Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Herhaling unité 5 eerste jaars (Libre Service)
Herhaling grammatica unité 5
Bijvoeglijk naamwoord (bonusvraag op toets)
Getallen t/m 70
Werkwoord VOULOIR = willen
Werkwoorden ÊTRE & AVOIR
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Herhaling grammatica unité 5
Bijvoeglijk naamwoord (bonusvraag op toets)
Getallen t/m 70
Werkwoord VOULOIR = willen
Werkwoorden ÊTRE & AVOIR
Slide 1 - Tekstslide
Vul de juiste vorm in van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes.
Slide 2 - Tekstslide
L’actrice a les cheveux (noir)
(m. mv.)
Slide 3 - Open vraag
Elle porte une chemise (bleu)
Slide 4 - Open vraag
Je trouve qu’elle est très (beau)
Slide 5 - Open vraag
Sa cousine est (vieux)
Slide 6 - Open vraag
J'ai acheté un (nouveau) livre
Slide 7 - Open vraag
Wat is de PLAATS van het bijvoeglijk naamwoord?
A
Altijd achter het zelfstandig naamwoord
B
Altijd voor het zelfstandig naamwoord
C
Voor het zelfst. nw, tenzij het een uitzondering is
D
Achter het zelfst. nw, tenzij het een uitzondering is
Slide 8 - Quizvraag
Wat zijn de uitzonderingen?
Denk aan het liedje.
Typ ze één voor éen in!
Slide 9 - Woordweb
Schrijf de getallen in het Frans op:
Slide 10 - Tekstslide
Soixante et onze euros quinze
A
62,50
B
71,20
C
71,15
D
61,15
Slide 11 - Quizvraag
trois cents euros soixante-onze
A
341,00
B
300,91
C
391,40
D
300,71
Slide 12 - Quizvraag
68
Slide 13 - Open vraag
34
Slide 14 - Open vraag
21
Slide 15 - Open vraag
Vul de juiste vorm van avoir in:
Vous ________ (avoir)
A
avez
B
as
C
ont
D
avons
Slide 16 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van avoir in:
Nous ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons
Slide 17 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van avoir in:
Elle ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons
Slide 18 - Quizvraag
elles (avoir)
A
vont
B
sont
C
ont
D
font
Slide 19 - Quizvraag
Je (avoir)
A
ai
B
as
C
ont
D
avons
Slide 20 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van avoir in:
Ils ________ (avoir)
A
ai
B
ont
C
avez
D
avons
Slide 21 - Quizvraag
je ___ (vouloir)
A
veut
B
veux
C
veulent
D
voulez
Slide 22 - Quizvraag
nous ___ (vouloir)
A
veux
B
voulons
C
voulez
D
veulent
Slide 23 - Quizvraag
il ___ (vouloir)
A
veut
B
veux
C
voulez
D
veulent
Slide 24 - Quizvraag
Elles _________ (vouloir, présent)
A
veut
B
veulent
C
veux
D
voulons
Slide 25 - Quizvraag
vous (vouloir)
A
voulait
B
vouliez
C
voulions
D
voulais
Slide 26 - Quizvraag
ETRE: jij bent
A
tu est
B
tu es
C
tu suis
D
tu as
Slide 27 - Quizvraag
nous ........ (etre)
A
etes
B
sont
C
sommes
D
avons
Slide 28 - Quizvraag
vous ........ (etre)
A
êtes
B
sont
C
sommes
D
avons
Slide 29 - Quizvraag
ETRE: wij zijn
A
nous avons
B
nous sommes
C
nous sont
D
nous ont
Slide 30 - Quizvraag
ETRE: hij is
A
elle est
B
il es
C
il est
D
elle es
Slide 31 - Quizvraag
Fin du test
Slide 32 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
1HAVO(V) S.O. Grammaire Chapitre 5
June 2021
- Les met
38 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
mp2ha
November 2022
- Les met
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2
voorbereiding van pw
March 2023
- Les met
21 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2
révision chapitre 3 vwo2
January 2025
- Les met
48 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
révision chapitre 3 vwo2
January 2025
- Les met
48 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
révision chapitre 3 vwo2
December 2024
- Les met
48 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Vouloir + bijvoeglijk naamwoord
April 2022
- Les met
50 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Vouloir + bijvoeglijk naamwoord
February 2025
- Les met
50 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2