Aspecten van de voorstelling

Aspect van de voorstelling
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandvaardigheidMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Aspect van de voorstelling

Slide 1 - Tekstslide

Voorstelling

Het woord “voorstelling” zegt het eigenlijk zelf al: wat stelt de afbeelding voor? Als wordt gevraagd om iets over de voorstelling van een kunstwerk te vertellen, dan moet je iets zeggen over wat je letterlijk ziet: de mensen, de voorwerpen, de omgeving. Bijvoorbeeld “Het is een landschap”, of “Ik zie een vrouw met een kind op schoot”. 

Door zo goed mogelijk alle aspecten van de voorstelling te benoemen kun je als het ware het “verhaal van het kunstwerk” zien.

In het stukje hierboven werd trouwens het woord “aspect” gebruikt: “aspect van de voorstelling“. Aspect is een lastig woord dat vaak in de vragen van het examen wordt gebruikt. En eigenlijk kun je het vervangen door een veel simpeler woord: “ding”. Benoem eens alle aspecten (dingen) van de voorstelling in het schilderij hiernaast. 

Slide 2 - Tekstslide

Voorstelling

Wat is er te zien? Dat is de vraag naar de voorstelling. Herken je bijvoorbeeld voorstellingsaspecten als een gezicht, iets van de kleding, een gebaar of houding, een dier, een landschap enz. dan is er sprake van een figuratieve (of half figuratieve) voorstelling. Voorstellingsaspecten zijn dus herkenbare elementen van de voorstelling.
Tintoretto, de bekering van Sint Paul, ca 1545
Wassily Kandinsky — Composition VII, 1913

Slide 3 - Tekstslide

Thema

Veel kunstwerken hebben een thema. Het is de grondgedachte van het kunstwerk en meestal in één of twee woorden samen te vatten. Voorbeelden van thema´s zijn: Liefde, dood, oorlog, slavernij. sociale misstanden, victorie enz.
Het Vlot van de Medusa, 1818, van Théodore Géricault

Slide 4 - Tekstslide

Onderwerp
Het onderwerp van de Guernica van Picasso is het bomberdement van het Spaanse stadje Guernica. Een onderwerp gaat dus over iets speciaals, in het geval van de Guernica over het bombardement. Een gegeven als een bombardement is een van de vele onderwerpen binnen het thema oorlog. De betekenis van begrippen 'onderwerp' en thema ligt dus dicht bij elkaar.

Slide 5 - Tekstslide

Guernica is een enorm schilderij: het is 3,49 m hoog en 7,76 m breed. Pablo Picasso maakte dit schilderij van de stad Guernica, nadat het gebombardeerd was (door Duitse bommenwerpers) tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939).
Zoals je op de foto rechtsonder kunt zien, werd de stad grotendeels verwoest.
De mensen, dieren en dingen op het schilderij zien er niet realistisch ('echt') uit. Pablo Picasso probeerde het gevoel tijdens het bombardement over te brengen, niet zoals het eruitzag.
Het schilderij laat de stad Guernica zien tijdens het bombardement van 1937. Toen het bombardement begon was de wekelijkse markt aan de gang.
De Spaanse generaal Franco had aan Adolf Hitler gevraagd of hij kon helpen om tegenstanders te verslaan. Voor Hitler was dit, net voor de Tweede Wereldoorlog, een perfecte kans om de bommenwerpers van de Luftwaffe uit te proberen.
Het schilderij is in lijnen en vlakken in zwart, wit en grijs geschilderd om de oorlog uit te drukken.
De man met een afgebroken zwaard is een symbool voor een gesneuvelde soldaat
De lamp op het schilderij staat symbool voor de explosies en het bombardement in Guernica.
Het paard drukt de angst uit en is het symbool voor de onschuldige slachtoffers in de oorlog.
De moeder met het dode kind symboliseert het verdriet om de gesneuvelden.

Slide 6 - Tekstslide

Vertellend/ Verhalend

Sommige figuratieve voorstellingen vertellen een verhaal, bijv. over een historische gebeurtenis, een bijbelverhaal of een verhaal uit de klasssieke oudheid. In de val van Icarus van Breugel gebeurt van alles. Hoewel er midden op de voorstelling een herder naar boven tuurt, is Icarus achter hem al in zee gevallen. De boer op de voorgrond heeft helemaal niets in de gaten. Ook de man aan de oever, rechts onder, ziet niet wat er vlak voor zijn neus aan de hand is. breugel heeft de scène in zijn eigen tijd geplaatst.

Slide 7 - Tekstslide

Waarneming of fantasie

Slide 8 - Tekstslide

Naar de waarneming

Tegen het einde van de middeleeuwen kregen kunstenaars meer oog voor natuurgetrouwe weergave van wat ze zegen. Daarna - in de renaissance - werd de studie van de werkelijkhied deel van de opleiding. Leonardo da Vinci heeft rond 1500 268 pagina's gevuld met studies naar de waarneming om (ver)houdingen realistisch te kunnen weergeven. Om het figuur tekenen goed onder de knie te rkijgen, wprdt er nog altijd getekend naar model.

Slide 9 - Tekstslide

Naar de fantasie

Bij beeldende kunst gaat het om het verbeelden van wat je ziet, maar ook om je ideeën of gevoelens in beelden uit te drukken. Daarbij is goed waarnemen belangrijk, maar ook fantasie speelt een grote rol. In je fantasie is alles mogelijk.
Darfurnica is een voorstelling naar de fantasie. De maker heeft gecombineerd met beelden naar de waarneming. Bv portretten van Obama, Paris Hilten, tas van Louis Vultton, machine geweer.

Slide 10 - Tekstslide

Figuratief

In een figuratieve voorstelling herken je de ´echte´of gefantaseerde werkelijkeheid. De voorstelling van het ene kunstwerk kan minder herkenbaar zijn dan de andere. De afbeelding hiernaast is figuratief: je herkent het witte paard, de ridder en de groene draak. Andere voorstellingsaspecten zijn de bloemen, een kasteel, kleding, gebaren, gezichtsuitdrukkingen en de blikrichting.

Slide 11 - Tekstslide

Details/ gedetailleerd

Details zijn kleine onderdelen van een groter geheel. Soms worden details heel precies uitgewerkt; in andere kunstwerken blijft het bij een vaag beeld. In het schilderij van Rubens zie je dat het paard heel gedetailleerd is weer gegeven. Rubens heeft zelfs gedacht aan het kwijl uit de mond van het paard loopt. Ook de kwastjes aan de teugels en de glimlcihtjes op het metaal van het bit geeft hij gedetailleerd weer.

Slide 12 - Tekstslide

Naturalistisch

Wanneer een onderwerp zo natuurlijk mogelijk is weergegeven, noem je dat naturalistisch. Het onderwerp hoeft niet echt te bestaan, maar kan bedacht zijn. De kunstenaar verbeeldt het onderwerp wel zo echt mogelijk.
In de legende van St. Joris en de draak staat de draak symbool voor het kwaad en de duivel. Niemand heeft ooit een draak gezien, maar toch zijn ze vaak getekend en geschilderd, net als de eenhoorn en andere fabelachtige dieren. Naturalistische voorstellingen van draken zien er vaak zeer levensecht uit.

Slide 13 - Tekstslide

Vereenvoudigd

De stieren die Picasso heeft getekend zijn naar beneden toe steeds meer vereenvoudigd weergegeven. Boven aan zijn de stierein nog gemakkelijk te herkennen, maar hoe verder je in de afbeelding naar beneden kijkt, hoe lastiger ze te herkennen zijn. Onderaan heeft hij alleen de hoofdlijnen van de horens , lijf, staart en poten getekend. De details die er bovenin wel zijn, heeft hij weggelaten.

Slide 14 - Tekstslide

Realistisch

In de 17e eeuw was het gebruikelijk om voorstelling zo realistisch mogelijk te schilderen. Alles moest zo echt mogelijk lijken. 
Dat gold ook voor landschappen en stadsgezichten. De maten en verhoudingen, de details: alles moest kloppen. Vermeer schilderde zijn gezicht op Delft ruim 350 jaar geleden. Het is een bijna fotografische weergave geworden.

Slide 15 - Tekstslide

Impressionistisch

'Impressie' betekent 'indruk'. Een impressionistische voorstelling geeft dus een indruk van de werkelijkeid weer. Niet alle details zijn daarbij even duidelijk te zien. Het gaat om de verbeelding van een moment, de sfeer of de lichtval.
Parlementgebouwen bij zonsondergang is een impressie van het moment. Moment probeerde de effecten van het lichtval in de wolken en het water te vast te leggen.

Slide 16 - Tekstslide

Gedeformeerd/ Vervormd

In het schilderij Elisabethkade in Berlijn herken je zonder moeite de stralen, bomen en gebouwen. Toch is het geen realistische voorstelling. De bomen zien heel streperig en stekelig uit. De twee figuurtjes op de voorgrond hebben scherpe vormen. Dat geldt ook voor de gebouwen en de vrug. De schilder heeft het tafereel geschilderd vanuit zijn beleving en daarom enigsins vervormd.

Slide 17 - Tekstslide

Geïdealiseerd

Beelden van goeden en helden uit de klassike Griekse oudheid zijn beroemd om hun Geïdealiseerde vormgeving. Het zijn menselijke figuren met perfecte lichamen en ideale maten. Zo perfect dat de Venus van Milo geprezen wordt om haar ideale schoonheid.

Slide 18 - Tekstslide

Geënsceneerd

Geënsceneerd betekent 'In scène gezet'. Bij sommige schilderijnen zie je onmiddellijk dat de voorstelling in scène is gezet. Dat geldt bijvoorbeeld voor de Sabijnse Maagden van de Franse schilder David. Het is een dramatische scène uit een oude klassieke mythe. 

Je ziet dat David de houdingen van de figuren afzonderlijk heeft bestudeerd en vervolgens heeft samengebracht. De scène lijkt zo overdreven geacteerd. De houding van de figuren is duidelijke geposeerd en de emotie is gespeeld.

Slide 19 - Tekstslide

Portret

Slide 20 - Tekstslide

Mensen zijn geínteresseerd in mensen. Geen wonder dat mensen een belangrijk onderwerp in de kunst vormen. En dan in het bijzonder het gezicht. Zo zijn er in de loop der eeuwen heel wat gezichten geportretteerd en heeft het portret zich ontwikkeld tot een speciale genre in de schilderkunst. 



Wanneer iemand ten voeten uit is geportretteerd spreek je van een totaalportret. Maar er zijn meer mogelijkheden, zoals alleen het gezicht, 
een portret, ten halve of groepsportretten. Vooral als kunstenaars een portret van zichzelf maken (een zelfportret) zijn de resulaten soms opmerkelijk.

Slide 21 - Tekstslide

Zelfportret

Vooral als kunstenaar een portet van zichzelf (een zelfportet) zijn de resultaten soms opmerkelijk. Van Gogh heeft veel zelfportetten geschilderd. Hij had geen geld om een model te betalen, maar wilde toch oefenen in het schilderen van portetten.

Slide 22 - Tekstslide

En Profiel

Een portet en profil is een portret van opzij, zoals dat van de graaf van Montefeltro. Het gezicht van de graaf en vooral zijn neus hebben een heel opvallende profiel.

Slide 23 - Tekstslide

Portret en face

Een 'portret en face' is een beeld waarbij je het gezicht van iemand recht van voren ziet.

Slide 24 - Tekstslide

A trois Quart

Bij een portret à trois quart zie je het gezicht voor driekwart (trois quart) het meest van voren en een beetje van opzij: iets gedraaid dus.

Slide 25 - Tekstslide

Karikatuur

Een karikatuur is een bijzonder portret waarmee de figuur of situatie op de hak genomen wordt. Je herkent de persoon direct, maar zijn trekken zijn door de tekenaar sterk overdreven, zoals de vorm en grootte van de ogen, tanden en kin van de karikatuur van Koning Willem Alexander. Door de overdrijvingen is een karikatuur meestal heel expressief.

Slide 26 - Tekstslide

Genre

Slide 27 - Tekstslide

Genre

In de 17e eeuw ontwikkelde zich in de Nederlanden een duidelijke voorkeur voor schilderijen met onderwerpen die de burgers interesseren: portret, stilleven, interieur, stadgezichten, landschap (zeezicht) en het historiestuk. Speciale schilderijen met huizelijke taferelen waren erg geliefd, dat wordt ook wel genre stuk genoemd.

Slide 28 - Tekstslide

Historiestuk

Historiestukken hebben een van de volgende drie onderwerpen:
  • Een religieus onderwerp (bv geboorte Christus.
  • Een Mythologisch onderwerp (bv godenverhaal)
  • Een historisch onderwerp (over Napoleon)


Schilders die het genre van het historiestuk beheersten, stonden in hoog aanzien. In historie stukken komen Genres samen: Menselijke anatomie, portretkunst, landschappen, dieren en kennis van geschiedenis, myhologie en de bijbel.

Slide 29 - Tekstslide

Landschap

De muren van de oude Romeinse villa's waren soms al versierd met schilderingen van landschappen. Later - in de middeleeuwen - wordt landschap uitgewerkt als achtergrond van religieuze voorstellingen. 
Er zijn dan schilders die zich specialiseren als landschapschilders en schilders van zeezichten.

Slide 30 - Tekstslide

Stadsgezicht

Al in de middeleeuwen werden er stadsgezichten geschilderd. vooral Nederlandse schilders hielden zich hiet in de 17e eeuw mee bezig. In navolging van de Nederlandse schilders komt het stadsgezicht in andere landen op.
Van Gogh:
 Caféterras  1889
Monet:Boulevard des Capucines,1873

Slide 31 - Tekstslide

Stilleven

Zoals je uit woord kunt afleiden, 
zit er in een stilleven geen leven. Meestal bestaat de voorstelling uit een verzameling voorwerpen, vruchten en etenswaren, bloemen.

Stilleven met bijvoorbeeld een schedel, gespeelde muziek, een ongevallen glas, wijzen naar  vergankelijkheid van het leven.

Slide 32 - Tekstslide

Interieur

Op interieur met vissenkom van Matisse zie je een interieur. Dit interieurschilderij laat echter meer zien. Het is eigenlijk een combinatie van een interieur, een stilleven en een landschap. Het landschap, in dit geval een stadsgezicht, is door het raam zichtbaar. 

Slide 33 - Tekstslide

Symbool

Slide 34 - Tekstslide

Symbool

Geloof, hoop en liefde, vrijgheid. rechtvaardigheid, trouw, het kwaad of vrede zijn begrippen waardoor symbolen zijn bedacht. 
Het bekendst is wel het hartje als symbool voor liefde, maar er zijn nog veel meer symbolen, zoals cijfers, vlaggen, letters of tekens op verkeersborden.
Ook dieren worden soms gezien als symbolen. De adelaar wordt bijv. gezien als symbool van macht, schoonheid en onafhankelijkheid. De duif staat voor liefde, vrede en is het symbool voor de ziel van iemand die overleden is of de geest van gestorvene. Ook kleuren hebben een symbolische waarde.

Slide 35 - Tekstslide

Pictogram, Picot, Icoontje, Icon

Een beeld zegt meer dan 1000 woorden. Daarom kom je ze overal tegen, de pictogrammen of icoontjes, zoals de app's op een iPad of mobieltje. Logisch: iedereen begrijpt ze direct of heeft ze leren begrippen. Pictogrammen worden daarom ook veel toegepast op stations en vliegvelden.
Het zijn beeldtekens die een woord of een tekst vervangen. Het gebruik van symbolen wordt daarom ook beeldtaal genoemd.
Letterlijk betekent pictogram: letter

Slide 36 - Tekstslide

Logo, Beeldmerk

Een logo is een symbool of beeldmerk van een bedrijf, instelling of een stad. Het kan bestaan uit een teken, een naam of combinatie van beide. Een bedrijf kiest graag voor een gevoel dat het bedrijf moet uitstralen.

In het logo van de Mini zie je nog de strakke en bijna abstracte vormen die 
naar vleugels verwijzen: een vliegensvlugge auto.

Slide 37 - Tekstslide


Ik worstel en kom boven
Vraag 1:
Bekijk afbeelding 1 en 2.
Samen vormen de twee zegels een serie: ze hebben dan ook een aantal overeenkomsten.
Noem drie overeenkomsten tussen de twee zegels.

Slide 38 - Open vraag

Attribuut

Een attribuut is een voorwerp dat vast bij iemand hoort en waar je hem of haar ook herkent. Een kroon is het attribuut van een koning; schild een zwaard zijn attribten waaraan je een ridder herkent. Op mythologisce voorstelling herken je de goden aan hun attributen. Dat geldt ook voor regligieuze beelden.
Herken je het figuur aan de hand van het attribuut op de afbeelding hernaast? 

Slide 39 - Tekstslide