5.1 deel VII - Onderzoek & Poster

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Regels van orde

1e keer:  Waarschuwing --> Maximaal 2 namen op het bord

2e keer: Kleine schrijfopdracht in kabinet --> Max. 2 keer

3e keer: Eruit, naar Loket 21 + werkinhaaluur

Nooit! 

Oordopjes in 
Gooien + Rotzooi maken + Klooien
Eten/drinken 

Mutsen op / Jassen aan / Tassen op tafel  

Pak a.j.b. je spullen:

Vandaag

Presenteren afmaken & Start 5.2

• Presenteren
  
  
• Start 5.2

Presenteren

1. Publiek & Interactie - Richt je op je publiek
   Sta stevig en ontspannen. Jij bent de baas.
   Kijk ze aan. Lees dus niet voor.
   Zorg dat ze het begrijpen en leuk/interessant vinden.
2. Iedereen zegt iets
   Iedereen uit je groepje zegt iets. B.v.: 1. Interesse en onderzoeksvraag;
   2. Methode & Uitvoering; 3. Resultaten & Conclusie.
3. Publiek & Interactie - Richt je op je publiek
   Eindig met de vraag of het duidelijk is. Beantwoord 1 of 2 vragen.

Poster niet af?

Maak af in je eigen tijd.

Ligt in achterste kabinet, F5, op tafel bij het raam.

Moet donderdag klaar zijn, zie SOM.

Beoordeling Poster + Presentatie

Aanwezigheid van: Titel, Onderzoeksvraag (mag zelfde zijn), Auteurs, Bronnen, Berekening, Conclusie - in logische volgorde/opbouw	1-4 p.
Netheid: Handschrift, plaatjes, samenstelling, vlakverdeling	1-4 p.
Correctheid: Klopt de berekening & conclusie, zijn de bronnen logisch? Is de conclusie echt een antwoord op de onderzoeksvraag?	1-4 p.
Overtuiging: Spreekt de titel en plaatjes aan? Ondersteunt het visuele de boodschap?	1-4 p.
Presenteren: Maak je contact met het publiek? Ga je in op vragen? Hebben ze het begrepen? Complexiteit?	1-4 p.
Presenteren: Iedereen uit groepje zegt iets. Logische verdeling? Goed te verstaan? Duidelijke taal?	1-4 p.
Presenteren: Inhoud: Duidelijk verhaal? Boeiend? Sta je erachter? Afgerond geheel?	1-4 p.

docs.google.com

Eisen van de poster

• Titel, duidelijk en pakkend 
• De berekening 
• Antwoord op je onderzoeksvraag = conclusie (kWh, jaar, €)
• Plaatjes: Ondersteuning voor je verhaal, aantrekkelijk
• Logische opbouw (niet conclusie boven en vraag onder)
• Maak met tekst en plaatjes duidelijk wat je conclusie betekent:
  b.v. 100 kWh zegt iemand niet zoveel. 
  Genoeg energie om een 10 fatbikes op te laden zegt wel iets.

Werken aan 5.2, lees in stilte

Eerste 5 min. in Stilte, daarna Fluisterend

Lees 5.2, blz. 151 t/m 153

Maak opgaven 16 t/m 22, blz. 154

Huiswerk: Lezen + opg. 16, 17, 19, 21

Doelen vandaag

• Je kunt rekenen met vermogen in Watt.
  
  
• Je kunt uitleggen wat vermogen en energie met elkaar te maken hebben.
  
  
• Je kunt energie in Joules omzetten in kilowattuur