1.2 - Organen, weefsels en cellen

1.2 - Organen, weefsels en cellen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.2 - Organen, weefsels en cellen

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Vraag 1 en 2 Thema 1.1 
Huiswerk bespreken/ lesstof herhalen
Uitleg 1.2 (slides + quizvragen)
Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt orgaanstelsels, organen, weefsels en cellen bij een mens herkennen en de kenmerken en functies ervan beschrijven.

- Je kunt beschrijven dat groepen cellen in een weefsel, orgaan of orgaanstelsel een gezamenlijke functie uitoefenen.

- Je kunt bij (delen van) organismen het verband aangeven tussen vorm en functie.

Slide 3 - Tekstslide

Orgaanstelsels met organen
Orgaanstelsel.

Organen.

Je moet ze allemaal kennen.

Slide 4 - Tekstslide

orgaanstelsels

Slide 5 - Tekstslide

orgaanstelsels

Slide 6 - Tekstslide

Torso met middenrif
 slokdarm gaat door middenrif

Slide 7 - Tekstslide

Typen organen
Er zijn drie hoofdgroepen:
  1. Borstholteorganen
  2. Buikholteorganen
  3. Overige organen

Slide 8 - Tekstslide

Welk orgaan is dit?
A
Alvleesklier
B
Lever
C
Long
D
Nier

Slide 9 - Quizvraag

Welk orgaan is dit?
A
Long
B
Hart
C
Aorta
D
Hersenen

Slide 10 - Quizvraag

Welk orgaan is dit?
(het gele deel)
A
Dikke darm
B
Holle ader
C
Galblaas
D
Alvleesklier

Slide 11 - Quizvraag

Welk orgaan is dit?
(het groene deel)
A
Aorta
B
Lever
C
Galblaas
D
Alvleesklier

Slide 12 - Quizvraag

Welk orgaan is dit?
A
Hart
B
Maag
C
Milt
D
Long

Slide 13 - Quizvraag

Aan de slag
Vraag 22 t/m 24 
timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Weefsels
Dekweefsel

Botweefsel

Spierweefsel 

Cellen met dezelfde functie bij elkaar.



BiNaS tabel?
vraag 25, 28, 30, 32 

Slide 15 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit wat de betekenis is van de term 'weefsel'.
vraag 25
vraag 25

Slide 16 - Open vraag

Tussencelstof
Stof tussen cellen van een weefsel in.
Verschilt van vorm naar functie weefsel.

Slide 17 - Tekstslide

22 t/m 24, 27, 31, 36  
timer
3:00

Slide 18 - Tekstslide

De tussencelstof bij botweefsel is stevig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Vorm en functie
Vorm van organismen aangepast aan de leefomgeving (functie).

Mens loopt rechtop (andere wervelkolom).
Dolfijn is gestroomlijnd voor waterweerstand.


De wetenschap kijkt vaak naar vorm in de natuur voor vormgeving van producten. Denk aan een dolfijn en een duikboot.

Slide 20 - Tekstslide

Botten
langwerpige holle botten zodat
  • deze zo licht mogelijk zijn
  • sterk zijn

Beenbalkjes in de richting waar de grootste krachten opgevangen moeten worden

Slide 21 - Tekstslide

Voet
gewelfde vorm van de voet zodat
  • schokken opgevangen kunnen worden
  • gewicht gedragen kan worden

Slide 22 - Tekstslide

Bedenk zelf een ander voorbeeld van wetenschappers die inspiratie doen uit biologische vormen.

Slide 23 - Open vraag

Aan de slag 
Lees 1.2 en markeer alle begrippen + uitleg
Maak de opdrachten 23, 24, 25, 27 t/m 38.
Vorm-functie denken is hierbij belangrijk.  

Slide 24 - Tekstslide