In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
BS 6 Afweer
Slide 1 - Tekstslide
4B Thema 13
Basisstof 6: Afweer
(blz. 138)
Leerdoelen:
-Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties en op welke manieren immuniteit kan ontstaan.
-Je kunt omschrijven hoe stoffen een allergische reactie kunnen veroorzaken.
Slide 2 - Tekstslide
Infectieziekten
lichaamsvreemde stoffen
besmetting
infectie
algemene afweer: ontsteking
koorts
Slide 3 - Tekstslide
Algemene afweer
laagje talg op je huid gaat ziekteverwekkers tegen.
Slijmvliezen (luchtwegen, darmkanaal)
Maagsap met zoutzuur doodt bacteriën.
Bepaalde witte bloedcellen (vreetcellen)
Slide 4 - Tekstslide
Ziekteverwekkers:
bacteriën, virussen,
schimmels, parasieten.
antigenen
witte bloedcellen
antistoffen
Slide 5 - Tekstslide
specifieke afweer:
antigenen
witte bloedcellen
antistoffen
Ziekteverwekkers:
bacteriën, virussen,
schimmels, parasieten.
Slide 6 - Tekstslide
Specifieke afweerreactie:
Slide 7 - Tekstslide
Specifieke afweerreactie:
Slide 8 - Tekstslide
Specifieke afweerreactie:
Slide 9 - Tekstslide
Specifieke afweerreactie:
Slide 10 - Tekstslide
Specifieke afweer
De specifieke afweer is gericht op een specifieke ziekteverwekker.
De specifieke afweer wordt verworven gedurende het leven.
De DKTP-Hib-HepB-vaccinatie beschermt tegen difterie, kinkhoest, tetanus, polio, Hib en hepatitis B. vaccinatie 3, 5 en 12 maanden.
De BMR(Bof, Mazelen en rodehond )-vaccinatie beschermt tegen de bof, mazelen en rodehond. Kinderen krijgen de prik bij 14 maanden. Een herhaalprik volgt rond 3 jaar.
Slide 11 - Tekstslide
Specifieke afweer
Antistoffen zijn specifiek en kunnen dus maar één type ziekteverwekker onschadelijk maken!\
Maar de antistof blijft in bloed aanwezig!
Let op:
Slide 12 - Tekstslide
Natuurlijke immuniteit
Je hebt de ziekte zelf gehad.
-Je wordt dan IMMUUN voor deze ziekte
Let op:
Slide 13 - Tekstslide
Kunstmatige immuniteit
Het lichaam maakt zelf de antistoffen
Actieve immunisatie:
Passieve immunisatie:
Het lichaam krijgt kant-en-klare antistoffen (bijvoorbeeld via borstvoeding of een serum)
Een vaccin bevat verzwakte ziekteverwekkers of antigenen van ziekteverwekkers (bijv. viruseiwitten)
Slide 14 - Tekstslide
Serum
Sommige lichaamsvreemde stoffen zijn
zo giftig dat ons immuunsysteem niet
snel genoeg werkt. Bijvoorbeeld
slangengif door een slangenbeet.
Het enige wat helpt is snel de juiste
antistoffen toegediend krijgen
Slide 15 - Tekstslide
npo.nl
Slide 16 - Link
b.socrative.com
Slide 17 - Link
Slide 18 - Video
Allergie
Een allergie is een reactie van het afweersysteem
Slide 19 - Tekstslide
allergie
Slide 20 - Tekstslide
Allergie
Slide 21 - Tekstslide
Allergie
Slide 22 - Tekstslide
Allergie
Slide 23 - Tekstslide
Welke begrip kun je nog niet zelf uitleggen?
Slide 24 - Poll
Aan de slag
Maak BS 6
opdr. 1,2,4,5,6 (blz. 143)
timer
5:00
Slide 25 - Tekstslide
Wat betekent infectie?
A
er is een ziekteverwekker binnengekomen
B
je bent ziek geworden
C
je maakt antistoffen
D
je maakt antigenen
Slide 26 - Quizvraag
Wat zijn antigenen?
A
eiwitten op ziekteverwekkers
B
eiwitten die ziekteverwekkers onschadelijk maken
Slide 27 - Quizvraag
Welke cel maakt antistoffen?
A
een binnengedrongen ziekteverwekker
B
een witte bloedcel
C
een rode bloedcel
D
een bloedplaatje
Slide 28 - Quizvraag
Als je ziekt bent geweest en weer beter geworden, ben je...
A
passief immuun geworden
B
actief immuun geworden
Slide 29 - Quizvraag
Door een vaccinatie tegen corona word je...
A
actief immuun
B
passief immuun
Slide 30 - Quizvraag
Welke grafiek hoort bij de hoeveelheid antistoffen in je bloed na toediening van een serum?