5.3 De verstedelijking van Duitsland

Terugblik paragraaf 5.1 + 5.2
Leg je telefoon weg
Laat je laptop dicht of draai hem om
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Terugblik paragraaf 5.1 + 5.2
Leg je telefoon weg
Laat je laptop dicht of draai hem om

Slide 1 - Tekstslide

§1: Bevolkingsgroei in Duitsland

  • Natuurlijke bevolkingsgroei: vanaf 1972 een sterfteoverschot
  • Sociale bevolkingsgroei: vestigingsoverschot door migratie

2 redenen voor de groei vanaf 2011:
  • meer migranten
  • jonge vrouwelijke migranten krijgen meer kinderen
  • Gezinshereniging 
69 miljoen in 1950
                                      82,5 miljoen in 2002
83 miljoen in 2017


Slide 2 - Tekstslide

Krimp en groei in de rest van Duitsland
Krimpgebieden:
  • Ruhrgebied, Saarland (oude industriegebieden)
  • platteland
Oorzaak = geen werk = afstotingsfactor

Bevolkingsgroei:
  • Munchen
Oorzaak = werk in industrie (auto) en diensten (hightech) = aantrekkingsfactor

Slide 3 - Tekstslide

Krimp en groei in de rest van Duitsland
Ondanks de krimp moeten er in veel deelstaten toch meer huizen gebouwd worden.

Hoe kan dat?
  • Eenpersoonshuishoudens: ouderen die alleen wonen, jongeren die op zichzelf wonen, gescheiden mensen.
  • Al deze mensen hebben woonruimte nodig, daarom moeten er ook in gebieden met krimp huizen bijgebouwd worden.

Slide 4 - Tekstslide

Demografisch transitiemodel

Slide 5 - Tekstslide

Twee staten
  • Van 1949 tot 1989 was Duitsland verdeeld in twee aparte landen
Verschillen: 
  • Oost-Duitsland was communistisch, dictatuur, arm
  • West-Duitsland was kapitalistisch, democratie, welvaart
  • In 1989 kwam er een eind aan het communisme en werden de twee landen weer 1 Duitsland in 1990

Slide 6 - Tekstslide

Duitsland vanaf 1990, gevolgen van de hereniging
  • Grote vertrekoverschotten in voormalig Oost-Duitsland
  • Oost-Duitsland liep leeg, soms wel 30% minder mensen.

Oorzaken:
- bedrijven en fabrieken gingen failliet door concurentie met moderne bedrijven uit West-Duitsland
- hoge werkloosheid

Slide 7 - Tekstslide

Duitsland vanaf 1990, gevolgen van de hereniging
  • Grote vertrekoverschotten in voormalig Oost-Duitsland
  • Oost-Duitsland liep leeg, soms wel 30% minder mensen.

Gevolgen:
- voorzieningen in dorpen verdwijnen -> oplossing is samenvoegen van voorzieningen in 1 gebouw bv wijkcentrum
- vergrijzing, jongen mensen trekken weg naar bv Berlijn
Uitzondering = de stad Berlijn -> daar neemt de bevolking juist toe.

Slide 8 - Tekstslide

4 groepen migranten in Duitsland
  1. Volksduitsers: mensen uit gebieden die vroeger bij Duitsland hoorden.
  2. Gastarbeiders: uit landen rond de Middellandse Zee. Grootste groep zijn de Turken. Zij werken in de mijnbouw en industriegebieden.
  3. Arbeidsmigranten: uit andere landen van de EU, bv. Polen.
  4. Vluchtelingen: bv. uit Syrië  

Slide 9 - Tekstslide

5.3 De verstedelijking van Duitsland
Welke stad is dit?
MÜnchen, je ziet op de achtergrond de Alpen.

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet de kenmerken van de Duitse verstedelijking
  • Je weet hoe de suburbanisatie in Berlijn verliep voor en na de Berlijnse Muur.
  • Je kunt de gevolgen van de suburbanisatie in Berlijn beschrijven
  • Je weet welke verschillen er zijn in herinrichting tussen de stad Berlijn en de  andere Oost-Duitse steden + waarom

Slide 11 - Tekstslide

Begrippen 
  • Integratie
  • Segregatie
  • Sociale ongelijkheid

Slide 12 - Tekstslide

Stedelijke gebieden in Duitsland

Lijkt op Nederland:
- er zijn grote agglomeraties en stedelijke gebieden
- er is steeds minder landelijk gebied hierdoor
- elk stedelijk gebied heeft eigen specialiteit => net als de Randstad in Nederland.


Slide 13 - Tekstslide

Specialisatie stedelijke gebieden Duitsland
  1. Ruhrgebied: industrie
  2. Bremen en Hamburg: haven
  3. Berlijn: parlement, hoofdstad
  4. Frankfurt: financiele hoofdstad, groot vliegveld
  5. Munchen: Hightech 

Lijkt op de steden in de Randstad met hun specialisatie
4
2
3
1
5

Slide 14 - Tekstslide

Suburbanisatie Berlijn
  • 1961-1987: Berlijnse Muur deelt de stad in 2 delen => suburbanisatie was niet mogelijk.
  • 1990 Hereniging Duitsland
  • Groot verschil tussen Oost en West-Berlijn. In Oost waren veel vervallen woonwijken => stadsvernieuwing zorgt voor verbetering.
  • Na de hereniging pas suburbanisatie in Berlijn => jonge gezinnen vertrekken naar nieuwbouwwijken buiten de stad.


Slide 15 - Tekstslide

Berlijn: Gevolgen suburbanisatie
  • Vertrekoverschot binnenstad en flatwijken ➡ mensen met laag inkomen en vaak migranten blijven achter. Ze integreren niet in de Duitse samenleving.
  • Segregatie = apart wonen van groepen met dezelfde achtergrond en kenmerken.

  • Door suburbanisatie + segregatie is de sociale ongelijkheid in Berlijn toegenomen:
- de ene groep heeft meer kans op werk, een goed inkomen en welvaart dan de andere groep. 
- integratie van migranten verloopt slecht door segregatie, ze leren vaak de taal niet en blijven zo in hun eigen kringetje. 

Slide 16 - Tekstslide

Steden in Oost-Duitsland -> na de val van de Muur
  • herinrichting net als in Oost-Berlijn
  • Flats afgebroken, nieuwe huizen op die plaats
  • Minder huizen nodig omdat veel mensen weggaan uit die wijk 

Slide 17 - Tekstslide







Vragen?

Nee? => Kijk dan nog eens naar de leerdoelen op dia 2, kun je nu antwoord geven op de gestelde doelen?

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet de kenmerken van de Duitse verstedelijking
  • Je weet hoe de suburbanisatie in Berlijn verliep voor en na de Berlijnse Muur.
  • Je kunt de gevolgen van de suburbanisatie in Berlijn beschrijven
  • Je weet welke verschillen er zijn in herinrichting tussen de stad Berlijn en de  andere Oost-Duitse steden + waarom

Slide 19 - Tekstslide