Clase 4_P1 3HV Repetir números, verbos regulares,

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Prepárate para esta clase:

Maak je klaar voor deze les...

¡Importante!

- Tu portátil aún está cerrado: 

Je laptop is nog dicht.

- Tu móvil está apagado en y tu bolsa o mochila: 

Je mobiel is uit en in je tas.

-Tienes tu cuaderno, portátil y bolígrafo: 

Schrift, laptop en pen heb je bij je.

-¡Haz caso y guarda el silencio!: 

 Let op! Oren open en wees stil!

¡Bienvenidos a tu clase de español!

4

Hoy es 7 de septiembre de 2021

La frase del día

• NO LO ENTIENDO  
• (no lo enti-èndo) 
•  => Ik begrijp het niet…

La frase del día

• TENGO UNA PREGUNTA  
• (tenGo oena pree- Goen-ta)
•  => Ik heb een vraag…

Los objetivos de hoy

(De lesdoelen van vandaag )

Je herhaalt...

1-  ...de getallen 0-100

2- ...de regelmatige werkwoorden die eindigen op -AR, -ER en -IR

3- ... en andere stof uit de vorige lessen

Doordat je begint met herhalen van de stof uit vorig jaar, start je het 3e jaar goed...

El programa de hoy

(Het programma van vandaag)

     A: Zelfstandig en stil werken : AR-ER-IR

     B: Korte quiz met o.a.: los números

     C: Repasar deberes ( m.n. persoonlijke 

     informatie

     D: OEFENEN voca 4.1, 4.2 (Quizlet)

     

     E: ¿Qué has aprendido hoy? (Afsluiting)

¿Qué vas a hacer?: Opdrachten maken over de regelmatige w.w

¿Qué necesitas?:  tu libro verde, ejercicios (32 t/m 35) lees eerst p. 36 bovenaan; schema over regelmatige werkwoorden

¿Cómo?: Tú trabajas solo / sola ; Alleen, zelfstandig werken , 15 minuten stil

¿Cuánto tiempo?: 20 minutos.

Objetivo (doel): Je oefent met deze grammatica onderdelen

He terminado la tarea ¿y ahora, qué hago?;

Klaar, en wat moet ik nu doen?

Verder leren >>>> voca 4.1 , 4.2, 4.3 en ww roze blad.

Trabajo autónomo

-

Zelfstandig werk

Paso a paso: Stappenplan 

0

¿Te acuerdas 

los números 

hasta 100?

Escribe en español (schrijf in het Spaans):
1. een bepaald lidwoord
2. een onbepaald lidwoord

EL /LA: welke uitzonderingen op de regel ken je?
Schrijf ze op en schrijf ook het meervoud op.

Schrijf alle vraagwoorden op die je kent.
Denk aan de accenten en vraagtekens

Vertaal in het Spaans:
1. Onze boeken
2. Jullie zussen
3. Hun rode huizen

Schrijf de volgende getallen onder elkaar in het Spaans:

25, 14, 63, 57, 96, 38, 19, 71

APRENDER (LEREN):

 VOCA 4.1 en 4.2

+ VERBOS: SER , Regelmatige werkwoorden als HABLAR, COMER, VIVIR

Gebruik om te oefenen:

http://www.verbuga.eu/Esmi/index.html

HACER (MAKEN):

Ejercicio 32 t/m 35

(uit je groene boekje)

Los deberes para la próxima clase

(het huiswerk voor de volgende les...)

¡Mucha suerte!; veel succes!

Wegens studiedagen vallen de lessen wo en do uit, Maar... ga zelf verder studeren ...

y... ¿Qué has aprendido hoy?

¿Hay preguntas? (zijn er vragen?)