1 a Bijvoorbeeld: Hun ouders hebben weinig inkomen en kunnen het niet missen. Of hun ouders betalen als ze iets nodig hebben.
b Bijvoorbeeld: Ze werken en kopen van hun loon zelf kleding. Of hun ouders betalen hun kleding.
c € 147 – € 112 = € 35
d € 35 ÷ € 112 × 100% = 31,3%
2 a Het geld dat verdiend wordt met een bijbaantje of vakantiewerk.
b Zakgeld en kleedgeld zijn secundaire inkomens. Het geld is door de ouders verdiend en door hen overgedragen aan hun kinderen.
3 a 1 Werken
2 Iets beschikbaar stellen voor gebruik door een ander, bijvoorbeeld een huis.
3 Geld beschikbaar stellen dat een ander (tijdelijk) mag gebruiken.
b Winst is het inkomen uit je eigen bedrijf. Het is inkomen uit arbeid als je zelf in je bedrijf werkt en inkomen uit bezit omdat je geld in je bedrijf hebt geïnvesteerd.