Taalverzorging aan elkaar of los les 1

Taalverzorging aan elkaar of los les 2
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Taalverzorging aan elkaar of los les 2

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Doel van deze les
     
  • Terugblik 
  • Uitleg leestekens   
  • Aan de slag  
  • Afsluiting  
  • Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Doel van deze les

  • Aan het einde van dit hoofdstuk kun je bepalen of je woorden aan elkaar of los moet schrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer schrijf je woorden aan elkaar. Noem de drie regels.

Slide 4 - Open vraag

Aan elkaar of los?
  • Twee of meer woorden schrijven we aan elkaar als ze één begrip vormen. Bijvoorbeeld:

  • Samenstellingen die bestaan uit twee of mee zelfstandige naamwoorden. 
  • Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
  • kassabon, bibliotheekpas, motorbootverzekering

Slide 5 - Tekstslide

Aan elkaar of los?

  • Werkwoorden die beginnen met een voorzetsel.
  • Wat zijn voorzetsels?
  • Ik heb de hond uitgelaten. 
  • Wij gaan de hond uitlaten.

Slide 6 - Tekstslide

Aan elkaar of los?

  • Woorden met er-, daar- , hier-, en waar- plus een voorzetsel.
  • Erin, daarachter, hierbij, waarover

Slide 7 - Tekstslide

Aan het werk!
  • Wie?      Zelfstandig of met zacht overleg
  • Wat?     Opdracht 5 t/m 7
  • Waar?      In het lokaal
  • Wanneer?     In de les tot 5 minuten voor het einde
  • Waarom?     In het schrijfexamen telt iedere spelfout!
  • Hoe?      Zachtjes overleggen of in stilte

  • Klaar?     Nakijken, quizlet voor woordenschat

Slide 8 - Tekstslide

Huiswerk
  • Opdracht 5 t/m 7 van aan elkaar of los

Slide 9 - Tekstslide

Tot de volgende keer!

Slide 10 - Tekstslide