5V 9.5 Z/B titratie

5V 9.5 titreren 
met zuren en basen
SK @ LPM
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5V 9.5 titreren 
met zuren en basen
SK @ LPM

Slide 1 - Tekstslide

Titratie: kwantitatieve chemische analysemethode

A : erlenmeyer  : 
- oplossing met bekende stof, maar onbekende molariteit                              
- paar druppels pH indicator
B : buret : titrant = oplossing met bekende sf én bekende molariteit.
C : kraantje : heel nauwkeurig vloeistof toe druppelen.

  • Neem plaatje en legenda over in je schrift
A
B
C

Slide 2 - Tekstslide

titratie
een titratie is een analysemethode om de molariteit van een bekende stof te bepalen

Slide 3 - Tekstslide

Verdunnen en titreren

Slide 4 - Tekstslide

Titratie: kwantitatieve chemische analysemethode
Doel: onbekende concentratie / hoeveelheid stof te bepalen.
Selectieve, snelle en volledige reactie van de te bepalen stof met een nauwkeurig afgemeten oplossing, met bekende molariteit (de titrant).
Kortom:
  • Twee oplossing die snel en volledig met elkaar reageren. (dus geen evenwichtsreacties!)
  • Onbekende (in) oplossing → volume nauwkeurig afmeten, eventueel verdunnen.
  • Titrant (=oplossing die toegedruppeld wordt) → molariteit nauwkeurig bekend.
  • Waarneembaar equivalentiepunt (eindpunt) van de titratie.
Kortom: exact bepalen wanneer alle stof met de onbekende concentratie gereageerd heeft. Bijvoorbeeld dmv een indicator (Binastabel 52A)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Buret aflezen: op ooghoogte en in 2 decimalen

Slide 8 - Tekstslide

Titratie berekeningen (stappenplan)
  1. Noteer de reactievergelijking.
  2. Bereken aantal mol toegevoegde stof (volume x molariteit)
  3. Bereken aantal mol gereageerde stof (met de molverhouding)
  4. Bereken de molariteit van de gereageerde stof (naar mol/L) of een andere gevraagde berekening (denk aan je verdunningsfactor).

Maak aantekeningen

Slide 9 - Tekstslide

de juiste notatie voor natronloog is
A
NaOH (aq)
B
Na (aq) + OH (aq)
C
Na+ (aq) + OH- (aq)
D
natriumhydroxide

Slide 10 - Quizvraag

Voorbeeldsom: Molariteit van een azijnzuur-oplossing bepalen met een titratie met natronloog
  1. 10,00 mL azijnzuur-oplossing wordt in een maatkolf gedaan en aangevuld met demiwater tot 250,00 mL.
  2. 10,00 mL van de verdunde azijnzuur-oplossing wordt in een erlenmeyer gepipetteerd.
  3. er wordt met 0,0104 M natronloog getitreerd. 
  4. fenolrood wordt toegevoegd aan de verdunde azijnzuur-oplossing als de pH indicator.
  5. als de kleur omslaat, is er precies 12,53 mL natronloog toegevoegd.

Slide 11 - Tekstslide

Geef de RV van de reactie die optreedt tijdens de titratie van azijnzuur-oplossing met natronloog. Organische verbindingen in een structuurformules.

Slide 12 - Open vraag

Geef de verdunningsfactor (geheel getal):
"10,00 mL azijnzuur-opl. wordt in een 250,00 mL maatkolf gedaan aangevuld met demiwater"

Slide 13 - Open vraag

plaats de tekst op de juiste plek in de tekening
De opstelling. de molariteit van een een onbekende hoeveelheid azijnzuur wordt bepaald met een titratie met natronloog
azijnzuur oplossing
natronloog
buret
pH indicator
nauwkeurig toevoegen
bekende molariteit
onbekende molariteit
erlenmeyer
kraantje

Slide 14 - Sleepvraag

Fenolrood wordt gebruikt als pH indicator.
Tot welke kleuromslag moet je titreren, zodat alle azijnzuur net volledig met natronloog heeft gereageerd?
A
geel→oranje
B
oranje→geel
C
oranje→rood
D
rood→oranje

Slide 15 - Quizvraag

Bereken in je schrift de molariteit van de azijnzuur-oplossing.
  1. 10,00 mL azijnzuur-oplossing wordt in een maatkolf gedaan en aangevuld met demiwater tot 250,00 mL .
  2. 10,00 mL van de verdunde azijnzuur-oplossing wordt in een erlenmeyer gepipeteerd.
  3. er wordt met 0,0104 M natronloog getitreerd. 
  4. fenolrood wordt toegevoegd aan de verdunde azijnzuur-oplossing als de pH indicator.
  5. als de kleur omslaat, is er precies 12,53 mL natronloog toegevoegd.

Slide 16 - Tekstslide

Geef de molariteit van de azijnzuur-oplossing. (svp zonder eenheid ivm automatisch nakijken)

Slide 17 - Open vraag

Uitwerking som
Natronloog: Na+ (aq) + OH- (aq)                       V = 12,53 mL  
[OH-] = 0,0104 M , mol OH- = 12,53 mL x 0,0104 M = 0,13O mmol
CH3COOH (aq) + OH- (aq) → CH3COO- (aq) + H2O (l)
0,130 mmol  ←   0,130 mmol
[azijnzuur]titratie = 0,130 mmol / 10,00 mL = 0,0130 M
Deze oplossing was 250/10=25 x verdund
[azijnzuur]monster = 0,0130 M x 25 = 0,326 M

Slide 18 - Tekstslide