Journalistiek les: hoe schrijf je een nieuwsbericht en maak je een spotprent

Journalistiek
Lesindeling:

Lesopening
Uitleg krant
Zelfstandig werken
Lesafsluiting
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
StudievaardighedenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Journalistiek
Lesindeling:

Lesopening
Uitleg krant
Zelfstandig werken
Lesafsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Lesopening

Slide 2 - Tekstslide

Leg uit: wat is nep nieuws?

Slide 3 - Open vraag


Zoek een nep-nieuws-bericht op op het internet
timer
3:00

Slide 4 - Open vraag

Uitleg project journalistiek
Missie: samen met je klas maak je een schoolkrant.

 
Leerdoelen:
• De leerling leert kennismaken met het beroep van journalist.
• De leerling doet onderzoek naar het beroepsveld journalistiek.
• De leerling werkt samen met zijn/haar klasgenoten.
• De leerling leert een eigen schoolkrant maken waarbij de leerling zelf stukken tekst schrijft, foto's maakt en de schoolkrant publiceert.

Slide 5 - Tekstslide

De krant

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Wat heb je geleerd van dit filmpje?

Slide 8 - Open vraag

Krant
De krant verschijnt ma-za
Je hebt ochtend kranten en avond kranten. 
De krant is een gedrukte bron vol met verschillende soorten informatie. 

Slide 9 - Tekstslide

De meeste
journalisten zijn vooral bezig met
nieuwsfeiten beschrijven en uitleggen. 

Dit zijn
correspondenten, verslaggevers, redacteurs,
fotografen en illustratoren
De andere groep
brengt zelf geen nieuwe informatie, maar geeft commentaar op het nieuws en ook op de manier
waarop het nieuws in de krant, op de radio en op televisie is geweest. 

Dat zijn columnisten, recensenten (zij bespreken films, boeken,
theaterstukken en muziekoptredens) en cartoonisten.
Twee soorten journalisten

Slide 10 - Tekstslide

Artikel
Een goed journalistiek artikel is pas af als:
- het verhaal is gecontroleerd;
- reactie aan alle betrokken partijen gevraagd is;
- er genoeg achtergrondinformatie bijgezocht is.

In het artikel moet staan:
- wat er is gebeurd
- waar het is gebeurd
- wanneer het is gebeurd
- wie erbij waren
- waarom het is gebeurd.

Slide 11 - Tekstslide

Cartoonist
Een cartoonist is iemand die aan de hand van tekeningen commentaar geeft op het nieuws.
Zulke tekeningen noem je ook wel spotprenten.
Het zijn vaak grappen over politici of andere bekende personen.
Zo’n tekening komt dan één of enkele dagen nadat het nieuws voor het eerst bekend werd in
de krant. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Opdracht
  • Je gaat een cartoon/spotprent maken.
  • Zoek inspiratie op het internet.
  • Maak een tekening waarin een nieuwsbericht/nieuwsfeit voorkomt. 

Slide 16 - Tekstslide

1

In deze opdracht ga je aan de slag met het medium: de krant.

Wat is een krant?
Wat voor artikelen staan er in een krant?
Hoe maak je een krant?
2

In deze opdracht ga je artikelen zoeken in de krant die jij interessant vindt. 

Zoek 3 verschillende soorten artikelen op:
1. Een recensie
2. Een nieuwsartikel
3. Een interview
Opdrachten

Slide 17 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Je gaat werken aan de opdrachten
Je mag samenwerken.
Heb je een vraag stel deze aan je klasgenoten of docent. 

Werk je logboek bij:
Week 49: inleveren opdracht 1+2+spotprent. (in de les is hier tijd voor)

Slide 18 - Tekstslide

Lesafsluiting
Terugblik op de les

Slide 19 - Tekstslide

Stelling:
'De indeling van de les was duidelijk'
Mee eens
Niet mee eens

Slide 20 - Poll

Stelling:
'Ik weet nu wat een spotprent/cartoon is'
Mee eens
Niet mee eens

Slide 21 - Poll

Een krantenartikel
Een krantenartikel is kort en krachtig en gaat over één nieuwsfeit, dus over één onderwerp.


Slide 22 - Tekstslide

Hoe schrijf je een krantenartikel?

Slide 23 - Tekstslide

Stap 1: voorbereiden
  • Bepaal het onderwerp van je krantenartikel. Welk nieuws wil je brengen? Is het wel echt nieuws? Bepaal de doelgroep van je krantenartikel. Voor wie is het krantenartikel bedoeld?


  • Bepaal hoe je aan de feiten wilt komen. Welke bronnen gebruik je? Gebruik altijd bronnen die je helemaal kunt vertrouwen.

Slide 24 - Tekstslide

Beantwoord de vijf W's en de H
In een krantenartikel wordt antwoord gegeven op de vijf W’s en de H:

Wie?
Wat?
Waar?
Wanneer?
Waarom?
Hoe?

Slide 25 - Tekstslide

Stap 2: schrijven

Slide 26 - Tekstslide

Begin met de kop.
Zorg ervoor dat in de kop de kern van het nieuws duidelijk is.Laat er ook minstens twee W’s in voorkomen.

 Zet weinig voorzetsels en lidwoorden in de kop en zorg dat de kop goed te begrijpen is.

Slide 27 - Tekstslide

Schrijf de lead (inleiding)
Schrijf de plaats op waar je het artikel schrijft. Schrijf daarachter de lead. Geef antwoord op minstens drie van de vijf W’s: Wie? Wat? Waar? Wanneer? en Waarom?

Rotterdam - Een man is gisteren gearresteerd, na een achtervolging.

Slide 28 - Tekstslide

Schrijf de rest van je krantenartikel.
Schrijf in korte zinnen. Houd je aan de regel: één mededeling per zin. Gebruik geen moeilijke woorden.
Laat ook aan de lezers zien wat de bron van jouw verhaal is.

 Bijvoorbeeld met zinnen als: ‘volgens de directeur...‘ of: ‘in het rapport kun je lezen dat...’

Slide 29 - Tekstslide

Opbouw van een krantenartikel
  • Het bericht begint met de kop. 
  • Daaronder staat de plaats waar de verslaggever zich bevindt.
  • De eerste alinea noemen we een ‘lead’. 
  • In de alinea’s na de lead werk je het nieuwsverhaal verder uit. Hierin geef je meer details over het nieuwsfeit.

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag
Maak groepjes van 5. Docent is hoofdredacteur. Hij wil in de krant van morgen nieuwsberichten zien over de onderstaande onderwerpen. Iedere leerling neemt één onderdeel.

- Buitenveldert
- Flevopark
- Een museum in Amsterdam
- Een Amsterdamse middelbare school
- Een Amsterdamse sportvereniging

Per onderwerp zijn de 5 w’s en de h beantwoord.
• Let op: er moet sprake zijn van nieuwswaarde!
• Let op: je mag geen nieuws ‘overnemen’ (met andere woorden ‘stelen’). Het moet zelf gevonden nieuws zijn.
• Let op: nieuws vindt plaats in de toekomst! Oftewel: oud nieuws is géén nieuws!
Bericht schrijven van 150 woorden. Alle vijf de berichten komen in één document. Document is als het ware een krant. Zet er een zelfbedachte naam boven. Mail naar docent.







Slide 31 - Tekstslide