Taalverzorging werkwoorden les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Lastige werkwoorden

Wat gaan we doen?

• Doel van deze les  
• Terugblik 
• Zoek de fout
• Uitleg lastige werkwoorden
• Aan de slag  
• Afsluiting  
• Evaluatie

Doel van deze les

• Aan het einde van dit hoofdstuk weet je het verschil tussen liggen/leggen en kunnen/kennen.

Wanneer schrijf je een persoonsvorm met -dt?

Zoek de fout

• Het laatste woord van de derde regel
  is fout. Welk woord zou er moeten staan?
• Zou de schrijver deze fout expres 
  gemaakt hebben?
• Er staat nog een fout in dezelfde regel.
  Welke fout?

Uitleg lastige werkwoorden

• De werkwoorden kennen/kunnen en liggen/leggen worden vaak fout gebruikt.
  
  
• Kennen - iets weten of geleerd hebben
• Kunnen - in staat zijn iets te doen
• Liggen - Zich bevinden, rusten
• Leggen - Iets doen

Uitleg lastige werkwoorden

• De vormen van kunnen en willen worden ook vaak fout geschreven. 
  
  
• Kunnen - bij je/jij/u schrijf je nooit kan, maar kunt
• Willen - bij hij/zij/ze gebruik je nooit wilt, maar wil. 
  In de verledentijd gebruik je nooit wou of wouden, maar wilde of wilden.

Aan het werk!

• Wie?      Zelfstandig of met zacht overleg
• Wat?     Opdracht 1 t/m 6
• Waar?      In het lokaal
• Wanneer?     In de les tot 5 minuten voor het einde
• Waarom?     In het schrijfexamen telt iedere spelfout!
• Hoe?      Zachtjes overleggen of in stilte
  
  
• Klaar?     Nakijken, quizlet voor woordenschat
  

Huiswerk

• Opdracht 1 t/m 6 van werkwoorden

Tot de volgende keer!