Ik doe onderzoek naar de hond van Adolf Hitler. Schrijf 5 bronnen op die mogelijk informatie zouden kunnen verschaffen over de hond van Hitler.
Schrijf de bronnen op.
Slide 4 - Tekstslide
Zet de bronnen nu eens op volgorde van belang. Welke zou je het meeste informatie opleveren en welke het minste?
Zet de bronnen op de juiste volgorde van belang (volgens jou).
Slide 5 - Tekstslide
Waarom levert de ene bron nou meer informatie op dan de andere? Dan kan heel veel redenen hebben:
de ene bron gaat specifiek in op het onderwerp, de ander niet
de ene bron is secundair, de ander primair
de ene bron is geschreven en de ander ongeschreven
de ene bron is betrouwbaar, de andere niet
de ene bron is bruikbaar, de andere niet
feit? mening?
etc
Slide 6 - Tekstslide
Bronnen (iets waaruit je informatie kan halen) heb je nodig om meer over een onderwerp te weten te komen. Maar je moet je realiseren dat er heel veel verschillende bronnen zijn die allemaal anders werken:
- primaire bronnen (geschreven en ongeschreven)
- secundaire bronnen (geschreven en ongeschreven)
Slide 7 - Tekstslide
Opdracht
Verdwenen botten
Op 18 juni 1815 bijt de afgezette Franse keizer Napoleon Bonaparte definitief in het zand in Waterloo. Zijn strijdkrachten worden verslagen door een Brits coalitieleger en een Pruisische troepenmacht. Tienduizenden soldaten sneuvelen.
Maar wanneer je gaat zoeken in Waterloo is er geen bot te vinden in de grond. Hoe kan dat?
Slide 8 - Tekstslide
Opdracht
Lees de bronnen.
Orden de bronnen in bruikbaar en niet bruikbaar. Kijk ook of de bronnen betrouwbaarheid.
Trek een conclusie: waarom liggen er geen botten in en rond Waterloo?
Slide 9 - Tekstslide
Nabespreken
Waarom liggen er geen botten in en rond Waterloo?
Slide 10 - Tekstslide
Waarom liggen er geen botten in en rondom Waterloo?
Slide 11 - Open vraag
Nabespreken
Welke bronnen waren BRUIKBAAR?
Welke bronnen waren BETROUWBAAR?
Waren er ook nog bronnen STANDPLAATSGEBONDEN?
Slide 12 - Tekstslide
Uitleg
Alles kan een bron zijn, maar niet alles kun je gebruiken voor je onderzoek. Om dat te bepalen, moet je eerst de bron beoordelen.
- Wat voor soort bron?
- Is de bron bruikbaar?
- Is de bron betrouwbaar? Is er sprake van feiten of een mening?
- Is de bron / maker standplaatsgebonden?
Slide 13 - Tekstslide
Opdracht
In de klas hangen een aantal bronnen. Allemaal gaan ze over hetzelfde onderwerp: Catherine de Medici.
Hoofdvraag: De zwarte koningin” was de bijnaam
van Catherine de Medici. Is die bijnaam terecht?
Slide 14 - Tekstslide
In de klas hangen bronnen over Catherine de Medici.
Ga langs de bronnen. Bekijk de bron. Vul de bladen er onder in. Als een categorie al is ingevuld, mag je die niet nog een keer invullen. Ga net zo lang door tot alles gevuld is.