In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Geschiedenis
Introductie
Les 4 De Oost en de VOC
Geschiedenis
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Open vraag
Wanneer werd de VOC opgericht?
A
1621
B
1602
C
1601
D
1618
Slide 3 - Quizvraag
De VOC werd op initiatief van de Staten-Generaal opgericht, omdat...
A
andere landen handelscompagnieën oprichtten.
B
de winsten in de Republiek daalden doordat handelscompagnieën elkaar beconcurreerden.
C
er flinke winst viel te behalen op de scheepsbouw. Meer schepen leverde meer geld op.
D
de Staten-Generaal graag landen wilden veroveren om hun macht en rijkdom te tonen.
Slide 4 - Quizvraag
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen:
Waarom de VOC werd opgericht en hoe deze handelsmaatschappij werkte.
Slide 5 - Tekstslide
Handelsmonopolie
De VOC kreeg van de Staten-Generaal het alleenrecht om op Azië te varen -> handelsmonopolie.
De VOC mocht oorlog voeren en verdragen sluiten, net als zelfstandige staten.
De VOC mocht forten bouwen
Slide 6 - Tekstslide
Handelsfactorijen (Handelsforten)
De VOC stichtte langs de hele handelsroute naar Azië handelsfactorijen. Dat waren goed verdigbare handelssteunpunten.
In 1618 besloot Jan Pietersz. Coen dat Jakarta op Java het centrum voor de VOC in Azië zou worden. Hij liet de inwoners wegjagen en hun huizen verbranden.
Het handelsfort noemde men Batavia
J.P. Coen was in Batavia de eerste gouverneur-generaal
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Eerste multinational met aandelen
Om alles te financieren gaf de VOC aandelen uit. Eerste ter wereld.
Je gaf als persoon geld aan de VOC en kreeg in ruil daarvoor een aandeel in het bedrijf en een deel van de winst: het dividend.
Je kon de aandelen ook kopen en verkopen op de Amsterdamse beurs
Niet alleen rijke mensen, maar ook am-bachtslieden, bakkers of dienstboden koch-ten een aandeel. VOC werd van 'iedereen'.
Slide 9 - Tekstslide
Inter-Aziatische handel
De VOC bracht goud & zilver mee en kocht in China zijde, thee en porselein -> deel v.d. zijde werd verkocht in Japan voor zilver.
In India kochten ze katoen in voor Indonesië -> daar kochten ze specerijen.
Naar de Republiek brachten schepen de goederen terug: grote winst.
Door factorijen niet nodig om grote gebie-den te veroveren; De VOC sloot verdragen met plaatselijke vorsten of voerde oorlog.
Slide 10 - Tekstslide
Jan Pieterszoon Coen
Berucht vanwege het gebruik van geweld.
Vermoorden of verbannen van de bevolking van de Banda-eilanden in 1621.
Hongitochten, speciale strafexpedities om smokkelen tegen te gaan
Slide 11 - Tekstslide
Banda eilanden....
Slide 12 - Tekstslide
Genocide op de Banda-Eilanden
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
De VOC bracht naar Europa:
A
Slaven
B
Aardappels
C
Specerijen
D
Maïs
Slide 15 - Quizvraag
De Staten Generaal gaf de VOC speciale rechten:
A
handelsmonopolie
B
vrede sluiten en oorlog voeren
C
aandelen verkopen
D
een multinational
Slide 16 - Quizvraag
Welk speciale recht kreeg de VOC niet?
A
Een eigen munt invoeren
B
Verdragen sluiten met Aziatische vorsten
C
Forten bouwen
D
Oorlog voeren
Slide 17 - Quizvraag
Wat zie je op de kaart?
A
Inter-Atlantische handel
B
Driehoekshandel
C
Inter-Aziatische handel
D
Moedernegotie
Slide 18 - Quizvraag
Welke conclusie kun je trekken na het zien van dit plaatje?
A
VOC voerde niet alleen handel en maar ook oorlog
B
VOC maakte kanonnen
C
VOC hield van mode
D
VOC had weinig wapens
Slide 19 - Quizvraag
In welk opzicht was de VOC uniek in de wereld?
A
Eerste bedrijf met winst uit handel
B
Eerste bedrijf met aandelen
C
Eerste bedrijf in de handel met specerijen
D
Eerste bedrijf in de handel met slaven
Slide 20 - Quizvraag
Wat is juist?
A
oostzeehandel: graan en hout
VOC: specerijen en luxeproducten
B
oostzeehandel: specerijen en graan
VOC: specerijen en luxeproducten
C
oostzeehandel: graan en luxeproducten
VOC: hout en luxeproducten
D
oostzeehandel: graan en hout
VOC: hout en luxeproducten