havo 3 8.1


A
deur met mond
B
lift
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
wiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


A
deur met mond
B
lift

Slide 1 - Quizvraag

inhoud
  1. herhalen voorkennis hoofdstuk 8
  2. uitleg 8.1
  3. oefenen/quizvragen
  4. huiswerk
  5. ruimte voor vragen

Slide 2 - Tekstslide

De formule van een lijn opstellen
stap 1: Stel y = ax + b
stap 2: Zoek het snijpunt van de lijn met de y-as.  Je hebt b.
stap 3: Bereken a met behulp van a = verticaal/horizontaal.
stap 4: Schrijf de formule op.

Slide 3 - Tekstslide

formule opstellen bij een tabel
x
0
1
2
3
4
y
-3
-2,6
-2,2
-1,8
-1,4
stap 1: stel y=ax+b
stap 2: bepaal b door in de tabel de y-waarde af te lezen voor x=0
stap 3: bepaal a, kies 2 setjes getallen in je tabel en bereken a door: verandering y / verandering x
stap 4: schrijf de formule op

Slide 4 - Tekstslide

leerdoelen 8.1
Je kent de algemene formule voor exponentiële groei.
Je kan zelf een formule voor exponentiële groei opstellen aan de hand van gegevens.
Je weet wat er met de groeifactor gebeurt als er sprake is van exponentiële afname.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Exponentiële formule

De standaardformule die hoort bij exponentiële groei is:




hoeveelheid=beginhoeveelheidgroeifactortijd
N=bgt

Slide 7 - Tekstslide

Corona-crisis
Stel dat er vanuit China een echtpaar besmet is geraakt met Corona en ieder persoon steeds twee mensen per dag kan besmetten. Welke formule hoort hier dan bij?
Na hoeveel dagen zijn er dan voor het eerst 2000 mensen besmet?

Slide 8 - Tekstslide

tik in: 2 = en vervolgens x 2 =
tel dan hoeveel keer je op = gedrukt hebt totdat er 2000 in je scherm verschijnt
N=22t

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de juiste exponentiële formule?
A
N=begingetal+stijggetaltijd
B
N=groeifactorbegingetal+tijd
C
N=begingetal+groeifactort
D
N=begingetalgroeifactort

Slide 10 - Quizvraag

opdracht 7

Slide 11 - Tekstslide

exponentiële afname
g = groeifactor
als g > 1 dan is er sprake van een toename
als  0 < g < 1 dan is er sprake van een afname

dus als de hoeveelheid elke tijdseenheid halveert is de groeifactor 0,5

Slide 12 - Tekstslide

huiswerk
maak opdracht 2 tot en met 6, 12, 13 en 14 van 8.1 en kijk dit na
maak een foto van opdracht 4 en 14 en plaats deze bij opdrachten in teams

geen vragen? je mag de les verlaten
nog vragen of extra oefenen? blijf nog even in de les

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link