Hfst 3 Vol spanning 3. herhaling persoonsvorm en werkwoordelijk gezegde
1 / 31
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wat is de beste manier om de persoonsvorm te vinden?
A
Door de zin in een vraagzin te zetten.
B
Door de zin in een andere tijd te zetten.
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in de onderstaande zin:
Ik heb de persoonsvorm gevonden.
Ik heb de persoonsvorm gevonden.
A
ik
B
heb
C
de persoonsvorm
D
gevonden
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in de onderstaande zin:
Mijn man is aan het klussen.
Mijn man is aan het klussen.
A
Mijn man
B
is
C
aan
D
het klussen
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in de onderstaande zin:
Liep hij tegen een boom?
Liep hij tegen een boom?
A
liep
B
hij
C
tegen
D
een boom
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in de onderstaande zin:
Tristan en Lize zitten op de bank te lezen.
Tristan en Lize zitten op de bank te lezen.
A
Tristan en Lize
B
op de bank
C
zitten
D
te lezen
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
hetzelfde als de persoonsvorm
B
alle werkwoorden in de zin
C
personen, dieren, steden
Slide 12 - Quizvraag
Wat is in de onderstaande zin het werkwoordelijk gezegde:
Tristan en Lize hebben buiten gespeeld.
Tristan en Lize hebben buiten gespeeld.
A
Tristan en Lize
B
hebben
C
hebben gespeeld
D
buiten
Slide 13 - Quizvraag
Wat is in de onderstaande zin het werkwoordelijk gezegde:
De lamp staat op de grond.
De lamp staat op de grond.
A
De lamp
B
staat
C
op de grond
Slide 14 - Quizvraag
Wat is in de onderstaande zin het werkwoordelijk gezegde:
Zwom ik in het zwembad?
Zwom ik in het zwembad?
A
Zwom
B
ik
C
in het zwembad
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de pv en het ww gez:
Schrijf ze onder elkaar:
De tuin staat er mooi bij.
Schrijf ze onder elkaar:
De tuin staat er mooi bij.
Slide 16 - Open vraag
Wat is de pv en het ww gez:
Schrijf ze onder elkaar:
De kinderen hebben gezwommen.
Schrijf ze onder elkaar:
De kinderen hebben gezwommen.
Slide 17 - Open vraag
Wat is de pv en het ww gez:
Schrijf ze onder elkaar:
Ferdinand is aan het opruimen.
Schrijf ze onder elkaar:
Ferdinand is aan het opruimen.
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Hoe vind jij dat jij gewerkt hebt?
