herhaling naamvallen

herhaling naamvallen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

herhaling naamvallen

Slide 1 - Tekstslide

flumen, fluminis wordt verbogen als
A
filia
B
dominus/ bellum
C
urbs/ nomen

Slide 2 - Quizvraag

castra, castrorum wordt verbogen als
A
filia
B
dominus/ bellum
C
urbs/ nomen

Slide 3 - Quizvraag

dolor, doloris wordt verbogen als
A
filia
B
dominus/ bellum
C
urbs/ nomen

Slide 4 - Quizvraag

turba wordt verbogen als
A
filia
B
dominus/ bellum
C
urbs/ nomen

Slide 5 - Quizvraag

natus wordt verbogen als
A
bonus, a, um
B
fortis, e

Slide 6 - Quizvraag

insignis wordt verbogen als
A
bonus, a, um
B
fortis, e

Slide 7 - Quizvraag

Woordenlijst, achterin lesboek
Gebruik de woordenlijst achterin het lesboek! bij de volgende opdrachten.

Slide 8 - Tekstslide

Geef van dux
dat. enk.
A
ducum
B
ducem
C
duce
D
duci

Slide 9 - Quizvraag

Bij de volgende opdrachten is soms meer dan 1 antwoord gewenst. Geef álle antwoorden die mogelijk zijn. Gebruik indien nodig je woordenlijst

Slide 10 - Tekstslide

Welke naamval(len) is
FELICI
A
nom.
B
gen.
C
dat.
D
acc

Slide 11 - Quizvraag

Welke vorm(en) is (zijn)
acc. enk? (2x)
A
felicium
B
matrum
C
domum
D
corpus

Slide 12 - Quizvraag

Welke vorm(en) is (zijn)
gen. enk? (2x)
A
ducis
B
ripis
C
matri
D
muri

Slide 13 - Quizvraag

Welke vorm is NIET dat ev?
A
boni
B
insigni
C
duci
D
statuae

Slide 14 - Quizvraag

Welke vorm(en) is (zijn)
nom. mv?
A
matres
B
beneficia
C
muri
D
ripae

Slide 15 - Quizvraag

Welke vorm is NIET acc mv?
A
ripas
B
fortium
C
bona
D
matres

Slide 16 - Quizvraag

Welke vorm(en) is (zijn)
gen. mv?
A
regnum
B
urbium
C
bonum
D
fluvium

Slide 17 - Quizvraag