- Je inkomen waarbij je rekening houdt met de inflatie.
- Een algemene prijsdaling van goederen en diensten.
- De Nederlandse overheid probeert
de inflatie rond de 2% te houden.
.............................
.............................
.............................
.............................
.............................
.............................
.............................
inflatie
prijsstabiliteit
Nominaal inkomen
koopkracht
Reëel inkomen
prijscompensatie
deflatie

Slide 21 - Sleepvraag

Wat is Moral Hazard?
A
een rare gewoonte
B
Een moreel dilemma
C
Je pleegt verzekeringsfraude
D
verzekerde wordt minder voorzichtig

Slide 22 - Quizvraag