11.6 cellen en chromosomen

11.6 Cellen en chromosomen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

11.6 Cellen en chromosomen

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen 11.4 

Slide 2 - Tekstslide

Welke van de vier beweringen over geslachtschromosomen is juist?
A
geslachtschromosomen komen voor in alle cellen
B
Geslachtschromosomen komen alleen voor in voortplantingscellen
C
Alle chromosomen in een voortplantingscel zijn geslachtschromosomen
D
Alle chromosomen in alle cellen van de voortplantingsorganen zijn geslachtschromosomen

Slide 3 - Quizvraag

Welke geslachtschromosomen kunnen niet voorkomen
Je ziet hier de chromosmen van een.....?
A
Gewone lichaamscel
B
Geslachtscel

Slide 4 - Quizvraag

Een allel is een variant van een.......
A
fenotype
B
DNA
C
gen
D
chromosoom

Slide 5 - Quizvraag

Welke stelling is juist?
A
Fenotype = genotype + milieu
B
Milieu = genotype + fenotype
C
Genotype = fenotype + milieu

Slide 6 - Quizvraag

Leerdoelen 11.6 
Je kunt uitleggen hoe door celdeling geslachtscellen gevormd worden.
Je kunt uitleggen hoe door celdeling nieuwe lichaamscellen gevormd worden. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Mitose (of gewone celdeling)
  • Er wordt een exacte kopie van alle chromosomen gemaakt  (deze cellen zijn diploïd)
  • Hierbij gaat een cel zichzelf delen 

Slide 9 - Tekstslide

Mitose - gewone celdeling

Slide 10 - Tekstslide

Meiose (=reductiedeling)
  • Vindt plaats in de eierstokken of teelballen 
  • Hieruit ontstaan de geslachtscellen (zaadcel of eicel) 
  • Elke geslachtscel heeft de helft van het aantal chromosomen dus 23 in totaal (dit noem je haploïd)
23 chromosomen + 23 chromosomen = 46 chromosomen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Diploïd en Haploïd
Lichaamscellen: chromosomen 
in paren diploïd (2n)

Geslachtcellen: een chromosoom 
per paar = haploïd (n)

Slide 13 - Tekstslide

11.6
Maken opdr 1 t/m 6 + Nakijken 
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Er vindt celdeling plaats om spiercellen te maken.
Is dit mitose of meiose?
A
Mitose
B
Meiose

Slide 15 - Quizvraag

Welke cellen hebben geen paren chromosomen maar enkele chromosomen in de celkern?
A
Geslachtscellen
B
Lichaamscellen

Slide 16 - Quizvraag

Na de bevruchting vindt in de bevruchte eicel celdeling plaats. Is dit mitose of meiose?
A
Mitose
B
Meiose

Slide 17 - Quizvraag