§6.4 - Nederland en Europa

Nederland en Europa
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 11 videos.

Onderdelen in deze les

Nederland en Europa

Slide 1 - Tekstslide

Op welke manier kom jij in aanraking met Europa?

Slide 2 - Open vraag

Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)

  • 1951
  • Frankrijk, West-Duitsland, Italie, Nederland, Belgie, Luxemburg
  • Doel: samenwerking voor kolen- en staalindustrie.

Slide 3 - Tekstslide

EEG


  • Jaar: 1958
  • Doel: samenwerking stimuleren
  • Vrije handel tussen leden en afspraken over de economie

Slide 4 - Tekstslide

Later worden de EGKS en de EEG samengevoegd tot de EG

Slide 5 - Tekstslide

De Europese Unie
  • Jaar: 1993
  • Doel: samenwerking + eenheid
  • Europese regels
  • Sinds 1995: geen paspoortcontrole tussen lidstaten
  • Sinds 2002: Euro

Slide 6 - Tekstslide

27 leden van de EU

8 landen die lid willen worden 

Slide 7 - Tekstslide



Voorstanders:
  1. Eenheid
  2. Gezamenlijke besluiten
  3. Verenigde Staten van Europa


Tegenstanders:
  1. Autonomie verloren.
  2. Brussel bepaalt.
  3. Terug naar zelfstandige staten.
  4. Bijv. Brexit of Nexit

Meer of minder EU?
Democratisch tekort: 
  1. Europese burgers weten weinig over de Europese Unie.
  2. Burgers komen niet opdagen tijdens verkiezingen. 
  3. Weinig/ geen verbondenheid

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

huiswerk:
Leren: §6.4
Maken: §6.4: opdr. 1 t/m 5

Klaar?
  • Nakijken: §6.1 t/m §6.3
  • Filmpje bekijken (zie lessonup)
  • Syllabus (zie showbie)

Leerdoelen: 
1. Motieven noemen voor meer samenwerking in Europa (EGKS/ (E)EG).  
2. Het ontstaan- en verloop van de Europese Unie (1993) beschrijven.
3. Voordelen van de EU benoemen.
4. Benoemen dat in 2002 de euro wordt ingevoerd (de munteenheid van (nu) 19 lidstaten. 

Slide 14 - Tekstslide

§6.4 - Nederland en Europa

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je:
  1. De taken van de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad van Ministers beschrijven. 
  2. Uitleggen wat met democratisch tekort wordt bedoeld.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Bestuur van de Europese Unie
Overzicht
  • De Europese Commissie
  • Het Europees Parlement
  • De Raad van Ministers

Slide 18 - Tekstslide


Europese Commissie



  • Dagelijks bestuur.
  • Bestaat uit 28 commissarissen (vergelijkbaar met onze ministers).  

  • Doet wetsvoorstellen en voert wetten uit. 

Frans Timmermans

Slide 19 - Tekstslide


Europees Parlement




  • Controleert de Europese Commissie. 
  • Elke vijf jaar verkiezingen.

  • Moet wetsvoorstellen (van de Europese Commissie) goedkeuren.

  • Kan wetsvoorstellen afwijzen (recht van amendement). 
  • 751 leden (op basis van inwoners per lidstaat).  

Slide 20 - Tekstslide


Raad van Ministers



  • Bestaat uit ministers van alle lidstaten.


  • Ministers met hun eigen portefuille (denk aan: milieu, buitenlanse zaken, economie, onderwijs etc.) 
  • Bepalen het beleid van de Europese Commissie.

Slide 21 - Tekstslide



Voorstanders:
  1. Eenheid
  2. Gezamenlijke besluiten
  3. Verenigde Staten van Europa


Tegenstanders:
  1. Autonomie verloren.
  2. Brussel bepaalt.
  3. Terug naar zelfstandige staten.
  4. Bijv. Brexit.

Meer of minder EU?
Democratisch tekort: 
  1. Europese burgers weten weinig over de Europese Unie.
  2. Burgers komen niet opdagen tijdens verkiezingen. 
  3. Weinig/ geen verbondenheid

Slide 22 - Tekstslide

huiswerk:
Leren: §6.4
Maken: §6.4 opdr. 6 t/m 10

Klaar?
  • Nakijken: H6
  • Syllabus (zie showbie)
  • Filmpjes bekijken (zie lessonup)
  • Leren
Leerdoelen:
1. De taken van de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad van Ministers beschrijven. 
2. Uitleggen wat met democratisch tekort wordt bedoeld.

Slide 23 - Tekstslide

0

Slide 24 - Video

0

Slide 25 - Video

0

Slide 26 - Video

0

Slide 27 - Video

0

Slide 28 - Video