In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Thema 5: Regeling
Basisstof 1: Homeostase en regelkringen
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Herhaling
Uitleg voor wie dat nodig heeft
Aan het werk!
Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik:
Beschrijven hoe regelkringen een rol spelen bij het handhaven van de homeostase bij de mens.
Slide 3 - Tekstslide
Gegeven zijn 4 eilanden: P: dichtbij en groot; Q: dichtbij en klein; R: veraf en groot; S: veraf en klein. Met welke letters in de grafiek komen P, Q, R en S overeen?
Slide 4 - Open vraag
Gegeven zijn 4 eilanden: P: dichtbij en groot; Q: dichtbij en klein; R: veraf en groot; S: veraf en klein. Met welke letters in de grafiek komen P, Q, R en S overeen?
Slide 5 - Open vraag
Gegeven zijn 4 eilanden: P: dichtbij en groot; Q: dichtbij en klein; R: veraf en groot; S: veraf en klein. Met welke letters in de grafiek komen P, Q, R en S overeen?
Slide 6 - Open vraag
Inwendig milieu
Inwendig milieu: weefselvloeistof en bloedplasma
Uitwendig milieu: al het andere dan weefselvloeistof en bloedplasma
Slide 7 - Tekstslide
Homeostase
Je lichaam handhaaft veel factoren rondom een normwaarde (zuurstofgehalte/glucose/temperatuur).
De lichaamstemperatuur schommelt hier omheen: een dynamisch evenwicht.
Dit wordt in stand gehouden door een regelkring.
Het in stand houden van het dynamisch evenwicht noem je homeostase.
Slide 8 - Tekstslide
Regelkringen
Bij een regelkring is sprake van negatieve en positieve terugkoppeling.
Negatieve terugkoppeling: een afname van het resultaat veroorzaakt een stimulering van het proces.
Positieve terugkoppeling: een toename van het resultaat versterkt ook het proces.
Slide 9 - Tekstslide
Welke namen horen er bij de letters A, B en C? (Tip: Binas 89C)
Slide 10 - Tekstslide
Noteer in de rondjes bij de pijlen een + als het hormoon stimuleert, en - als het hormoon remt.
Slide 11 - Tekstslide
Aan het werk!
Wat: Basisstof 1 van Thema 5
Hoe: Tweetallen, fluisteren of voor jezelf
Tijd: 15 minuten
Hulp: Raadpleeg je boek/buur en steek anders je vinger op
Klaar: Maak de afrondingsopdrachten van de skill (zie elo)