In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Wat is een argumentatieschema?
Slide 1 - Open vraag
Welke argumentatieschema's onderscheiden we van elkaar?
Slide 2 - Woordweb
Argumentatieschema's en drogredenen
Geef bij iedere redenering aan welk argumentatieschema is gebruikt. Vraag jezelf ook af of jij dit een juiste redenatie vindt of dat je het een drogreden vindt.
Tip: bepaal eerst standpunt en argument.
Slide 3 - Tekstslide
Met welke twee aspecten kun je het oorzaak-gevolg schema en het voor- en nadelen schema van elkaar onderscheiden?
Slide 4 - Open vraag
Ik vrees dat de leerkrachten in het basisonderwijs niet de gewenste loonsverhoging zullen krijgen, want de leraren op de middelbare scholen kregen het ook niet.
A
Oorzaak/gevolg
B
Kenmerk/eigenschap
C
Vergelijking
D
Voor- en nadelen
Slide 5 - Quizvraag
Het is gezond om twee keer in de week vis te eten. Dat bleek uit een onderzoek van visbedrijf De Vries.
A
Voorbeeld
B
Vergelijking
C
Autoriteit
D
Oorzaak/gevolg
Slide 6 - Quizvraag
De maximumsnelheid moet omlaag. Dat levert minder verkeersslachtoffers op en het is goed voor het milieu.
A
Oorzaak/gevolg
B
Kenmerk/eigenschap
C
Autoriteit
D
Voor- en nadelen
Slide 7 - Quizvraag
Ajoub wordt een groot schrijver, want hij heeft veel gelezen en bovendien Nederlands gestudeerd.
A
Oorzaak/gevolg
B
Kenmerk/eigenschap
C
Autoriteit
D
Voor- en nadelen
Slide 8 - Quizvraag
Het huwelijk is een verouderd instituut. Het stamt uit de tijd van publieke onthoofdingen en slavernij. Ook die hebben we al lang afgeschaft.
A
Voorbeeld
B
Vergelijking
C
Autoriteit
D
Oorzaak/gevolg
Slide 9 - Quizvraag
Volkswagen heeft met behulp van sjoemel-software de waarden van de CO2-uitstoot te gunstig voorgesteld. Zie je nu wel dat autofabrikanten ordinaire bedriegers zijn.
A
Voorbeeld
B
Vergelijking
C
Autoriteit
D
Oorzaak/gevolg
Slide 10 - Quizvraag
Een topfunctie is zeker haalbaar voor Nederlandse vrouwen, want Sigrid Kaag is al jarenlang vicepremier.
A
Voorbeeld
B
Vergelijking
C
Autoriteit
D
Oorzaak/gevolg
Slide 11 - Quizvraag
Raf is een zeer goede zanger, want hij zingt altijd zuiver.
A
Oorzaak/gevolg
B
Kenmerk/eigenschap
C
Autoriteit
D
Voor- en nadelen
Slide 12 - Quizvraag
Hij gaat zeker een onvoldoende halen, want hij heeft maar één uur geleerd.
A
Oorzaak/gevolg
B
Kenmerk/eigenschap
C
Autoriteit
D
Voor- en nadelen
Slide 13 - Quizvraag
Volgens Willem van Haneghem moest Feyenoord meer investeren in jonge voetballers. Daarom is de jeugdopleiding van de club grondig aangepakt.
A
Oorzaak/gevolg
B
Kenmerk/eigenschap
C
Autoriteit
D
Voor- en nadelen
Slide 14 - Quizvraag
Argumenteren
Je hebt dus:
Argumentatieschema's
Drogredenen
Overtreding discussieregel
Verkeerd toegepast argumentatieschema
Slide 15 - Tekstslide
Persoonlijke aanval
Overtreding discussieregel
Verkeerd toegepast argumentatieschema
Cirkelredenering
Vertekenen van het standpunt
Ontduiken van de bewijslast
Bespelen van het publiek
Onjuist beroep op autoriteit
Overhaaste generalisatie
Verkeerde vergelijking
Vals dilemma
Overdrijving
Onjuist beroep op kenmerk
Onjuist beroep op oorzaak/gevolg
Slide 16 - Sleepvraag
Argumenteren/drogredenen moeilijk?
Maak paragraaf 4 van H4.
Slide 17 - Tekstslide
Functiewoorden
Slide 18 - Tekstslide
Een voorbehoud is een beperking op wat er gezegd wordt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quizvraag
Een kanttekening is een kritische opmerking.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quizvraag
Een relativering is een verfijning in de uitleg geven
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Een nuancering is wijzen op het betrekkelijke van iets, zwakt iets af
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quizvraag
Iets wat impliciet is, staat letterlijk in de tekst