Ontleden van de zin.

Wat is géén zelfstandig naamwoord?
A
hond
B
mooie
C
opa
D
teddybeer
1 / 17
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Wat is géén zelfstandig naamwoord?
A
hond
B
mooie
C
opa
D
teddybeer

Slide 1 - Quizvraag

Slide 2 - Video

Het zelfstandig naamwoord
mensen

dieren

dingen

eigennaam
Je kunt er een lidwoordvoorzetten!!

De tante

De poes

Het bureau


Slide 3 - Tekstslide

Wat is géén bijvoeglijk naamwoord?
A
grote
B
mooie
C
fantastische
D
een

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Video

Het bijvoeglijk naamwoord
Staat vóór het zelfstandige naamwoord
de mooie kast
het vervelende kind

Schrijf je met een -n achteraan als het om een bepaalde stof gaat!
het houten bakje
de zilveren ring

Slide 6 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
mooie
luchtballon
grote
basisschool
oorwarmers
Siem
vriendelijke

Slide 7 - Sleepvraag

Werkwoorden

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Video

Sterke en zwakke werkwoorden
Sterke werkwoorden
Veranderen in de verleden tijd van klank

Zwakke werkwoorden
Veranderen in de verleden tijd niet van klank
't kofschip x

Slide 10 - Tekstslide

Vul zo veel mogelijk sterke werkwoorden in!

Slide 11 - Open vraag

Vul zo veel mogelijk zwakke werkwoorden in!

Slide 12 - Open vraag

voorzetsels

Slide 13 - Woordweb

Voorzetsels
Alle woorden die vóór 'het kastje' kunnen staan!
naast het kastje
op het kastje
onder het kastje
boven het kastje
achter het kastje

Slide 14 - Tekstslide

We hebben gehad:
Het zelfstandige naamwoord
mensen, dieren, dingen of een eigennaam

Het bijvoeglijk naamwoord
zegt iets over het zelfstandige naamwoord

werkwoorden
voorzetsels

Slide 15 - Tekstslide

Maak een zin met daarin:
- een zelfstandig naamwoord
- een bijvoeglijk naamwoord
- een werkwoord
- een voorzetsel

Slide 16 - Open vraag

Beschrijf deze les in één woord.

Slide 17 - Open vraag