inhoudsmaten

Agenda : 10 Januari 2025
1. Zuivel - Kaas WI : Inhoudsmaten 
2. Presentatie - afmaken 
3. Eetstoornissen 
4. Kahoot 

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Agenda : 10 Januari 2025
1. Zuivel - Kaas WI : Inhoudsmaten 
2. Presentatie - afmaken 
3. Eetstoornissen 
4. Kahoot 

Slide 1 - Tekstslide

Welke kazen kennen jullie?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

proces van kaas 
Het proces van kaas maken kan in vier stappen worden uitgelegd.
1. Stremsel en startercultuur toevoegen. Kaas wordt gemaakt van verse melk die kort verhit is (pasteurisatie). ...
2. Samenpersen wrongel. De wrongel drijft in vocht. ...
3. Pekelbad. Vervolgens wordt de kaas gepekeld in een pekelbad. ...
4. Rijpen.

Slide 5 - Tekstslide

Zuivelproducten horen uiteraard in de koelkast, waar de ideale temperatuur rond de 4ºC graden ligt. Op deze manier blijven je favoriete melk, yoghurt en vla langer vers! Het is handig om pakken melk en yoghurt in de deur van de koelkast te plaatsen; daar zijn ze goed toegankelijk en blijven ze koel.

Slide 6 - Tekstslide

Hoelang kan je plakken kaas bewaren in de koelkast?
A
1 dag
B
3 dagen
C
2 dagen
D
4 dagen

Slide 7 - Quizvraag

wat gebeurt er als je de kaas te warm bewaart?
A
Het zal smelten
B
Het zal sneller rijpen
C
Het zal een andere smaak krijgen
D
Het krijgt een andere kleur

Slide 8 - Quizvraag

Wat zit er in kaas?

Slide 9 - Woordweb

Melk, stremsel, zuursel en zout

Slide 10 - Tekstslide

Heeft kaas van het begin al een korst?

Slide 11 - Open vraag

https://static.oefen.be/oefening/8/6/8/5/1/e/index.htm

Slide 12 - Tekstslide

Inhoud en gewicht
Lesdoelen:
  • Je weet dat inhoud aangeeft hoeveel ruimte er in een voorwerp is.
  • Je kent de eenheden en de afkortingen van: liter (l), deciliter (dl), centiliter(cl), milliliter(ml)
  • Je kan een aantal voorwerpen op volgorde van klein naar groot zetten, op basis van de inhoud. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Wie ziet een voorwerp?
Wie kan een voorwerp met een inhoudsmaat laten zien voor de camera? 

Slide 15 - Tekstslide

Eenheden omrekenen
1 liter = 1000 milliliter
1 liter = 100 centiliter
1 liter = 10 deciliter

Slide 16 - Tekstslide

Een paar voorbeelden
Een emmer heeft een inhoud van 10 liter
Een pak sap heeft een inhoud van 15 deciliter = (1,5 liter)
Een blikje cola heeft een inhoud van 33 centiliter
Een tube tandpasta heft een inhoud van 75 milliliter

Slide 17 - Tekstslide

Kies uit: l, dl, cl, of ml
Een waterkoker heeft een inhoud van 2 ...........

Slide 18 - Open vraag

Kies uit: l, dl, cl,ml
Een blik soep heeft een inhoud van 5......

Slide 19 - Open vraag

Een koffiekopje heeft een inhoud van.......
A
2 deciliter
B
5 deciliter
C
1 centiliter
D
10 milliliter

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Video

Omrekenen
1 liter = .... dl
1 liter = .... cl
1 liter = .... ml

Slide 22 - Tekstslide

Als je inhoudsmaten moet omrekenen, kijk je naar dit plaatje:

wordt de inhoudsmaat kleiner dan doe je de inhoud x10
wordt de inhoudsmaat groter dan doe je de inhoud :10

Slide 23 - Tekstslide

4 dl = ... ml

van dl naar ml zijn 2 sprongen. 
Ik reken uit: 
4x 10x10=400 ml

Slide 24 - Tekstslide

700 dl = ....liter

  • Van dl naar l wordt de inhoudsmaat groter. 
  • Ik ga dus delen. 
  • Ik maak maar 1 sprong en doe:
  • 700: 10 =  70 liter

Slide 25 - Tekstslide

timer
0:30

Slide 26 - Tekstslide

timer
0:30

Slide 27 - Tekstslide

timer
0:30

Slide 28 - Tekstslide

timer
0:30

Slide 29 - Tekstslide

timer
0:30

Slide 30 - Tekstslide